Direct naar artikelinhoud
NieuwsMisbruik

Mogelijk Belgen betrokken bij seksueel misbruik door WHO-medewerkers in Congo: ‘Seks was een paspoort naar werk’

De wereldgezondheidsorganisatie kon 83 vermeende daders van seksueel misbruik identificeren. Het gaat om hulpverleners die tussen 2018 en 2020 betrokken waren bij de ebola-operatie in Congo.Beeld REUTERS

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kon een tachtigtal mannen identificeren die tijdens een ebola-operatie in Congo tientallen slachtoffers seksueel uitgebuit hebben. Bij de daders kunnen mogelijk ook Belgen zitten.

“Seks was een paspoort naar werk”, getuigde een van de slachtoffers aan de WHO. Een speciale commissie van de organisatie onderzocht het afgelopen jaar verhalen van seksueel misbruik tijdens de ebola-operatie in Congo, tussen 2018 en 2020. Tijdens de tiende uitbraak van ebola stuurden heel wat humanitaire organisaties medewerkers naar het land. Vorig jaar kwamen voor het eerst getuigenissen naar boven van vrouwen die zeiden dat ze door die hulpverleners misbruikt waren.

Het eindrapport van de commissie is stellig: de hoeveelheid verhalen, de mate van detail die de slachtoffers kunnen geven en vooral de gelijkenissen in die verhalen maken ze niet alleen geloofwaardig, maar bewijzen ook dat het misbruik en de uitbuiting op grote schaal gebeurden. Het ging vooral om vrouwen en enkele mannen die tot seks gedwongen werden in ruil voor een job of voor het behouden van hun job.

Vooral de systematiek waarmee het gebeurde viel op. Een vrouw getuigde dat de praktijk van mannen om seks te eisen zo gewoon was geworden dat het de enige manier was om een baan te vinden binnen de ebola-operatie. “Ik kan niemand bedenken die er heeft gewerkt zonder iets te moeten ‘aanbieden’.” Andere vrouwen getuigden dat ze dronken gevoerd of opgesloten werden door mannen die hen dreigden te ontslaan als ze hen niet gehoorzaamden.

Zowel lokale medewerkers als chauffeurs in dienst van de WHO bevestigden de verhalen van de slachtoffers. De chauffeurs getuigden dat ze geregeld medewerkers maar ook vrouwen van en naar hotels moesten brengen.

De commissie sprak in totaal met 63 getroffen vrouwen en 12 mannen en kon op basis van hun verhalen 83 vermeende daders identificeren. Daarvan werken er 21 zeker samen met de WHO. Vier daarvan waren tot voor kort nog in dienst bij de organisatie. Het misbruik heeft tot minstens 29 zwangerschappen geleid. Vrouwen werden ook gedwongen tot abortus.

Over de identiteit van de mannen laat de WHO voorlopig weinig los. Het gaat volgens het rapport om zowel Congolese onderdanen als buitenlanders. “De meesten waren Congolese personeelsleden die misbruik maakten van hun schijnbaar gezag om seksuele gunsten te verkrijgen.”

Het misbruik kwam in september vorig jaar naar buiten, toen de New Humanitarian en de Thomson Reuters Foundation een dossier hierover publiceerden. Ze hadden gesproken met meer dan vijftig vrouwen, die allemaal zeiden seksueel misbruikt of uitgebuit te zijn door hulpverleners. Volgens hen ging het voornamelijk om medewerkers van de WHO, maar gaven sommige mannen zich ook uit als medewerker van Unicef, Oxfam, World Vision en Médecins Sans Frontières.

Volgens Robert Flummerfelt, de onderzoeksjournalist die de zaak aan het licht bracht, kenden de vrouwen waarmee hij sprak niet alle nationaliteiten van de betrokken mannen. “Maar ze zeiden wel dat sommigen uit België, Burkina Faso, Canada, Ivoorkust, Frankrijk en Guinee kwamen”, zegt de journalist.

In ons land volgt het kabinet van minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) de zaak op de voet. Maar het kabinet heeft voorlopig geen informatie over de nationaliteiten van de door de WHO geïdentificeerde mannen.

Het vorige seksschandaal in de sector van de ontwikkelingshulp waarbij een Belg was betrokken, dateert van 2018. Toen liep Roland Van Hauwermeiren tegen de lamp. Hij had aan het hoofd gestaan van Oxfam tijdens de aardbeving in Haïti in 2010. In de nasleep van dat schandaal kwam er een integriteitscharter voor ngo’s. Dat verplicht alle organisaties een ethische code uit te werken, te investeren in opleidingen en regelmatig controles uit te voeren. Het rapport van de WHO bewijst dat er een nog een lange weg te gaan is.