Direct naar artikelinhoud
NieuwsBuitenland

25 jaar cel voor held ‘Hotel Rwanda’: ‘Belgische regering moet op tafel slaan’

Een Rwandese agent boeit Rusesabagina in de rechtbank in Kigali.Beeld AFP

Paul Rusesabagina, de held van Hotel Rwanda, is veroordeeld tot 25 jaar cel wegens terrorisme. De familie van de man dringt er bij de Belgische regering op aan om actie te ondernemen. Die zegt alvast openlijk dat hij in Rwanda geen eerlijk proces heeft gekregen. 

Nieuwsmedia van over heel de wereld hebben het proces tegen Rusesabagina gevolgd. Zijn veroordeling tot 25 jaar cel heeft zowat overal de headlines gehaald. De rechtbank in Rwanda acht hem schuldig aan terrorisme, omdat hij steun zou hebben verleend aan een rebellengroep.

Bekend is dat Rusesabagina betrokken was bij de oprichting van MRCD, een coalitie van Rwandese  oppositiepartijen. Die organisatie had ook een gewapende vleugel, FLN. Bij aanslagen waar FLN achter zou zitten, zijn negen doden gevallen. Maar Rusesabagina heeft elke betrokkenheid bij die aanslagen altijd ontkend. Tijdens het proces waren verklaringen over zijn rol daarin ook tegenstrijdig. 

Volgens zijn familie en advocaten is zijn kritiek op president Paul Kagame de echte reden voor zijn veroordeling. “Kagame probeert al twintig jaar om mijn vader het zwijgen op te leggen”, zegt zijn dochter Carine Kanimba. “Dit proces is één groot theater geweest. De voorbije maanden hebben we enkel een schijnproces gezien.”

Tijdens de Rwandese genocide in 1994 was Rusesabagina de manager van het Hôtel des Mille Collines in Kigali. Hij gaf er vluchtelingen onderdak en kon zo meer dan 1.000 mensenlevens redden. Dat verhaal is in 2004 verfilmd in Hotel Rwanda. De film leverde Rusesabagina wereldwijd een grote bekendheid op. Door zijn filmfaam werd hij ook een erg bekende criticus van het Rwandese regime. 

Omdat hij in eigen land gevaar liep, vluchtte hij vlak na de genocide al naar Brussel. Hij verwierf ook de Belgische nationaliteit. Later, toen het regime in Rwanda hem steeds openlijker beschuldigde van steun aan rebellen, verkaste hij samen met zijn vrouw naar de VS. 

Vorig jaar kon het regime hem met een list naar Rwanda terughalen. Op 26 augustus stapte Rusesabagina in Dubai op een vliegtuig waarvan hij dacht dat het hem naar Burundi zou brengen. Rusesabagina was ermee akkoord gegaan om in het land een lezing te gaan geven. Maar 48 uur later landde het vliegtuig in Rwanda en sloegen de autoriteiten hem in de boeien. 

“Er is geen enkel eerlijk proces dat begint met een kidnapping”, zegt Kate Gibson, een Australische advocate die Rusesabagina verdedigt. “Het enige bewijs dat nu tegen hem gebruikt wordt, zijn verklaringen die hij op 31 augustus vorig jaar heeft afgelegd. Die verklaringen heeft hij onder dwang gedaan, vlak nadat hij in Rwanda aankwam, en heeft hij nadien weer ingetrokken.”

De onregelmatigheden in de zaak stopten niet bij de overbrenging, ze begonnen pas. Van februari tot juli van dit jaar stond hij samen met een twintigtal anderen terecht in Kigali. Rusesabagina mocht tijdens het proces zijn internationale advocaten niet spreken. De autoriteiten wezen hem zelf enkele Rwandese advocaten toe. 

In de hoop om zijn cliënt te kunnen spreken, reisde de Belgische advocaat Vincent Lurquin deze zomer naar Rwanda. Maar hij werd zelf opgepakt, ondervraagd en terug op een vliegtuig naar België gezet zonder Rusesabagina te zien. “Dit is dus een puur politiek proces geweest”, zegt Lurquin. “De uitkomst stond op voorhand al vast.” 

Rusesabagina in gevangenschap in Kigali, vorig jaar. Hij werd met een list naar Rwanda gelokt.Beeld AFP

Repatriëring 

International is er ook al een pak verontwaardiging geweest over de manier waarop het proces is gevoerd. Human Rights Watch noemde zijn transfer van Dubai naar Kigali “een gedwongen verdwijning”. Ook het mensenrechtencentrum van de American Bar Association (ABA) kaartte in een rapport alle onregelmatigheden aan. Nog een voorbeeld: de autoriteiten namen verschillende keren documenten bij Rusesabagina in beslag zodat hij zijn verdediging niet kon voorbereiden. 

Zowel het Belgische als het Europese parlement hebben zich ook al uitgesproken. In juni nam het Belgische parlement een resolutie aan waarin het minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) vroeg om bij het Rwandese regime aan te dringen op een repatriëring van Rusesabagina. 

Ook voor de familie is dat een goede oplossing, omdat het Belgische gerecht dan precies zou kunnen onderzoeken wat hem ten laste wordt gelegd. “Het parlement heeft een resolutie gestemd”, zegt zijn dochter. “Nu is het aan de regering om haar verantwoordelijkheid te nemen.” 

In een reactie op het vonnis zegt Wilmès openlijk dat Rusesabagina geen eerlijk proces heeft gekregen. Wilmès zal deze week nog met haar Rwandese evenknie spreken in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in New York. Maar over een repatriëring zegt de minister dus nog niets. 

Parlementslid Els Van Hoof (CD&V), die het initiatief nam voor de resolutie, vindt dat het nu eens tijd wordt voor de regering om echt “op tafel te slaan” en af te stappen van de “softe diplomatie”. Ze noemt daarbij ook de verschillende cyberaanvallen die er zijn geweest. Rwanda zou Pegasus-spyware hebben geïnstalleerd op de smartphone van de dochter van Rusesabagina en kon zo haar vertrouwelijk gesprek met Wilmès afluisteren. 

“Ook mijn gesprek met de dochter is afgeluisterd”, zegt Van Hoof. “Dergelijke intimidaties op Belgisch grondgebied mogen we niet aanvaarden. Gezien het feit dat het hier over een Belgisch staatsburger gaat, moeten we ook over repatriëring durven spreken.”