Direct naar artikelinhoud
Zes vragenKamiel Spoelstra

‘Gebruik meer rood licht’: zo kunnen we de toenemende lichtvervuiling aanpakken

‘Gebruik meer rood licht’: zo kunnen we de toenemende lichtvervuiling aanpakken
Beeld Christophe Ketels / COMPAGNIE GA

Lichtvervuiling nam tussen 1992 en 2017 met bijna 50 procent toe, blijkt uit Brits onderzoek. Dat heeft diverse gevolgen voor de natuur. ‘Lampen doven is het beste, maar rood licht kan de impact verminderen’, zegt bioloog Kamiel Spoelstra van het Nederlands Instituut voor Ecologie.

Hoe groot is het probleem?

“Satellietbeelden laten zien dat het gebied dat ’s nachts door kunstlicht wordt verstoord met zo’n 2 procent per jaar vergroot. De toename is het sterkst in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. In Europa lijkt lichtvervuiling te plafonneren, al is dat moeilijk met zekerheid te zeggen. De steeds meer gebruikte ledlampen geven licht in een ander deel van het lichtspectrum, waardoor metingen op verschillende momenten moeilijk te vergelijken zijn. Mogelijk gaat het daardoor om een onderschatting.”

Welke impact heeft lichtvervuiling op insecten?

“Insecten die worden aangetrokken door licht kunnen sterven door uitputting en komen niet meer aan voortplanten toe. Daarnaast zijn er ook subtielere effecten. Zo weten we dat licht de feromoonhuishouding van nachtvlinders in de war stuurt. Die feromonen hebben ze nodig om een partner te vinden. Welke impact dat heeft op insectenpopulaties is niet duidelijk. Het is wel zo dat insecten er algemeen op achteruitgaan, en dat vliegende nachtactieve soorten tot de zwaarst getroffenen behoren.”

Sommige vleermuizen lijken van verlichting te profiteren.

“Sommige soorten jagen op de aangetrokken insecten. Het zijn vooral snelle en wendbare vleermuizensoorten, die minder te vrezen hebben van roofdieren zoals uilen. Maar tragere en minder wendbare soorten mijden verlichting wél. Het probleem is dat de dieren die licht niet mijden doorgaans tot algemene soorten behoren, zoals de dwergvleermuis, terwijl de meer zeldzame soorten zoals de franjestaart er wel hinder van ondervinden.”

Hebben ook vogels en andere zoogdieren er last van?

“Nachtactieve zoogdieren zoals dassen en marters schuwen licht en zien door lichtvervuiling hun leefgebied verkleinen. Van bosmuizen is aangetoond dat  ze tientallen meters van een verlichtingspaal wegblijven.

“Koolmezen blijken onrustiger te slapen in de buurt van verlichting, wat energie kost. Ander onderzoek toont aan dat de langere kunstmatige daglengte hun biologische klok in de war kan sturen, waardoor ze te vroeg op het jaar gaan broeden en er mogelijk nog niet genoeg voedsel voor hun jongen is.”

Is de overschakeling op ledlampen een goede zaak?

“Ledverlichting heeft als groot voordeel dat ze veel energiezuiniger is. Maar vaak produceren die ledlampen meer wit en blauw licht dan de klassieke straatverlichting, die meer oranje-rood licht geeft. Dat is slechter voor de natuur omdat dieren er veel gevoeliger voor zijn. Dat valt evolutionair te verklaren doordat in de natuur wit en blauw licht ’s nachts domineren.”

Wat kunnen we aan het probleem doen?

“Het beste is natuurlijk om lichten uit te doen waar het kan. Maar hoewel het geld kost om al die lampen te laten branden en te onderhouden, verloopt dat heel moeizaam. Ledlampen kan je in principe licht in om het even welk deel van het spectrum laten produceren. Van rood licht is aangetoond dat het insecten minder aantrekt en vleermuizen minder afschrikt. Door meer rood licht te gebruiken, kan je de impact van lichtvervuiling beperken. Bovendien kan je ledlampen ook makkelijk dimmen.”