Het is een van de lastiger taken van gerechtsdeurwaarders: beslag leggen op de inboedel van wie zijn achterstallige schulden niet betaalde. Zo’n plaatsbezoek loopt al eens uit de hand. Wanneer ze problemen vrezen, vragen gerechtsdeurwaarders normaliter op voorhand aan de politie om hen te vergezellen. Maar de jongste tijd is de politie – onder meer wegens personeelsgebrek – steeds minder geneigd die bijstand te verlenen, waardoor deurwaarders zich in de steek gelaten voelen. De voorbije jaren moesten verschillende deurwaarders klappen incasseren, en in Mechelen werd vorig jaar nog een deurwaarder met een wapen bedreigd. Justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open VLD) zoekt daarom nu samen met hen naar een “aanvaardbare oplossing”.

De minister overweegt de deurwaarders “een beperkte toegang te geven tot de Algemene Nationale Gegevensdatabank”, zeg maar de databank van de Belgische politie. “Zo kunnen ze vooraf beter beoordelen of personen op een bepaald adres een risico vormen”, antwoordde de minister aan Vooruit-Kamerlid Melissa Depraetere.

Klappen vermijden

Volgens Van Quickenborne moet de mogelijkheid dat deurwaarders zelf de “gevaarlijkheid van burgers kunnen beoordelen” ervoor zorgen dat ze voortaan veel selectiever een beroep doen op eventuele politiebijstand. De politie zou zich dan engageren om in de gevallen waar extra begeleiding echt wel is aangewezen, die assistentie ook te leveren.

Yves Eyskens, ondervoorzitter van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (NKGB), beklemtoont dat bij de huidige besprekingen niet alleen de veiligheid van de gerechtsdeurwaarder vooropstaat. “Het gaat ook om de veiligheid van de getuigen die ons vergezellen, van de slotenmaker of van de gerechtsdeskundige die mee is. Die mensen delen soms evenzeer in de klappen. Want vandaag bellen we – soms zonder het te beseffen – aan bij mensen uit het criminele milieu, met alle risico’s van dien.”