Nicolas Maeterlinck

Hof van Cassatie, hoogste gerechtshof in ons land, oordeelt: coronamaatregelen waren wél wettig

Volgens het Hof van Cassatie, het hoogste rechtshof van ons land, is er geen wettelijk probleem met het samenscholingsverbod, het verbod op onnodige verplaatsingen en het verbod om onnodig in openbare ruimtes te komen, dat vorig jaar van kracht was. Het is de eerste keer dat Cassatie zich uitspreekt over de wettigheid van sommige coronamaatregelen.

Even enkele maanden terug in de tijd. De rechtbank in Kortrijk maakt dan verschillende coronaboetes ongedaan. Het gaat om boetes die door de politierechtbank zijn uitgesproken, maar waartegen de overtreders in beroep zijn gegaan. De rechters in beroep vinden dat de overtreders gelijk hebben: volgens hen is er geen wettelijke basis voor de coronamaatregelen, en dus kunnen overtredingen van die maatregelen ook niet bestraft worden.

Die wettelijke basis is de "Wet Civiele Veiligheid" uit 2007, een wet die maatregelen mogelijk maakt bij noodsituaties. De regering baseert zich op de mogelijkheden van die wet om coronamaatregelen te nemen. Alleen krijgt ze daar kritiek voor: sommigen vragen zich af of die wet uit 2007 daar wel voor bedoeld is. Daarom moet minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) een nieuwe pandemiewet uitwerken, die een betere basis zou vormen voor langdurige noodsituaties. En er zijn nog meer rechtbanken die overtreders vrijspreken - al zijn er evengoed rechtbanken die geen enkel probleem hebben met de maatregelen. Er is dus juridische onduidelijkheid.

Maar het parket van West-Vlaanderen gaat in beroep bij het Hof van Cassatie. En dat heeft vandaag al een beslissing genomen in één van de zaken uit Kortrijk. In die zaak beslist Cassatie dat de Wet Civiele Veiligheid wél een goede basis is voor het verbod op samenscholingen, voor het verbod op onnodige verplaatsingen en voor het verbod om zich op openbare plaatsen te bevinden.

Wat betekent dat nu concreet? Voor de zaak in Kortrijk die al door Cassatie is behandeld, betekent het dat ze moet worden overgedaan door een andere rechtbank, die van Oost-Vlaanderen. En die zal dus niet meer als argument kunnen gebruiken dat er geen wettelijke basis was voor de maatregelen. Voor andere, soortgelijke zaken, betekent het allicht ook dat rechters dit arrest in hun achterhoofd zullen houden. Het staat hen nog altijd vrij om de coronamaatregelen onwettig te bevinden, maar ze weten dan ook dat Cassatie hun vonnis dan hoogstwaarschijnlijk ongedaan zal maken.

Intussen heeft het parlement overigens een nieuwe pandemiewet goedgekeurd, waarop de regering zich in de toekomst kan baseren voor maatregelen bij een noodsituatie.

Meest gelezen