Direct naar artikelinhoud
LezersreactiesStudentendopen

‘Een meisje was pispaal en jongens mochten op haar benen plassen’: lezers over studentendopen

‘Een meisje was pispaal en jongens mochten op haar benen plassen’: lezers over studentendopen
Beeld Hollandse Hoogte / Peter Hilz

Studentendopen liggen meer dan ooit onder vuur, zeker sinds Sanda Dia overleed bij zijn doop bij studentenclub Reuzegom. Zo wil de UAntwerpen de zogenoemde ‘schachtenverkopen’ verbieden. Wij vroegen de lezers van De Morgen naar hun mening.

Geen vernederingen

Studentendopen moeten welkomstrituelen zijn die studenten het gevoel geven erbij te gaan horen. Dat daar ludieke elementen toebehoren, is geen bezwaar. Vernederingen zoals de laatste jaren voorkomen, zijn volledig uit den boze.

Mico Schrama (79) uit Antwerpen.

Goede smaak

Ik heb me bewust nooit laten dopen. Van een club die er genoegen in schept om anderen te vernederen, wenste ik geen deel uit te maken.

De wansmaak moet er uit, er bestaan andere manieren van ontgroening, maar daar heb je natuurlijk goede smaak voor nodig.

Chris H. (54) uit Zoutleeuw.

Clubs versus verenigingen

Het debat in de media mist het onderscheid tussen studentenverenigingen en studentenclubs. De verenigingen zijn verbonden aan een faculteit, werken er nauw mee samen en zijn per definitie allemaal onderworpen aan een ondertekend doopcharter (in Leuven ten minste). De politie kan en mag perfect controles doen hierop. Clubs daarentegen zijn vaak feitelijke verenigingen die typisch streekgebonden studenten verbinden met elkaar. De universiteit heeft hier NIETS over te zeggen. Er werd geprobeerd om met goodwill ook hen het doopcharter te laten ondertekenen, maar enkele clubs hebben dit pertinent geweigerd. Een club is de facto niet meer dan een groep vrienden die toevallig naar dezelfde unief gaan.

Dat gezegd zijnde: dopen moet kunnen, maar volgens de regels van de kunst. Het kan het groepsgevoel versterken. Het verbannen gaat mogelijk leiden tot meer uitspattingen. De beste manier om ermee om te gaan, is sensibiliseren en communiceren met de betrokken partijen.

Niels Langenaeken (29) uit Leuven.

Negatieve beeldvorming

Ik ben zelf twee keer gedoopt geweest. Een keer bij een studentenvereniging en een keer bij een studentenclub. Op het moment zelf is dat natuurlijk niet het meest prettige, maar achteraf zijn dat wel leuke herinneringen.

Wat vaak vergeten wordt, is dat het doel van een studentendoop niet het plezier van de leden is of om de schachten te kleineren. Het echte doel is om een jaarband te kweken, vrienden voor het leven, een hechte groep, en dat doen we door hen inderdaad te laten afzien. En doordat het niet makkelijk is om te doorstaan, gaan de schachten er ook meer belang aan hechten dat ze het gehaald hebben. Trots zijn dat je er deel van uitmaakt.

Ik ben nu zelf preses van mijn studentenclub en heb al meerdere evenementen moeten organiseren waarbij mijn vriendin schrik had dat er iets zou gebeuren. En herhaaldelijk vroeg om voorzichtig te zijn. 

Die schrik komt allemaal voort uit dat ene, tragische ongeval, maar is niet nodig. Uit eigen ervaring weet ik dat er voorzorgen voor alles worden genomen. Het is spijtig dat het nu al jaren negatief in de media komt waardoor het moeilijker wordt voor ons om te blijven bestaan.

De media staan ook vol met getuigenissen van mensen die tegen zijn, maar in datzelfde gesprek zeggen ze dan ook dat ze nog nooit zelf hebben meegedaan aan een doop en dus niet weten hoe dit in zijn werk gaat... Dan vind ik het ongepast dat ze daar hun mening over uiten.

Glenn Stocké (25) uit Geel. 

Duidelijk signaal

Ik ben ‘gedoopt’ in meerdere betekenissen van het woord, maar in studieverband in 1971. Voor de huidige jongeren is dit het equivalent van de middeleeuwen.

De algemene, zichtbare verruwing van de maatschappij, en haar normen en waarden zullen ook hun, soms nefaste, invloed hebben op de huidige rituelen. Alleen is verbieden volgens mij geen goed idee. Duidelijke afspraken en responsabilisering dan weer wel.

Ik hoop dat de uitkomst van de Reuzegom-affaire een duidelijk signaal van de maatschappij zal zijn, waar de grens van het toelaatbare zich bevindt en waar de barbarij aanvangt.

Linda Saccaro (68) uit Sint-Truiden.

Kweekvijver voor elitarisme en fascisme

Studentendopen moeten terstond afgeschaft worden. Ik heb mezelf nooit willen verbinden aan een studentenclub. Dat had niet enkel te maken met het doopritueel, maar met de werking van deze clubs in het algemeen. Weinig verheffend is een understatement. Specifiek in Antwerpen werd het landschap gedomineerd door rechtse tot extreemrechtse clubs die de voedingsbodem zijn geweest voor Vlaams Belang en N-VA. Kweekvijver voor Vlaams-nationalisme, elitarisme, racisme en ronduit fascistisch gedachtegoed. 

Luc Kemps (60) uit Mol.

Strengere controle

Studentendopen moeten niet worden afgeschaft maar er moet wel strengere controle zijn op het vermijden van slachtoffers. Er zijn grenzen die niet overschreden kunnen worden door figuren die machtsgeil zijn binnen zulke verenigingen. 

K.N. (27) uit Schoten.

Niet geslaagd

Ik heb mijn einddiploma rechten met onderscheiding behaald. Maar van bij het begin heb ik geweigerd mij te laten vernederen door aan zo’n doop mee te doen. Al waren die indertijd nog heel wat softer dan vandaag. In de loop van mijn vijf studiejaren heb ik wél heel wat eerstejaarsstudenten aan deze dopen weten meedoen. Maar wat mij dan wel telkenmale opviel, was dat de grote meerderheid van deze studenten ook nooit verder raakte dan het eerste jaar. Bij diegenen die niet meededen, was het net andersom. En dat zegt toch genoeg! Ze laten zich dopen om erbij te horen, maar eigenlijk hoor je er pas bij als je in je examens bent geslaagd! Dit is je ware vuurdoop en niet die ersatz!

Patrick Lagrou (72) uit Diksmuide.

Tijd voor transformatie

Het is tijd voor een transformatie richting respect en hartelijke verwelkoming, zodat iedereen erbij kan horen zonder vernederende en mensonterende praktijken te moeten ondergaan. Ik werd gedoopt in Gent in 1998. Een meisje was pispaal en jongens mochten op haar benen plassen. Niemand mocht naar het toilet, zelfs niet als je je maandstonden had. Iedereen moest een pamper aan. We moesten koprollen in een bad met koeieningewanden. Het was een akelig vertoon van macht en seksisme. 

Tijdens de cantussen was het milder maar ook daar was die akelige ondertoon waardoor ik al snel stopte deel te nemen. Ik denk dat het tijd is om het hele concept te herdenken en te transformeren naar een respectvolle, verbindende doopceremonie.

Silvie Van den Branden (41) uit Wilrijk.