Gevaccineerde zwangere vrouwen geven antilichamen tegen Covid-19 door aan hun ongeboren baby’s

De wetenschappers troffen grote hoeveelheden antilichamen aan in het bloed van alle 36 onderzochte pasgeboren baby’s van wie de moeders het coronavaccin van Pfizer of Moderna hadden gekregen. Mama’s die 13 weken voor hun bevalling waren gevaccineerd, bleken meer antistoffen door te geven dan mama’s die hun prik meer dan 20 weken voor de bevalling kregen toegediend. Maar om een echt verband tussen de timing van de vaccinatie en de hoeveelheid antistoffen bij de pasgeboren baby’s te kunnen vaststellen, zijn er volgens de wetenschappers meer data nodig.

Ook moet nog worden onderzocht in hoeverre de pasgeborenen beschermd zijn tegen een infectie met het coronavirus en hoelang die bescherming dan zou blijven duren. De onderzoekers gaan ervan uit dat de antistoffen minstens tijdens de eerste vier weken na de geboorte bescherming bieden aan de kindjes. “Het zou kunnen dat de antilichamen de baby’s in de eerste maanden van hun leven beschermen, wanneer ze het meest kwetsbaar zijn”, aldus Ashley Roman, een van de auteurs van de studie.

De nieuwe bevindingen “dragen bij aan een groeiende lijst van belangrijke redenen waarom vrouwen moet worden geadviseerd om het coronavaccin tijdens de zwangerschap te krijgen”, schrijven de wetenschappers nog.