Direct naar artikelinhoud
AnalyseGezondheidszorg

Hoe covid-19 de chronisch zieken trof: 4 statistieken die de impact aantonen

Hoe covid-19 de chronisch zieken trof: 4 statistieken die de impact aantonen
Beeld Getty Images/Maskot

Veel chronisch zieken stelden tijdens de coronacrisis artsenbezoeken en ziekenhuisopnames uit, blijkt uit een analyse door de Onafhankelijke Ziekenfondsen. De cijfers geven een idee van de impact van de pandemie op het doktersvisites, hospitalisaties en medicatiegebruik.

Minder fysieke consultaties

De Onafhankelijke Ziekenfondsen (MLOZ) analyseerden de terugbetalingen voor gezondheidszorg aan hun leden met een chronische aandoening. Het gaat om ongeveer 500.000 mensen, met aandoeningen zoals hoge bloeddruk, hartziekte, depressie, diabetes en chronische longziekten. Tijdens de eerste golf van de pandemie daalde het aantal fysieke consultaties met een huisarts of specialist vergeleken met dezelfde periode in 2019. In maart, april en mei ging het om een daling met respectievelijk 27, 63 en 39 procent. “Zorgwekkend, want dit gaat om een groep kwetsbare mensen die continue opvolging nodig hebben”, zegt Wies Kestens (MLOZ). De terugval was meer uitgesproken bij specialisten dan bij huisartsen. Tijdens de tweede golf, in het laatste trimester van 2020, bleef de daling van het aantal fysieke consultaties beperkt tot 20 procent ten opzichte van 2019.

Ook het aantal fysieke contacten met psychologen en psychiaters liep tijdens de eerste golf aanzienlijk terug, tot zelfs 72 procent in mei. In het laatste trimester van 2020 vonden bijna een kwart minder fysieke consultaties plaats.

Teleconsultaties compenseren deels

Vanaf midden maart 2020 werden consultaties per telefoon of video terugbetaald. Die konden zowel bij artsen als bij psychologen en psychiaters bijna de helft van de weggevallen fysieke contacten met artsen opvangen. Vanaf juni konden teleconsultaties de weggevallen fysieke consultaties vrijwel volledig vervangen.

Meer dan de helft van chronisch zieken (56 procent ) maakte minstens één keer gebruik van een teleconsultatie, tegenover 31 procent van de mensen zonder chronische aandoening.

“We pleiten ervoor om teleconsultaties blijvend te gebruiken om de continuïteit van de zorg te kunnen garanderen, bijvoorbeeld wanneer fysieke consultaties onmogelijk zijn”, zegt Kestens. “Op voorwaarde dat de kwaliteit kan worden gegarandeerd.”

Minder antibiotica, meer griepvaccins

Kijken we naar de medicatie die werd terugbetaald, dan blijkt dat chronische patiënten ondanks de pandemie hun behandeling normaal konden voortzetten. Al had covid wel een duidelijke impact op op de voorgeschreven hoeveelheid antibiotica en bepaalde ontstekingsremmers. Die daalde tijdens de eerste golf met respectievelijk bijna 30 en ruim 15 procent. Een daling die wellicht te wijten is aan de impact van de coronamaatregelen op andere infecties. Al dat handenwassen, afstand houden en thuiswerken gaf ook andere ziektekiemen minder kans. 

In het najaar van 2020 gingen wel een derde meer griepvaccins over de toonbank, vermoedelijk omdat veel mensen zich wilden wapenen tegen een griepepidemie bovenop de coronapandemie.

De cijfers laten geen stijging zien van het aantal voorgeschreven antidepressiva en antipsychotica doorheen het jaar. “In tegenstelling tot de resultaten van bevragingen, wijst dit niet op een toename van geestelijke gezondheidsproblemen”, zegt Kestens. “Al moeten we voorzichtig zijn: slechts een deel van de mensen met psychische problemen zoekt hulp en krijgt medicatie voorgeschreven.”

Minder ziekenhuisopnames, ook voor dringende zorg

De druk op de ziekenhuizen heeft er zoals bekend toe geleid dat andere zorg moest worden uitgesteld. Uit de analyse blijkt dat het aantal klassieke ziekenhuisopnames (met minstens één overnachting) in april 2020 met bijna de helft daalde in vergelijking met het jaar daarvoor. Tijdens de tweede golf in het najaar daalden de opnames opnieuw vanaf oktober, toen maatregelen werden genomen om verzadiging van de ziekenhuizen te voorkomen. De daling was het sterkst op afdelingen zoals pediatrie, neuropsychiatrie en chirurgie.

Ook opnames voor dringende verzorging liepen terug. Voor de behandeling van beroertes, hartritmestoornissen en prostaatkanker gaat het om een daling van ongeveer 50 procent voor de maand april en mei. Tijdens beide golven van de pandemie waren er een kwart minder opnames op de afdeling intensieve zorg.

Uit onderzoek door het kankerregister bleek al dat er tussen 1 maart en 18 september 2020 14 procent minder kankerdiagnoses werden gesteld dan in dezelfde periode in 2019. Dat komt neer op ongeveer 5.000 niet of later gestelde diagnoses. De Stichting Tegen Kanker waarschuwde eerder al voor de gevolgen daarvan. “Kankers wachten niet. Hoe eerder de diagnose en de start van de behandeling, hoe groter de kans op genezing.”

Om te vermijden dat bij een toekomstige pandemie noodzakelijke zorg moet worden uitgesteld, pleiten de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor een pandemieplan. Dat moet helpen duidelijker af te lijnen wat kan worden opgeschort en wat niet. “De opsporingen en opvolging van ziektes zoals kanker en hart- en vaatziekten moet kunnen doorgaan, om gezondheidsproblemen te vermijden die nog erger zijn dan epidemie zelf”, zegt Kestens. “Mensen met chronische aandoeningen zouden ook beter moeten worden voorgelicht over de risico’s van te late behandeling.”