Stijn Saelens werd op 31 januari 2012 doodgeschoten in zijn kasteel in het West-Vlaamse Wingene. Zijn schoonvader André Gyselbrecht wordt door de speurders gezien als de opdrachtgever voor de moord. De dokter uit Ruiselede beweert echter dat hij het slachtoffer alleen maar een lesje wilde leren.

Het lichaam van Saelens werd twee weken na de feiten aangetroffen in Maria-Aalter, vlak bij een chalet van Pierre Serry. Die vriend van Gyselbrecht zou als tussenpersoon opgetreden hebben bij het beramen van de moord.

Eind januari 2013 kon de Eindhovenaar Antonius van Bommel dankzij DNA-onderzoek ontmaskerd worden als schutter. Pas twee jaar later werd een ander dna-spoor gelinkt aan de Tilburger Franciscus Larmit, een neef van de ondertussen overleden huurmoordenaar. Larmit zou zijn oom die bewuste dag naar het kasteel Carpentier vergezeld hebben. Bij het ronselen van de uitvoerders zou de Zeeuw Evert de Clercq een rol als tussenpersoon gespeeld hebben.

De Gentse KI besliste op 20 januari om de zaak naar de correctionele rechtbank te verwijzen, en niet naar het hof van assisen. Peter Gyselbrecht, de schoonbroer van het slachtoffer, werd buiten vervolging gesteld.

Vier beklaagden zullen op donderdag 9 maart een eerste keer voor de Brugse correctionele rechtbank verschijnen. Wellicht zullen er conclusietermijnen bepaald worden en worden de pleidooien uitgesteld naar het najaar.