Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenNachtleven

‘Mensen hebben écht weer zin om uit te gaan’: bekende feestbeesten over de terugkeer naar de nacht

Wie is er klaar voor een feestje?Beeld DM

Na anderhalf jaar is het eindelijk zover: clubs en discotheken gooien vanavond de deuren met veel kabaal weer open. Dat het een legendarische terugkeer zal worden, durven we alvast te voorspellen. En wij niet alleen: ook deze vijf nachtraven kunnen niet wachten om terug naar de club te gaan.

Dj Makasi: ‘Soms kan je een publiek uit je hand doen eten’

Dj Makasi. ‘Ik ben een podiumbeest.’Beeld rvChetan Morajkar

Yannick Beloy kwam net terug van een grote tour door Azië toen de pandemie toesloeg. “Eerst lachten we nog een beetje met dat virus en begrepen we de ernst van de situatie niet volledig. Maar toen ik later hoorde dat ook mijn shows in Ibiza waren afgezegd, begreep ik dat het menens was.”

Yannick werkt onder zijn artiestennaam Makasi al zestien jaar voltijds als dj. Hij draait in clubs en op festivals, zo’n beetje over de hele wereld. De gedwongen stilstand van het voorbije anderhalf jaar leidde bij hem tot grote zelfreflectie. “Ik heb in mijn loopbaan als dj al veel hoogtepunten, maar ook wat dieptepunten gekend en besefte dat, als ik van koers wilde veranderen, dit het ideale moment was. Maar uiteindelijk heeft mijn liefde voor draaien en muziek het toch van de twijfel gewonnen: ik ben mijn draaitafel uit de studio gaan halen en heb vanuit mijn slaapkamer live setjes gespeeld. Twee of drie maanden lang zat ik elke dag van zes tot acht uur live plaatjes te spelen voor een online publiek. Dat was eigenlijk verrassend plezant.”

Toch is Yannick ook klaar om het nachtleven weer in zijn volle hevigheid te beleven, en om eindelijk terug een fistpumpende menigte aan te sturen. “Ik ben een podiumbeest, hou ervan om muziek te spelen en om een publiek te entertainen. Of daar nu vijf man staat, of duizenden mensen: ik wil hen elke keer weer állemaal doen glimlachen. Als ik merk dat dat lukt… dat is heerlijk, hé. Soms kan je een publiek echt uit je hand doen eten. Als iedereen de handen in de lucht gooit of springt als je het hen vraagt, geeft dat een kick. Dan kan ik op het einde van de avond weleens denken: I accomplished something.”

Dj Lefto: ‘Als ik zelf uitga, wil ik vooral op een muzikale ontdekkingsreis gaan’

Dj Lefto.Beeld wallis annika

Toen hij zijn laatste show in Venetië speelde, zo’n anderhalf jaar geleden, had hij nog geen flauw idee dat het weer even zou duren voor hij opnieuw voor een wild dansende, bezwete menigte zou mogen optreden. Maar Stéphane Lallemand, beter bekend als dj Lefto, heeft niet stilgezeten. “In het begin was er logischerwijs paniek over de weggevallen shows, maar ik kon de focus snel naar andere dingen verleggen. Tijdens de pandemie heb ik bijvoorbeeld veel muziek gemaakt, maar ik heb ook mijn jonge zoontje zijn eerste stapjes zien zetten.”

De radio die hij elke zondag maakte vanuit het Warandepark in Brussel bood nog enige mogelijkheid om wat beats de wereld in te slingeren. “De energie die ik tijdens de pandemie uit het nachtleven moest missen, kreeg ik dus nog een beetje op zondagen. Maar je kan dat natuurlijk niet vergelijken met een grotere show.”

Dat kleinere feestzalen eindelijk weer open mogen, is terecht reden tot feest, vindt Lefto. “Hoe kleiner de zaal, hoe beter het geluid en hoe familialer de sfeer. Als dj is het heerlijk om in zo’n zaal te spelen. Want je weet dat de honderdvijftig man voor wie je draait allemaal gekomen zijn om zich volledig te laten gaan. Terwijl er op grotere festivals altijd een percentage is dat je met je muziek niet gaat raken.”

Al zal het aan enthousiasme niet ontbreken tegenwoordig. “Op de laatste feestjes waar ik gedraaid heb, was het overduidelijk dat al die ingehouden emotie van het voorbije jaar er dringend uit moest. Je krijgt als dj vandaag enorm veel energie terug van je publiek. Het komt bijna in de buurt van een spirituele ervaring. (lacht) Mensen zijn sinds de pandemie ook veel minder tolerant voor tragere muziektempo’s. Of dat een goede of een slechte zaak is, laat ik in het midden. Maar het is duidelijk: ze willen hárd gaan.”

Sven Ornelis: ‘Mensen hebben écht weer zin om uit te gaan’

Sven OrnelisBeeld rv

Al dertig jaar trekt Sven Ornelis tijdens de weekends met zijn draaitafel van de ene fuif naar het andere trouwfeest. Voor de pandemie speelde hij gemakkelijk honderdvijftig sets per jaar. “Dat is toch wel pittig, omdat ik in de week de ochtendshow op Joe presenteer. Maar ik deed het altijd ontzettend graag, en was ook aan dat ritme gewend geraakt.”

Toen al die sets wegvielen, was dat dus wel even slikken. “Ik heb toch vooral mijn publiek gemist”, zegt Ornelis. “Zien dat je mensen gelukkig maakt, daar is het mij vooral om te doen. Je hebt dj’s die koste wat het kost willen tonen wat ze technisch allemaal in hun mars hebben, maar ik draai echt in functie van mijn publiek. Als ik voor een ouder publiek speel, ga ik niet dezelfde platen bovenhalen die ik op een jongerenfuif zou opleggen.

“Ik moet er ook niet onnozel over doen: ook financieel is het natuurlijk niet alles dat anderhalf jaar aan optredens is weggevallen. Ik ben geen voltijdse dj en kon dus geen beroep doen op steunmaatregelen. Maar te veel wil ik daar niet over klagen, want voor wie volledig als dj moest rondkomen, is het natuurlijk een pak erger geweest.”

Van de rustige weekends tijdens het voorbije coronajaar is ondertussen nauwelijks nog iets te merken, zegt Ornelis. Tot eind volgend jaar staan er al evenementen in de agenda. “Qua boekingen valt het echt niet meer bij te houden. Het is gekte, echt waar. Onder dj’s wordt weleens gezegd: ‘Zo moet het dus geweest zijn in de eerste maanden na de oorlog.’ Mensen hebben duidelijk weer zin om uit te gaan en om te dansen.”

“Als ik er nu op terugkijk, kan ik ook zien dat die pauze me deugd heeft gedaan. Ik heb er eindelijk ruimte door gevonden om nog eens wat nieuwe muziek te ontdekken, en om nieuwe mixen in elkaar te steken. Dat loont: nu het nachtleven heropent, heb ik ook het gevoel er weer volledig klaar voor te zijn.”

Jérôme Depriestre,dragqueen bij het Gentse House of Lux: ‘Ik moet echt op een podium staan met een spot op mij gericht’

Jérôme Depriestre, dragqueen bij het Gentse House of Lux.Beeld rv

Onder zijn alter ego ‘Susan from Grindr’ stond Jérôme Depriestre voor de pandemie geregeld op het podium als dragqueen. Maar ook als hij niet optrad, was hij tijdens de meeste weekends wel in een of andere club of danscafé te vinden. Toen feestjes plots werden afgelast en van optreden ook al geen sprake meer was, was de teleurstelling dan ook groot.

“Ik heb mijn dragoptredens het voorbije jaar en half enorm gemist. Zweten en hijgen op het podium, en voelen dat je door het publiek op handen gedragen wordt, dat is het beste deel van drag, hé. Het is dat intieme van het nachtleven of een club dat drag zo speciaal maakt.”

Het nachtleven en drag zijn voor Jérôme ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Je hebt zogenaamde Instagram-queens die thuis een look uitwerken en die dan op sociale media posten, maar voor mij werkt het zo niet. Ik moet echt op een podium staan met een spot op mij gericht. Daar kick ik nog steeds het meest op.”

Met House of Lux, het dragcollectief waar Jérôme deel van uitmaakt, organiseerde hij voor de pandemie ook regelmatig het feestconcept ‘Fetch’, dat vooral gericht was op een queer publiek. “Toen we de tickets voor de volgende editie van Fetch online zetten, waren die op een uur de deur uit. Het deed deugd om te beseffen dat wij niet de enigen waren die zo naar de terugkeer van het nachtleven verlangden. En het voelt goed om te weten dat we met House of Lux een bijdrage leveren aan het queer nachtleven in Gent.”

Want dat queer nachtleven draait om veel meer dan gewoon uitgaan, zegt Jérôme. “Het biedt een veilige plek waar je kan dansen met mensen zonder je zorgen te hoeven maken over wat je draagt of hoe je eruitziet. Want zelfs als ik niet als dragqueen optreed, heb ik in mijn kleerkast wel een sectie met kledingstukken die ik enkel draag als ik met mijn queer vrienden uitga, en waar ik een deel van mijn persoonlijkheid mee toon die ik in het dagelijkse leven niet zo gemakkelijk laat zien. Ik had die kleren al zo lang niet meer aangeraakt, omdat er gewoon geen gelegenheid voor was. Dat nu opnieuw wél kunnen doen, is geweldig.”

Feestbeest Eva De Roo.Beeld Jokko/Studio Brussel

StuBru-presentatrice Eva De Roo (33), toegewijd feestbeest: ‘Het fysieke van dansen is vergelijkbaar met seks’

Jarenlang was ze, in het muzikale gezelschap van dj Skyves, op podia doorheen het hele land als master of ceremonies te bewonderen. Een job die haar zat als gegoten, gniffelt de StuBru-presentatrice. “Ik stond op dat podium eigenlijk gewoon keihard mee te dansen met de rest van de menigte”, vertelt De Roo. “Hoe meer energie ik kreeg van het publiek, hoe meer ik kon teruggeven. Zo zweepten we elkaar eigenlijk op, en tilden we het feestje samen naar een hoger niveau. En dan nadien bezweet de auto in, met de geur van bier en wat onbestemd mannenzweet dat nog aan je kleeft: heerlijk! Als ik er nu over praat, word ik er zelfs wat melancholisch van.”

Wat is het precies dat die feestjes voor haar zo onontbeerlijk maakt? “Voor mij is het enerzijds dat heel intense sociaal contact tijdens een stevige feestavond. Mensen tegenkomen en daar dan een goed gesprek mee hebben, al duurt het maar vijf minuten. Maar ook het fysieke van dansen vind ik geweldig. Die rush is voor mij vergelijkbaar met seks. Je hoofd gewoon eens kunnen leegmaken en niet denken aan wat er de volgende dag van je verwacht wordt. Tijdens het dansen ben ik helemaal niet bezig met hoe ik eruitzie of hoe ik aan het bewegen ben. Zalig.”

“Op een goed feestje kan je nog een hele week teren. En dat onvoorspelbare van een feestnacht zijn we natuurlijk even kwijt geweest, hé.” Dat het feestgedruis dus stilaan mag terugkeren, lacht De Roo, al zal ze in de toekomst wellicht iets selectiever moeten zijn in de feestjes waar ze ‘ja’ op zegt. “Ik ben tijdens de pandemie voor het eerst mama geworden, en ben ondertussen opnieuw in verwachting. Maar voordien leefde ik aan 200 kilometer per uur – een feestje hier, een opening daar – dus dit nieuwe ritme is misschien wel net een cadeau.

“Pas op: er zal nog gefeest worden, hoor. Dat is net het mooie aan mensen die kinderen hebben: als die mee zijn om te gaan feesten, zijn ze ook echt méé. Dan moet het een goede avond worden.”