Direct naar artikelinhoud
AnalyseWK wielrennen

De tactiek doorgelicht: kopman blijkt geen superdag te hebben, was er geen plan B nodig?

De tactiek doorgelicht: kopman blijkt geen superdag te hebben, was er geen plan B nodig?
Beeld BELGA

Eén kopman en zeven man in dienst op het WK wielrennen: de keuze om alles op Wout van Aert te zetten leek op voorhand logisch, maar bleek uiteindelijk niet de juiste zet. De voorbeeldige Belgen reden zich de ziel uit het lijf voor hun kopman, maar die bleek geen superdag te hebben. Was er geen plan B nodig? En had bondscoach Sven Vanthourenhout de optie Remco Evenepoel niet langer achter de hand moeten houden? Een analyse van de tactiek. 

Het was een heerlijk WK, wat een koers, maar wat een anticlimax ook. Niet eens een medaille, dat deed pijn. “Als Jasper op het podium had gestaan, was dat nog een beetje een troost geweest”, zei bondscoach Sven Vanthourenhout. “Nu is het alleen ontgoocheling die overblijft.”

Toen de bondscoach de keuze maakte om met één grote kopman naar het WK te trekken, stelde niemand daar vragen bij. Het leek de logica zelve. Na een geweldige zomer reed Wout van Aert alweer de pannen van het dak in de Ronde van Groot-Brittannië. Fans, journalisten en analisten gingen aan het likkebaarden: goud lag voor het grijpen in Leuven.

Niet dus. Van Aert bleek geen topdag te hebben. “Had hij die wel gehad en had hij gewonnen, dan hadden we de perfecte race gereden”, zei Vanthourenhout. “Maar toen Alaphilippe ging, moest Wout passen. Als hij de benen had die hij moest hebben, was hij gewoon mee, maar ik kan het hem niet kwalijk nemen als zijn benen niet willen. Wout is geen machine.”

België liet zich collectief verblinden door wat Van Aert de voorbije maanden presteerde, maar als iemand door dat enthousiasme heen had moeten kijken, was het Vanthourenhout. Hij is de laatste die zich mag laten leiden door emotie. Heeft hij ook niet gedaan, zegt hij. “We zijn niet overmoedig geweest. Daar heb ik intern altijd over gewaakt. Ja, we waren ambitieus, en ja, we hadden verwachtingen, en we waren de favoriet, maar ik wist dat je daarom niet zomaar wint. We hebben wel gereden als de favoriet. Dat moest, dit was een WK in eigen land, wij moesten onze verantwoordelijkheid nemen.”

Geen oortjes

Daar heeft Vanthourenhout zeker gelijk: het publiek had het nooit gepikt als de ploeg verstoppertje had gespeeld voor eigen volk. Dylan Teuns gaf aan dat het op het randje was. “We hadden een miniplan voor die vier ronden in Leuven. De bedoeling was om de koers daar hard te maken, maar misschien waren we iets te gretig door het enthousiasme. Ik reed vier ronden met kippenvel rond. Daar hadden we ons misschien iets meer moeten sparen, om in de finale nog iets meer te kunnen doen. Wout gaf op een bepaald moment zelf aan om het iets rustiger te doen.”

Ook Benoot kwam een keer tussenbeide: in de Flandrien-lus maande hij onder meer Campenaerts aan tot kalmte. Niet eens een incident, want op dat moment was er nog geen man overboord. Zelfs niet toen Teuns, Campenaerts, Lampaert en Benoot moesten passen bij de eerste grote aanval van Alaphilippe op de Smeysberg. Met drie Belgen in een kopgroep van 17 was de situatie nog altijd niet slecht. “Maar als ik had kunnen kiezen, dan had ik daar de grote groep laten terugkomen”, zei Vanthourenhout. “Het was een gok geweest, maar ik had het gedaan.”

Vanthourenhout had daar immers al begrepen dat Van Aert het niet zou halen in een gevecht met Alaphilippe. “Ik had genoeg gezien. Ik wist hoe laat het was. Helaas zijn er geen oortjes op een WK en kon ik niet tot bij de renners komen.”

Evenepoel vertelde na de finish dat er in overleg met Van Aert beslist was dat hij vol zou blijven rijden. Vanthourenhout zag het niet graag gebeuren. Hij wilde dat ook Italië en Frankrijk een mannetje bijzetten. “Dan had Remco mogen rijden, maar niet in zijn eentje. Maar opnieuw: we waren al bijna terug in Leuven toen ik met de wagen bij de renners kon komen. En ik weet ook dat Remco dat gedaan heeft met goede bedoelingen. Het probleem lag niet bij de zeven anderen, maar bij het feit dat de kopman moet passen.”

Plan B

De bondscoach moet ook naar zichzelf kijken. Er was geen scenario voor als die ramp zich zou voordoen. Of toch maar een klein beetje: in het geval dat het misging met Van Aert, ging het kopmanschap naar Jasper Stuyven. Maar dat was geen echt plan B, het was meer van hetzelfde. Want ook Stuyven moest de wet van de sterkste ondergaan en buigen voor de oppermachtige Alaphilippe, die het verdiende om wereldkampioen te worden. “Hij was supersterk”, zei de bondscoach. “Een diepe buiging voor Julian.”

Julian Alaphilippe.Beeld Photo News

Achteraf gezien was Evenepoel wellicht de enige geweest die de koers mogelijk nog in een andere richting had kunnen duwen. Als hij later in actie had mogen komen, had de wedstrijd zich misschien ontwikkeld op een manier waarin ook Frankrijk en Alaphilippe in het defensief werden gedrongen. Alleen was die kaart er niet om te spelen: de joker was al opgebruikt. En dat terwijl Van Aert geen troef bleek.

Had Vanthourenhout de optie Evenepoel niet langer achter de hand moeten houden? Had hij geen rekening moeten houden met het zeldzame scenario waarin Van Aert geen superman was? Hoe kijkt hij daarop terug met de kennis die hij nu heeft? “Ik zou achteraf geen andere keuzes gemaakt hebben”, zei hij. “Zeker niet.” Het enige wat hij anders had gewild, was dat “de kopman een paar procentjes beter was geweest”.

Er valt ook iets te zeggen voor de visie van Vanthourenhout. Hij koos voor duidelijkheid, voor heldere afspraken en een heldere tactiek. Maar waar iedereen dacht dat dat een keuze voor zekerheid was, bleek het uiteindelijk een verkeerde gok.