Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWonen

Vlaanderen start zwarte lijst voor sociale huurders: ‘Er zijn grenzen aan ons sociaal systeem’

Beeld ter illustratie.Beeld Tim Dirven

Wie het als huurder van een sociale woning te bont maakt, zal er in de toekomst geen meer kunnen huren. De Vlaamse regering wil namelijk een zwarte lijst in het leven roepen tegen ‘malafide sociale huurders’. Maar mag een dergelijke zwarte lijst wel worden bijgehouden? Waar moeten de uitgedreven huurders in tussentijd naartoe? En geldt hetzelfde systeem voor de private huurmarkt?

“We willen als overheid het signaal geven dat er grenzen zijn aan ons sociaal systeem”. Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) bindt de strijd aan tegen “malafide sociale huurders”. Wie zoals de beruchte televisiefamilie Flodder voor ernstige overlast bij omwonenden zorgt of zijn gehuurde sociale woning zwaar beschadigt of verwaarloost, dreigt daardoor in de toekomst niet langer bij een sociaal verhuurkantoor of sociale huisvestingsmaatschappij terecht te kunnen. Hardleerse zondaars die uit hun woning worden gezet, zullen vanaf 1 januari 2023 op een zwarte lijst belanden die hen uitsluit voor verhuur. “Als iemand beroep kan doen op een sociale woning, mogen we verwachten dat daar als een goede huisvader mee wordt omgegaan”, kadert  Diependaele. 

Privéverhuurders krijgen - tot hun ongenoegen - geen inzage in de lijst met probleemhuurders, wegens juridische redenen.

Vorig jaar werden in Vlaanderen zo’n 620 van de 170.000 sociale huurders uit hun woning gezet wegens wanbetaling of omdat ze het te bont maakten. “Nu is het nog mogelijk dat zo’n huurders zich de volgende dag opnieuw registreren voor een nieuwe woning. Dit is extreem onrechtvaardig voor de kandidaten die wel als een goede huisvader met de woning omgaan”, aldus de minister. Vooraleer op de zwarte lijst te belanden, moet een huurder wel door de vrederechter tot een uithuiszetting zijn veroordeeld. Daarna begint een schorsingsperiode van drie jaar te lopen, waarin inschrijving op de wachtlijst - het toekomstig centraal inschrijvingsregister - onmogelijk is. 

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele.Beeld BELGA

Maar mag een dergelijke zwarte lijst wel worden bijgehouden? “Zowel de Vlaamse Toezichtscommissie als de Raad van State hebben zich over deze regeling gebogen en ook groen licht gegeven voor wat betreft het privacyvraagstuk”, verzekert Diependaele. “De lijst kan enkel door de verhurende woonmaatschappijen worden geraadpleegd.”

“Voor alle duidelijkheid: wij waren geen vragende partij voor deze zwarte lijst”, zegt Eric Vos, directeur van HUURpunt, de federatie van sociale verhuurkantoren. “Als ‘spoeddienst van de huisvesting’ weten we dat dergelijk wangedrag vaak een momentopname in iemands leven is, en een uithuiszetting veelal voor het shockeffect zorgt waardoor men over zijn situatie gaat nadenken. Een uitsluiting van minimaal drie jaar - door de soms lange wachttijd wordt dat in werkelijkheid vaak een stuk meer - is dan zéér lang.”

Vraag is waar de al kwetsbare uitgedreven huurders op zwarte lijst in tussentijd terecht moeten. “Zij zullen wegens geen andere uitweg uiteindelijk op de private huurmarkt aankloppen”, weet ook Kristophe Thijs van CIB Vlaanderen, de confederatie die onder meer de vastgoedverhuurders vertegenwoordigt. “Geen probleem dat de overheid verhuurders wil beschermen tegen zware verwaarlozing en overlast, maar als ze er een zwarte lijst van problematische huurders op nahoudt, is het niet meer dan logisch dat ook andere actoren zoals private verhuurders en vastgoedprofessionals deze kunnen inzien. Ook wij kunnen deze problematiek missen als kiespijn.” 

Initieel was het volgens Diependaele de bedoeling om een dergelijk systeem ook voor de private huurmarkt op poten te zetten. Die poging strandde echter vanwege tal van praktische en juridische problemen. De minister maakt zich wel sterk dat er geen golf van malafide huurders op de private verhuurmarkt zal afkomen. Volgens hem gaat het om een kleine “hardleerse groep”, van een “handvol huurders”. “Bovendien staat het de verhuurders vrij om voor hun pand steeds de meest geschikt kandidaat-huurder te selecteren.”