Direct naar artikelinhoud
NieuwsDiplomatie

Voor regering en oppositie is de maat vol: geldkraan richting Rwanda moet dicht

Paul Rusesabagina.Beeld AFP

Na de veroordeling van Paul Rusesabagina, bekend van Hotel Rwanda, neemt de druk op de Belgische regering toe om het Rwandese regime tot de orde te roepen. ‘Dit is het signaal om de ontwikkelingssteun aan Rwanda te herbekijken’, zegt onder meer Wouter De Vriendt (Groen).

Het Rwandese regime hekelt “de minachting van België voor het Rwandese rechtssysteem”. Aanleiding zijn de uitspraken van minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) over de veroordeling van Paul Rusesabagina. De activist redde tijdens de genocide in 1994 meer dan duizend levens als hotelmanager van het Mille Collines-hotel, een verhaal dat werd verfilmd in Hotel Rwanda, maar werd maandag veroordeeld tot 25 jaar cel.

Dat de Belgische staatsburger geen eerlijk proces kreeg, is intussen bekend. Hij stapte vorige zomer op een vlucht van Dubai naar Burundi om een lezing te geven, maar landde tot zijn eigen verbazing in Kigali, waar de veiligheidsdiensten van president Paul Kagame hem in de boeien sloegen. Na een verdwijning van enkele dagen, waarin hij volgens zijn familie werd gefolterd, volgde een proces waarbij hij niet zijn eigen advocaten kon kiezen. 

Dat Kagame op Belgische bodem politieke tegenstanders opspoort en intimideert, is evenmin geheim. Zo werd Rusesabagina’s dochter via de spionagesoftware Pegasus afgeluisterd op het moment dat ze een vertrouwelijk gesprek had met Wilmès. 

Opgestoken middelvinger

Voor onze regering is de maat vol. Na maanden van discrete diplomatieke druk zei Wilmès maandag openlijk dat Rusesabagina geen eerlijk proces had gekregen. Normaal zou ze de zaak vandaag bespreken met haar Rwandese ambtgenoot Vincent Biruta, die net als haar in New York is voor een VN-top, maar het Rwandese regime heeft die ontmoeting gisteren geannuleerd.

“De beslissing is een opgestoken middelvinger naar ons land”, zegt Wouter De Vriendt, fractieleider van Groen. Hij vindt dat België nu een duidelijke lijn moet trekken. “Dit is het signaal om de ontwikkelingssteun aan Rwanda te herbekijken. Misschien kunnen we zo de druk op het regime opvoeren, zonder dat dit ten koste moet gaan van de bevolking zelf.”

België en Rwanda hebben een bilateraal programma afgesloten voor ontwikkelingshulp, goed voor 130 miljoen euro. Dit jaar voorziet België een uitgave van meer dan 20 miljoen euro. Een deel daarvan vloeit onvermijdelijk naar de Rwandese administratie. “Waarom zouden we dit apparaat nog ondersteunen?”, vraagt Els Van Hoof (CD&V), voorzitter van de commissie Buitenlandse Betrekkingen, zich af. “Er moeten consequenties volgen.”

Dialoog

Hetzelfde geluid weerklinkt bij Kamerlid Goedele Liekens, buitenlandspecialiste voor Open Vld. “Laten we onze steun aan Rwanda fileren. We moeten daarbij zien dat we de juiste personen treffen, zonder in het vel van de bevolking te snijden.” De partijen pleiten ervoor om ook de diplomatieke druk op te voeren, vooral internationaal. De hoop is dan dat Kigali bereid zou zijn om Rusesabagina aan ons land uit te leveren.

De oproep komt er op het moment dat Wilmès onder vuur ligt voor haar optreden in Rusesabagina’s dossier. “Onze landgenoot werd al meer dan een jaar geleden ontvoerd. Wat heeft ze het voorbije jaar gedaan om hem te helpen?”, stelt Assita Kanko (N-VA), die vindt dat Wilmès “haar conclusies moet trekken”.

Het kabinet-Wilmès laat weten dat het altijd heeft gepleit voor dialoog. Volgens diplomatieke bronnen was er gisteren ook een ontmoeting met de Rwandese ambassadeur op het kabinet, al geeft Wilmès daar geen commentaar op. “Ons land blijft werken aan oplossingen”, klinkt het.