Direct naar artikelinhoud
DM ZaptFrederik De Backer

‘Loslopend wild’: wanneer elke vondst in elke brainstorm het scherm haalt

Gilda De Bal en Dirk Van Dijck.Beeld © VRT

Frederik De Backer zet de blik op oneindig. Vandaag: Loslopend wild.

Slechts een zeer kleine minderheid onder ons kakt kunst. Da Vinci, Michelangelo wellicht, Wim Delvoye en Andres Serrano al iets letterlijker, GG Allin misschien iets té letterlijk, en dat zal het dan zo’n beetje zijn. Kortom, de meeste genieën zijn dat geen vierentwintig uur per dag.

Sommige mensen – je vindt ze opvallend vaak in de marketingwereld – lijken decennialang af te stevenen op een moeizaam bijeengeharkte grafrede, maar slagen er met hun laatste ademtocht alsnog in iets aan de mensheid bij te dragen. Als wijn die na tachtig jaar achter glas eindelijk een tong vindt. Bocht of niet, je dorst is gelest.

Maar het merendeel van onze soortgenoten probeert. Deze lieden betalen plichtsgetrouw hun belastingen, stoppen voor zebrapaden, zetten iets op de wereld en brengen het manieren bij. Ze wassen af op eetfestijnen van politieke partijen of schrijven columns. Ze doen íéts, vaak naar best vermogen, zonder ooit bevestigd te zien of hun ontwaken vandaag, morgen en elke ochtend tot de laatste enig verschil maakt. In het beste geval is weer wat tijd verdreven.

Als luchtbellen op het water zijn de momenten waarop een mens zichzelf overstijgt. Vraag hem naar zijn grootste triomf en omarm de stilte.

Deze maatschappij is er een van moeten. We moeten alsmaar. Wat we moeten doet er niet toe, als het maar gebeurt. Een maatschappij van meer en nooit genoeg. Waar blijft het? Hier is nog wat plaats. Prop het er maar in, wat het ook is.

Achtentwintig sketches bijvoorbeeld, in één aflevering van Loslopend wild. Een begingeneriek van dertig seconden, een eindgeneriek annex sketch annex blooper reel van nog eens drie minuten en vijftien seconden, dat betekent dat de overige zevenentwintig moppen in nog geen vierentwintig minuten worden afgehaspeld. Elke vondst in elke brainstorm haalt het scherm, net als elke acteur die ooit in Het Witte Paard heeft willen staan. Geen van hen zal Loslopend wild als zijn grootste verwezenlijking zien.

Je kunt van bordkarton geen diepgang verwachten als een personage maar een halve minuut krijgt om tot leven te komen. Opmerkelijke bewoordingen zijn schaars als elke zin zo snel mogelijk naar de pointe moet leiden. Loslopend wild is een programma als een penaltyreeks, zonder dat er een wedstrijd aan vooraf is gegaan. Trappen, raak, trappen, naast, trappen, paal. Nooit wordt een bal met verve in de kruising geschilderd.

Twee keer pompen en klaar is geen seks, hoogstens een reden tot zalf. Het feest wordt herleid tot een tegen elkaar kletsen van geslachtsdelen. En na in vierentwintig minuten zevenentwintig keer te zijn volgepropt zonder er zelfs nog maar een glimlach aan over te houden, was ik de achtentwintigste keer graag op zijn minst eerst gekust.

Loslopend wild, dinsdag om 21.20 uur op Eén.