Direct naar artikelinhoud
Achtergrond#metoo in de kunst

Drie jaar na de aanklacht tegen Fabre: ‘Ik ben zeer streng geworden. Onder mijn ogen mag het niet meer gebeuren’

Jan Fabre.Beeld BELGAIMAGE

Dinsdag begint het proces tegen Jan Fabre. De kunstenaar wordt door een aantal ex-leden van zijn dansgezelschap Troubleyn aangeklaagd voor geweld, pesterijen, ongewenst seksueel gedrag en aanranding van de eerbaarheid van een danseres. De zaak schudde de kunstensector grondig op. Maar is er na drie jaar ook iets veranderd in de repetitiezalen en dansstudio’s?

“In en rond de repetitiezaal van Troubleyn is vernedering dagelijkse kost. In het bijzonder vrouwelijke lichamen zijn het mikpunt van pijnlijke en vaak openlijk seksistische kritiek – hoe zij er ook uitzien.” Zo stond het te lezen in de open brief die in september 2018 op cultuursite rekto:verso verscheen, en waarin een twintigtal (ex-)dansers het grensoverschrijdend gedrag van hun regisseur Jan Fabre aanklaagden. De brief legde een bom onder de kunstensector en het theater had zijn eigen #MeToo.

Drie jaar na de publicatie van de brief buigt de Antwerpse correctionele rechtbank zich vanaf dinsdag over de zaak. Volgens Fabre en zijn advocaten mocht het dan om ‘een georchestreerde campagne’ gaan en werd de kunstenaar ‘koud gepakt’, het gerechtelijk onderzoek vond toch meer dan voldoende reden om de zaak voor de rechtbank te brengen. Fabre wordt beschuldigd van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk ten aanzien van twaalf werknemers, maar ook van de aanranding van de eerbaarheid van een persoon.

Over de schuld of onschuld zal het dinsdag nog niet gaan in de Antwerpse rechtbank. Op de inleidende zitting zullen de rechtbank en advocaten het verdere verloop van de procedure vastleggen. Ook Fabre gaf al via zijn advocaten te kennen dat hij niet op de zitting aanwezig zal zijn. Verwacht wordt wel dat de zaak nog dit najaar effectief van start zal gaan, en daar zal Fabre wel aanwezig moeten zijn. Als hij dan schuldig wordt bevonden, riskeert hij een boete en/of celstraf. 

Los van schuld of onschuld joeg de zaak de voorbije jaren een schokgolf door de culturele sector. Tal van initiatieven zagen het daglicht, al blijft de vraag: zijn zulke praktijken drie jaar later ondenkbaar? Is er fundamenteel ook iets veranderd?

“Er wordt alvast heel wat minder schunnige praat verteld”, zegt actrice en comedian Griet Dobbelaere. “Wat vroeger als humor doorging wordt zo niet langer meer gezien – neen, ook niet in de wereld van de comedians. Er is absoluut een aangescherpte gevoeligheid ontstaan rond de manier waarop je met elkaar omgaat.” Dat beaamt ook actrice en auteur Julie Cafmeyer. “Er wordt vooraf gekeken: wat betekent het als ik dit tegen je zeg, wanneer ik dit bij je doe? Dat gesprek vooraf werd vroeger niet gevoerd.” 

Dat gevoelige aftasten beperkt zich overigens niet tot de relatie tussen mensen, ook teksten komen onder de loep te liggen. Zo besloot het jonge collectief Camping Sunset vorig jaar bepaalde teksten uit Tom Lanoyes Ten oorlog radicaal anders in te vullen, omdat ze vrouwonvriendelijk zouden zijn.

Tijdsdruk

Natali Broods, een van de gezichten van de recente campagne van de Genderkamer over grensoverschrijdend gedrag, maakt in haar eigen ervaringen een onderscheid tussen de theater- en de televisiewereld. Broods: “Bij mijn theatergezelschap de KOE heb ik mij altijd al veilig gevoeld. Er is tussen mij en de andere leden geen hiërarchie, en machtsmisbruik heeft altijd daarmee te maken, het gaat niet enkel over het seksuele. In de film- en televisiewereld is er vandaag zeker een groter bewustzijn rond machtsverhoudingen. Je kan vandaag bij de lezing van een script echt wel op tafel slaan en discussiëren over een quote die je niet vindt kunnen. Of vragen stellen over de gage van je mannelijke medespelers. Ik durf stilaan te hopen dat de kloof tussen man en vrouw wat dat betreft iets kleiner wordt. Ik durf er al eens naar te polsen, iets wat ik vroeger niet deed, ook uit angst te moeten vaststellen dat ik misschien minder zou krijgen omdat ik vrouw ben. Maar het grootste probleem in de film- en televisiewereld is de tijdsdruk – zorgzaamheid kost tijd, en in the end moet er ook gewoon doorgedraaid worden.”

Het valt op dat het toegenomen bewustzijn over grensoverschrijdend gedrag niet alleen gaat over het bewaken van de eigen grenzen, maar ook over die van de ander. De solidariteit is groot. (Potentiële) slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag springen voor elkaar in de bres. Zo ontstond in de nasleep van de zaak-Fabre de kunstenaarsbeweging ENGAGEMENT, die (seksueel) machtsmisbruik in de kunstensector aankaart. 

Cafmeyer: “Er is een grote peer support. Vroeger bleven we alleen zitten met onze schaamte, vandaag praten we met elkaar en dat verbindt, dat maakt sterk.” Dobbelaere lanceerde dit voorjaar nog Streep in het zand, een solidariteitsactie om de vrouwen te steunen die naar voren traden in de zaak-De Pauw. Ook in haar eigen werk is ze alert. Dobbelaere: “Door wat ik allemaal heb zien gebeuren ben ik op de vloer zeer streng geworden. Onder mijn ogen mag het niet meer gebeuren.”

Preventie

In de opleidingen vormt zich intussen een nieuwe generatie dramastudenten voor wie #MeToo een vertrouwd denkkader is. Op het Gentse KASK krijgen de dramastudenten bij het begin van het jaar informatie over de stappen die ze kunnen zetten bij eventueel grensoverschrijdend gedrag, zegt mastercoördinator drama Frederik Le Roy. “Sommige collega’s beginnen hun lessen met inclusiestatements, zelf verwijs ik naar de protocollen en de ombudspersonen die er zijn op onze school.” 

Machtsmisbruik voorkom je door transparantie en preventie, zegt Leen Laconte van oKo (Overleg Kunstenorganisaties), want voorkomen is beter dan genezen. Laconte: “Er bestond voor de zaak-Fabre al heel wat om de werknemer te beschermen tegen grensoverschrijdend gedrag. Maar veel van die mechanismen treden pas in werking zodra zich een feit voordoet. Er bleek een grote nood aan bespreekbaarheid nog voor er feiten zijn gepleegd.” Om die reden lanceert oKo volgende week een toolbox voor kunstenorganisaties. Die box moet helpen vooraf de risico’s in kaart brengen, ze bespreekbaar maken en afspraken te maken. 

Die ‘voor de feiten’ brengt natuurlijk ook vragen met zich mee. Volgens sommigen dreigt de nieuwe cultuur van weerbaarheid door te slaan in een cultuur van wantrouwen, waarbij elke stap potentieel verdacht is. Julie Cafmeyer vindt in dat spanningsveld juist een bron van inspiratie – zij heeft van intimiteit in het theater haar topic gemaakt. Cafmeyer: “Ik vraag me af op welke manier erotiek deel kan blijven uitmaken van het theaterbedrijf, zonder dat het bedreigend is. Voor mijzelf ligt het antwoord alvast in een zekere vorm van humor. Ik zie ook de absurde tragiek in van al dat vergeefse verlangen. Ik zou het jammer vinden om alles in strenge en steriele regels te gieten en alles en iedereen te gaan cancellen.”

Mentaliteitswijziging

Het moge duidelijk zijn dat Fabre de kunstensector met zichzelf aan het worstelen heeft gebracht. Het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag staat op de agenda bij dansers en theatermakers, maar ook bij koepelorganisaties en beleidsmakers – getuige de nieuwe criteria rond ‘integriteit’ die het kabinet-Jambon opnam in het nieuwe Kunstendecreet.

Toch vindt choreograaf Jan Martens, die bij het begin van het theaterseizoen in zijn State of the Union nog scherp de bedrijfscultuur bij Troubleyn veroordeelde, dat het te vroeg is om te spreken van een heuse mentaliteitswijziging. Martens: “Er is zeker een toegenomen bewustzijn over de noodzaak van veilig werken. Maar of die nu al is ingedaald tot een structurele verandering in denken? Dat betwijfel ik een beetje. We spreken over iets groots, hé, zo’n mindshift kost tijd.” 

Natali Broods hoopt vooral dat het stof niet te snel gaat liggen. “Er is echt nog wel een weg te gaan. De zaak-Fabre was een pijnlijk startpunt, maar ik heb het gevoel dat we nu wel echt kunnen beginnen.”