Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFilm

Wordt James Bond ooit een klimaatactivist?

Van de ruwe Sean Connery (r.) tot de menselijke Daniel Craig (m.): James Bond heeft een hele evolutie doorgemaakt.Beeld rv

Kijk alle James Bond-films na elkaar, en je ziet de tijden voor je ogen veranderen. 007 werd meer man, en minder macho. Vandaag is hij zelfs kwetsbaar, zoals No Time to Die moet bewijzen. De Bond van de toekomst, zal die gaan strijden voor milieu en diversiteit?

Wat weten we al over No Time to Die, de nieuwe Bond? Dat de release meermaals is uitgesteld door de coronacrisis. Dat onze held weer allerlei idyllische locaties aandoet. Dat M, gespeeld door Ralph Fiennes, de ernst van de situatie schetst: “The world is arming faster than we can respond.” Dat er weer ingewikkelde amoureuze verwikkelingen zijn en er schurken rondlopen met slechts één oog, of een mismaakt gelaat. Dat Bond terugkeert uit brugpensioen en ontdekt dat de codenaam 007 nu toebehoort aan Nomi, een zwarte vrouw gespeeld door Lashana Lynch.

De Bond-franchise overspant ruim zes decennia. Hoezeer het merk nog altijd teert op de fantasie over een glamoureuze, onoverwinnelijke geheim agent, Bond is al lang niet meer de man die hij was in Dr. No uit 1962. Ook de wereld waarin hij zich beweegt, ziet er helemaal anders uit. Van de vrouwen die hem omringen tot de vijanden die hij bestrijdt, James Bond is als een blank canvas waarop zeden en moraal, en de conflicten en controverses du jour zich weerspiegelen. 

Natuurlijk, Bondfilms zijn entertainende actiefilms, maar de aandachtige kijker ziet in Bond ook hoe de tijden veranderen: hoe de Russen niet langer vijand nummer één zijn en cybercriminaliteit een probleem werd, of hoe boertige macho’s uit de mode geraakten. Niet dat de franchise altijd voorop liep, verre van. Veel te lang stonden bondgirls synoniem voor leeghoofdige vrouw met lange benen.

“Bij Bond zijn er bepaalde elementen waarvan we nu zouden zeggen: nee, dat kan niet meer”, vertelde huidig James Bond-acteur Daniel Craig recent aan Radio Times. “We zijn ons heel bewust van wat er gaande is in de wereld, maar we blijven ook verhalenvertellers die het publiek willen entertainen.” Heel concreet werd Craig niet, maar hij zei wel: “In de nieuwe film ben ik vaker naakt dan de vrouwen. Daar heb ik op gelet.”

Zwembroekje

Geheel volgens de tijd zou Craig de laatste jaren zelf de aanzet hebben gegeven voor wat The Guardian ‘woke 007’ noemt. Hij hees Phoebe Waller-Bridge, bekend van Fleabag en Killing Eve, aan boord als coscenariste om de finaal te breken met het ‘sois belle et tais toi’-criterium waaraan de bondgirls jarenlang moesten voldoen. Waller-Bridge is trouwens de eerste vrouw die meewerkt aan een Bond-scenario sinds Johanna Harwood bij From Russia with Love (1963).

Ben Whishaw als Q. De ‘Quartermaster’ van de geheime dienst wordt sinds 'Skyfall' gespeeld door een acteur die een stuk jonger is dan Bond.Beeld rv

The world has moved on, Commander Bond. So stay in your lane, or I will put a bullet in your knee”, zegt Nomi in de trailer van No Time to Die, duidelijk niet van plan om zich opzij te laten schuiven. En Moneypenny (wederom gespeeld door Naomie Harris) is al lang niet meer de nietszeggende secretaresse slash love interest, maar een professionele medewerkster en onafhankelijke vrouw. En door in Casino Royale zélf in zwembroekje de zee uit te stappen, presenteerde Bond zichzelf als het seksobject.

“Bond-films bepalen niet alleen hoe vrouwen moeten zijn, ze schetsen ook een beeld van de zogezegde ‘ultieme man’”, vertelt Anke Brouwers, docent filmgeschiedenis aan Universiteit Antwerpen.  

Craig heeft van Bond weer een zeer fysiek, maar ook getroubleerd en gehavend personage gemaakt, achtervolgd door familiale trauma’s en andere demonen. Net dat vermogen om het personage enigszins te transformeren, leverde Craig de rol op. “Daniel heeft Bond een innerlijk leven gegeven. Zijn Bond mag kwetsbaar zijn”, zei coproducer Barbara Broccoli ooit.” In No Time to Die zou naar verluidt zelfs gehuild worden. Brouwers: “Alle Bonds zijn in meer of mindere mate een karikatuur van ‘de man’. Maar onder Craig is het idee van wat een man kan zijn, toch iets meer verrijkt.” 

Wat een verschil is Craigs Bond met het originele exemplaar, gespeeld door Sean Connery: vlot, maar een ruwe bolster. Intens en sexy, maar op z’n zachtst gezegd niet al te galant voor vrouwen. Deze week nog noemde Cary Fukunaga, regisseur van No Time to Die, Connery’s Bond “eigenlijk een verkrachter”.

GoldenEye, de allereerste met Pierce Brosnan als Bond, deed alvast een schuchtere poging om wat explicieter in eigen boezem te kijken. Judi Dench kreeg een volwaardige rol als M, de baas van Bond, en ze mag hem ook een seksistische, vrouw­onvriendelijke dinosaurus en een relict uit de Koude Oorlog noemen.

Brosnans opvolger Daniel Craig wist met zijn vertolking ook de queer community te verleiden. “Je vindt wel wat homo-erotische knipogen”, zegt Brouwers, zoals een scène met Javier Bardem (die de slechterik Raoul Silva speelt) in Skyfall: Silva heeft Bond vastgebonden op een stoel en streelt zijn borstkas en dijen. “What makes you think this is my first time?”, reageert Bond cool.

Maar in veel films kregen vijanden evengoed wat ‘feminiene’ trekjes mee, zoals die Silva, of Blofeld met zijn kat in You Only Live Twice (1967). Niet alleen werd daarmee de mannelijkheid van onze held onderstreept, het zegt ook iets over het clichébeeld van de man, en wat als fout of afwijkend werd gezien. 

Vinger aan de pols

Inmiddels is iedereen, Craig incluis, het er over eens dat zijn houdbaarheidsdatum nabij is. De man is 53 en heeft inmiddels iets te veel rimpels om geloofwaardig lijf-aan-lijfgevechten te winnen. 

Naomie Harris als Eve Moneypenny in 'Skyfall' (2012): niet meer de onbeduidende secretaresse, maar een professionele medewerkster en onafhankelijke vrouw.Beeld rv

Nog los van het spannende castingsvraagstuk, is elke nieuwe Bond een poging om opnieuw de vinger aan de pols te houden. “De campy, bijna ironische benadering van Roger Moore (1973-1985) moest het personage wegleiden van de Connery’s ongeborstelde en vaak gewelddadige machismo, op een moment dat het feminisme zijn tweede golf beleefde”, vertelt filmdocent Jaap Verheul (Universiteit van Southampton) die vorig jaar The Cultural Life of James Bond uitgaf. Eind jaren 80, in volle aidscrisis, werden de seksuele uitspattingen van Bond (toen gespeeld door Timothy Dalton) dan weer flink teruggeschroefd: onbezorgd in het rond vogelen zat er niet meer in. 

Waar het misging, was bij de laatste van Pierce Brosnan, in 2002. De wereld was nog in shock door de aanslagen van 9/11, kreeg middenin die turbulente periode opeens Die Another Day op haar bord: een kaskraker, dat wel, maar ook een weinig originele actiefilm met kitscherige ijspaleizen, knullige special effects en onnozele gadgets als onzichtbare auto’s. Toondoof, heet dat tegenwoordig. Exit Pierce Brosnan, enter de ernstige, meer volwassen Daniel Craig, die ons door een grimmige en complexe tijd moest loodsen. Ook de beeldstijl werd omgegooid: geïnspireerd door de toen heel succesvolle Bourne-films, werd er gekozen voor desoriënterend camerawerk, korte shots, dicht op de huid van de held. 

De eerste jaren, decennia zelfs, bood de Koude Oorlog een ijzersterk verhaal voor een spionageverhaal. Spectre was dan wel een wat ongedefinieerd misdaad/terreursyndicaat, maar wie dat graag wou, kon er makkelijk een verwijzing naar de KGB, de Russische geheime dienst, in zien. Er werd gehint naar banden tussen Spectre en de Russen en andere schurkenstaten, maar niet altijd even expliciet. Verheul: “Zelfs tijdens de Koude Oorlog werd Bond niet té politiek.” 

Maar toen was de Koude Oorlog min of meer voorbij, en droogde die inspiratiebron wat op. Er werd, met wisselend succes, gezocht naar andere vijanden. “Hollywood heeft wel de neiging om de reële geopolitieke diplomatie te volgen”, weet Brouwers. “De verhaallijnen werden wat meer apolitiek.”

Zo sijpelt de Amerikaase war on drugs door in License to Kill (1989), waarin Bond het opneemt tegen een drugsbaron. In Tomorrow Never Dies (1997) duikt een kwaadaardige mediamagnaat op met plannen voor de derde wereldoorlog. Golden­Eye (1995) gaat over een ontspoorde, voormalige MI6-agent die met een satellietwapen een wereldwijde financiële crash dreigt te veroorzaken. In die film wordt voorzichtig samengewerkt met de Russen, maar, zoals Verheul zegt: “Je voelt het ongemak en de spanning van die tijd: hoe moesten we omgaan met onze oude vijanden, de Russen?” 

Bond en Brexit

Wie nog niet zijn opgedoken als schurk: de Chinezen (afgezien van Dr. No, de allereerste Bondfilm). “Vooralsnog blijft filmstudio Eon daar met haar handen vanaf”, zegt Verheul. Niet alleen is de verhouding tussen de VS en China op dit moment gespannen, ook het raciale element ligt gevoelig, zeker in deze coronatijd, waar Aziatische mensen veel meer met racisme te maken krijgen. Verheul: “Bovendien is de Chinese afzetmarkt heel belangrijk voor de franchise.” 

Skyfall (2012) keerde dan weer opvallend fel terug naar die Britishness van Bond. “Bond gaat terug naar Londen, bezoekt weinig exotische locaties, en veel decors worden overwoekerd door Union Jacks”, vertelt Verheul. Er wordt gesuggereerd dat die Britse verheerlijking vier jaar later mee de uitslag van het brexitreferendum bepaalde. Verheul: “Het is alleszins moeilijk om in die film geen nationalistische sentimenten te bespeuren. Het wijst op een natie die op zoek is naar zichzelf en naar binnen gekeerd is.” 

Grace Jones als de schurk in ' A View to a Kill'.Beeld Alamy Stock Photo

In de laatste releases kiezen de scenarioschrijvers weer vaker voor de gestoorde, megalomane schurk, eerder dan een vijandige staat. Vaak gaat het ook over cyberterreur, wat natuurlijk nogal actueel is. Hoelang die piste interessant blijft, daarover valt te debatteren. Verheul: “Je kunt ook geen zotte hackers blíjven opvoeren.” 

Verheuls favoriete villain in het Craig-tijdperk is trouwens Mads Mikkelsen, die in Casino Royal Le Chiffre speelt, een bankier die terroristen financiert. “Hij is sadistisch, maar je komt nooit te weten wat zijn beweegredenen zijn. Dat maakt hem onberekenbaar, er valt met hem niet te praten.” Of hoe zo’n personage symbool kan staan voor alle ongrijpbare en onvoorspelbare gevaren die ons vandaag bedreigen. 

Al van in de beginjaren kozen de Bond-producers ook voor om de schurken in een bepaalde vorm te gieten: flamboyant, interessant, bijna literair. “Dat was destijds heel nieuw”, weet onderzoeker Lennart Soberon (KASK/VUB), die vijandbeelden in de film bestudeerde. “Elke film wordt ook opgehangen aan de schurk, het symbolische einddoel van het verhaal. Daarvoor worden vaak belangrijke acteurs gecast, die soms meer aandacht krijgen dan Bond zelf.” 

Die schurken voegden altijd een interessante laag toe, maar wekken ook al jaren kritiek op omdat ze racistische en homofobische stereotypen bevestigen: van de onderkoelde, sociopatische Russen (From Russia with Love, Octopussy) over de oriëntaalse Dr. No tot de Caraïbische drugsbaron die in Live and Let Die met voodoo speelt. 

Soberon: “Ik interpreteer de slechteriken niet zozeer als een barometer van de maatschappelijke of politieke veranderingen van die tijd, maar als een reflectie van de gevestigde machtsorde, de status quo. Wij – de witte, mannelijke, beschaafde westerlingen – versus zij, de exotische andere.”

En als in Spectre wordt gekozen voor de surveillencecultuur als thema, dan worden er nooit vragen gesteld bij die cultuur op zich, zegt Soberon. “Het wordt pas een probleem als de technologie in verkeerde handen dreigt te vallen. En wie zijn dat dan, die verkeerde handen? Fundamenteel blijft Bond een verhaal over een westers land dat zich het recht toe-eigent om zich met veel geweld te bemoeien met allerlei andere landen. Geweldig entertainend, maar het blijft een koloniale fantasie over macht, controle en superioriteit.” 

Waar is de fun gebleven?

Wat evengoed gevoelig ligt: vaker wel dan niet zijn Bonds tegenstanders ook fysiek mismaakt. Blofeld duikt meestal op met een litteken, Jaws heeft akelige metalen tanden, Raoul Silva heeft een misvormd gelaat en implantaat dat een gehavend gebit maskeert. “Het zijn mensen die niet alleen morele verontwaardiging, maar ook walging moeten oproepen.” Ook in No Time to Die speelt Rami Malek een wraaklustige terrorist wiens gezicht volledig verbrand lijkt. 

Hoe het na deze release verder moet? Daarover wordt vast in allerlei vergaderzalen in Hollywood het hoofd gebroken. Deze 25ste Bond-film is meteen ook de laatste waarin Daniel Craig meespeelt. Tijd dus om te speculeren over wie in nummer 26 in de huid van de martini nippende geheim agent zal kruipen. Een paar jaar geleden werd er druk gespeculeerd over Idris Elba als mogelijke opvolger, maar diens momentum lijkt voorbij: de Britse acteur is inmiddels al 49, die gaat geen jaren meer mee als actieheld met jonge vrouw aan de arm. 

Wie dan wel? Tom Hardy? Richard Madden? Of dan toch een zwarte Bond, mogelijk gespeeld door Bridgerton-ster Regé-Jean Page? Of, zou het, een vrouwelijke 007?

Nu Daniel Craig ermee ophoudt: wie volgt hem op in de 26ste bondfilm? ‘Bridgerton’-ster Regé-Jean Page misschien?Beeld /

“De nieuwe Bond moet, zoals steeds, een bekende naam zijn, maar geen megaster die het personage overschaduwt of te veel macht heeft op de filmset”, weet Verheul. Craig heeft pas na vijftien zeer succesvolle jaren een vinger in de pap te brokken, en een figuur als Tom Cruise zou nooit in aanmerking komen wegens te dominant, op en naast het witte doek. 

Ook de rest van de franchise zal een update krijgen. Welke Bond krijgen we te zien, in deze snel veranderende wereld vol identitaire hangijzers? Zal hij/zij de strijd aangaan met de klimaatverandering en de Aston Martin omruilen voor een elektrische wagen? Zal de zevende Bond ons redden van fake news of dodelijke pandemieën? En hoe zal de nieuweling zich profileren – lichtvoetiger, geestiger dan zijn voorganger? “Hoezeer Daniel Craig Bond weer relevant heeft gemaakt, hij is wel zwaar op de hand. Je vraagt je stilaan toch af waar de fun van een Bondfilm naartoe is?”, oppert Verheul. 

Het antwoord ligt wellicht bij de superheldenfilms die het de komende jaren goed doen aan de box-office: is het publiek weer toe aan wat luchtigheid, dan is de kans groot dat Bond ook die toer opgaat. “Het is een zoektocht naar de juiste balans tussen continuïteit en vernieuwing”, zegt Verheul.  

Vraag is ook: heeft de coronacrisis het publiek definitief de bioscoop uitgejaagd? En wat betekent dat voor de budgetten? No Time to Die mikte (voor corona) op bijna 1 miljard dollar om break-even te draaien, vandaag een twijfelachtige ambitie.

In ieder geval, dat we binnen een paar jaar naar de vrouwelijke James Bond kunnen gaan kijken, daar lijkt niemand echt van uit te gaan. Craig zelf trouwens ook niet: “Waarom zou een vrouw James Bond moeten spelen als er evengoed sterke vrouwenrollen kunnen bestaan, naast Bond?” Het valt ook te betwijfelen of de producenten zo ver willen gaan. Herinner u het drama toen Craig geen donkerharige maar blonde Bond zou zijn. Ook Soberon verwacht geen grote revolutie: “Stel je voor: een zwarte, vrouwelijke Bond die een ontwikkelingsland binnenvalt en daar een hoop mensen doodt. Is dat dan de grote, progressieve vooruitgang?” 

No Time to Die, vanaf 30/9 in de zalen