Direct naar artikelinhoud
InterviewChristiaan Vinkers & Roeland Vis

Hoe zit het nu echt met antidepressiva? Dit boek wil het taboe doorbreken: ‘We mogen best blij zijn dat ze er zijn’

Hoe zit het nu echt met antidepressiva? Dit boek wil het taboe doorbreken: ‘We mogen best blij zijn dat ze er zijn’
Beeld Philip Lindeman

Hoewel meer dan één miljoen Belgen antidepressiva nemen, blijft er een taboe rond hangen. Een nieuw boek probeert tegenwicht te bieden. ‘Antidepressiva zijn best goede geneesmiddelen.’

Voor of tegen. Als het over antidepressiva gaat, lijken er maar twee kampen te bestaan. Je hebt mensen die er rotsvast van overtuigd zijn dat ze levens redden en je hebt mensen die alleen maar risico’s zien. 

Het pas verschenen Hoe zit het nu echt met antidepressiva wil zich ergens tussen pro en anti positioneren. “We brengen een genuanceerd verhaal”, zegt Christiaan Vinkers (41). Vinkers is naast onderzoeker ook psychiater bij het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. Al lang merkt hij hoe alleen nog maar het woord antidepressiva verzet of aarzeling bij patiënten teweegbrengt. Ze betwijfelen of de pillen werken, schamen zich over het gebruik ervan of raken bezorgd over de bijwerkingen. Om zin van onzin te onderscheiden maakte hij in 2017 Even slikken, een boek waaraan ook Roeland Vis (40), die ziekenhuisapotheker is in Nieuwegein en Utrecht, aan meewerkte. Ze komen nu met een herziene en uitgebreide uitgave. Die blijft nodig, menen ze. “Want de discussies over antidepressiva woeden nog steeds en blijven bovengemiddeld negatief.”

Met hun boek willen ze tegenwicht bieden. “Het is geen pleidooi om iedereen aan de prozac of seroxat te krijgen. We willen vooral een reëel beeld geven door feiten op te lijsten. Op die manier kunnen patiënten een geïnformeerde keuze maken”, zegt Vis. Zelf zijn hij en Vinkers overtuigd. “Er zijn mitsen en maren, maar als we onder de streep kijken, dan mogen we best blij zijn dat antidepressiva er zijn. Die boodschap mag ook eens klinken.”

Waarom moet dat negatieve beeld over antidepressiva worden rechtgezet?

Vinkers: “Omdat het zorgt voor terughoudendheid bij patiënten. Als mythes blijven circuleren en vooroordelen niet worden weggenomen, riskeer je dat ze verkeerdelijk denken dat antidepressiva niet werken of dat ze hun gebruik geheimhouden.”

Vis: “Het is zeker niet slecht om kritisch te zijn over geneesmiddelen, maar met selectief kritisch zijn schiet je niets op. Mensen zijn veel strenger voor psychofarmaca dan voor medicatie voor somatische aandoeningen. Hierdoor dreigen ze het kind met het badwater weg te gooien en patiënten tekort te doen. Het is een feit dat antidepressiva best goede geneesmiddelen zijn. De werkzaamheid is erg vergelijkbaar aan die van paracetamol. Veel gebruikte medicatie tegen hart- en vaatziekten, kanker en hoge bloeddruk doen het beduidend slechter. Maar hoe vaak hoor je daarover criticasters? Je moet een en dezelfde maatstaf gebruiken. Als je stelt dat antidepressiva de lat niet halen, dan zou je ook een grote meerderheid aan andere medicijnen links moeten laten liggen.”

Roeland Vis. 'Het is zeker niet slecht om kritisch te zijn over geneesmiddelen, maar met selectief kritisch zijn schiet je niets op. Als je stelt dat antidepressiva de lat niet halen, dan zou je ook een grote meerderheid aan andere medicijnen links moeten laten liggen.'Beeld rv

Hoe zijn antidepressiva in het verdomhoekje geraakt?

Vis: “Er is in het voorbije decennium een vrij pessimistisch narratief ontstaan onder invloed van auteurs als de Amerikaanse journalist Robert Whitaker of de Nederlandse sociologe Trudy Dehue. Ze gaan ervan uit dat onze manier van leven in het Westen niet goed is en dat onze geestelijk gezondheid er steeds meer op achteruitgaat. Ze hebben het over een depressie-epidemie, waarbij steeds meer mensen moeite zouden hebben om kleine tegenslagen te verwerken en makkelijke uitwegen gaan zoeken. Antidepressiva zouden dat allemaal mee aanzwengelen. En daar komen dan nog geluiden bovenop die stellen dat de pillen geluk uit een potje zouden zijn of een soort van lifestyledrug.”

Vinkers: “Er rust ook nog altijd een enorm taboe op psychische aandoeningen. Als iemand aan een depressie lijdt, denken velen nog steeds: ik voel me ook wel eens somber, hoor. Dat mensen pillen nodig hebben om zich beter te voelen, wordt onterecht als een zwakte gezien.”

Ondanks het slechte imago zijn er in België wel meer dan een miljoen mensen die antidepressiva slikken. Is dat niet te veel?

Vis: “In Nederland zitten we ook aan meer dan een miljoen gebruikers, maar dat cijfer is toch wel opgeblazen. Zelfs wie één keer met een voorschrift antidepressiva gaat halen, komt al in de statistieken, ook al stoppen ze na een paar weken.

“Dat een miljoen mensen antidepressiva slikken wil niet zeggen dat een miljoen mensen depressief zijn. Er zijn veel redenen voor artsen om antidepressiva voor te schrijven. We schatten dat in Nederland maar 50 procent van de antidepressivagebruikers effectief aan een depressie lijdt. De anderen zitten met angststoornissen, zenuwpijn, clusterhoofdpijn, bedplassen, enzovoort. Ik denk niet dat die indicaties in België anders zijn.”

Vinkers: “Er zullen wel mensen zijn die te snel antidepressiva krijgen. Maar er is ook een andere kant. Je hebt ook mensen die ze te laat of nooit krijgen. Er zijn in Nederland zo’n 150.000 mensen die langer dan een jaar antidepressiva slikken. Als je dat cijfer plaatst tegenover de 800.000 Nederlanders die jaarlijks aan depressie lijden, dat krijg je toch een ander perspectief. We weten vanuit wetenschappelijke studies dat er ook kans op onderbehandeling is en niet of te laat een depressiebehandeling wordt ingezet.”

Weten we nog steeds niet hoe antidepressiva werken?

Vis: “Dat is zo. En tegelijk stel ik me de vraag: is het erg dat we zoiets niet weten? We weten immers ook niet hoe een depressie precies in het brein ontstaat. Maar het is wel duidelijk dat mensen ernstig lijden hieraan, dat het een potentieel dodelijke aandoening is. Dat moeten we au sérieux nemen.

“Van heel wat andere geneesmiddelen voor somatische klachten weten we trouwens ook niet hoe ze werken. Neem veel gebruikte immunosupressiva: die leggen op een heel lompe manier iemands immuunsysteem plat. Natuurlijk heeft iemand met reuma daar effect van. De kritiek dat antidepressiva enkel symptomen bestrijden en niet de oorzaak aanpakken, is ook weinig zinvol. Lang niet elke andere behandeling doet dat. Neem de miljoenen mensen die plaspillen nemen tegen een verhoogde bloeddruk. Je kan bezwaarlijk stellen dat een tekort aan urine de oorzaak is van hun aandoening.”

De bijwerkingen schrikken velen af. Hoe zit het nu precies met de kans op suïcide of toegenomen agressie?

Vis: “De berichten in de media doen soms anders vermoeden, maar grote zorgen over suïcidaliteit of agressie zijn bij volwassenen niet gerechtvaardigd. Het is niet omdat zulke zaken in de bijsluiter vermeld moeten worden, dat een substantieel deel van de gebruikers ermee te maken krijgt. Integendeel, bij volwassenen zien we dat niet. Bij kinderen en jongeren is dat anders, zij reageren duidelijk anders op antidepressiva en bij hen zijn er wel verhoogde risico’s. Ook op vlak van werkzaamheid is er bij hen een duidelijk verschil. Antidepressiva werken bij jongeren minder goed. Bij deze groep moeten we dus terughoudend zijn met voorschrijven. Wat niet wil zeggen dat geen enkel kind of jongere antidepressiva mag nemen. Een kinder- en jeugdpsychiater moet de gevaren afwegen.”

Christiaan Vinkers. 'Artsen ontmoedigen om antidepressiva voor te schrijven op een moment dat de toegang tot geestelijke gezondheidszorg in het algemeen niet goed is, vind ik zorgelijk.'Beeld RV UMC Utrecht

Bij ons klinkt het vaak dat huisartsen te snel voorschrijven. Jullie vinden van niet. Hoezo?

Vinkers: “Ik spreek niet tegen dat sommigen te snel zouden voorschrijven. Maar ik denk dat dat net zo goed kan gebeuren door psychiaters. Maar daarover hoor je veel minder. De zwartepiet wordt te vaak naar de huisartsen doorgeschoven. Recent onderzoek toont aan dat zoiets onterecht is.

“In Nederland hebben ze het voorschrijfgedrag van huisartsen onder de loep genomen. Daaruit bleek toen dat 95 procent van de voorschriften voor antidepressiva door hen een goede indicatie hebben. Er is niet veel gelijkaardig onderzoek, maar uit de weinige data die er zijn moeten we dus wel besluiten dat artsen niet zomaar iets voorschrijven. Ze hebben ook goede, heldere richtlijnen waarop ze zich kunnen beroepen.

“Waakzaamheid in deze is natuurlijk van belang. Maar artsen ontmoedigen om antidepressiva voor te schrijven op een moment dat de toegang tot geestelijke gezondheidszorg in het algemeen niet goed is, vind ik zorgelijk. Dan kom je van de regen in de drup. ”

In jullie boek wijden jullie een heel hoofdstuk aan stoppen met antidepressiva. Is het middel verslavend?

Vinkers: “Neen. Het zijn geen opiaten, waar je als gebruiker na verloop van tijd steeds meer en vaker van wil nemen. Wel is het zo dat als je langere tijd antidepressiva neemt, je lichaam eraan gaat wennen. Als je wil stoppen, kan je daardoor ontwenningsverschijnselen krijgen en dat kan zeer lastig zijn. Het is van belang om dat goed op te volgen en er zeker weken of maanden over te laten gaan.”

Lang niet iedereen is geholpen met de huidige antidepressiva. Waarom laten nieuwe psychofarmaca zo lang op zich wachten?

Vis: “Wat het lastig maakt, is dat we nog steeds niet volledig begrijpen wat een depressie is en of er verschillende subvormen bestaan. Ook over de huidige antidepressiva weten we niet precies hoe ze werken. Je moet weten dat die medicatie niet eens als antidepressiva ontwikkeld is. De eerste pillen waren eigenlijk middelen om tuberculosepatiënten te behandelen. Het was per toeval dat artsen ontdekten dat ze door die medicatie veel energieker werden. De theorieën over hoe antidepressiva werken, zijn pas daarna bedacht. We weten echter nog steeds niet aan welke wieltjes antidepressiva moeten draaien om goed te werken, met veel mislukkingen op vlak van nieuwe antidepressiva in de laatste decennia tot gevolg. Farmaceuten kiezen soms eieren voor hun geld in zo’n lastige markt. Zeker omdat de huidige medicatie het best goed doet tegen lage kosten, ontbreekt animo om verder onderzoek te starten.”

Mogen we iets verwachten van psychedelica en ketamine als nieuwe antidepressiva?

Vis: “Er wordt al sinds de jaren zestig mee geëxperimenteerd maar de kwaliteit van de onderzoeken is laag. Er is nog veel meer bewijs nodig dat ze een verschil maken. Ik denk persoonlijk dat voor ketamine de casus het sterkst is. Daarvoor is ook al een neusspray geregistreerd, die door patiënten met moeilijk behandelbare of resistente depressies twee keer per week gebruikt kan worden. Dat heeft resultaat, maar het is een zeer kostelijke aangelegenheid, tienduizend euro per jaar per persoon. Er wordt tegenwoordig ook onderzoek gedaan naar ketamine als drankje, maar of daar iets concreets uit komt, is voorlopig onduidelijk. We hopen natuurlijk dat er iets van nieuwigheden komt, want je kan niet anders dan de onderzoekslijnen naar antidepressiva akelig beperkt noemen.”

Hoeveel vertrouwen hebben jullie in de farma-industrie? Jullie beschrijven in jullie boek veel van hun bedenkelijke verkooptechnieken.

Vis: “We zijn inderdaad kritisch voor de farmaceuten. We hebben hun uitwassen beschreven, zoals het onthouden van data of het onterecht stimuleren van psychiaters om antidepressiva voor te schrijven. Maar er is ook een andere kant aan het verhaal, die we niet mogen vergeten: zonder de farma hadden we deze geneesmiddelen niet. Het is ook de manier waarop wij als maatschappij hebben gekozen om geneesmiddelen te ontwikkelen. En veel van hun medicijnen doen het best goed, dat heeft de coronacrisis nog maar eens bewezen, waarbij we als samenleving toch de farma-industrie aankeken om ons van vaccins te voorzien. Als we daar toch problemen mee blijven hebben, moeten er fundamentele veranderingen komen in de manier waarop we met geneesmiddelontwikkeling omgaan en moet de regering grote investeringen gaan doen. Dat lijkt vooralsnog niet te gebeuren.” 

'Hoe zit het nu echt met antidepressiva' is verschenen bij Uitgeverij Prometheus en kost 21,99 euro.Beeld rv