In de uitzending werden van Aert de pertinente vragen voorgelegd. Zoals: was hij dit najaar niet te vroeg in vorm? “Er valt iets voor te zeggen”, vond Van Aert. “Maar tegelijk vind ik dat ook een te gemakkelijke conclusie. In Roubaix was mijn gevoel beter dan op het WK. Ik had zeker niet het gevoel dat ik verder in een neerwaartse spiraal zat. We gaan alles goed analyseren, maar het hangt echt wel van meer af dan alleen mijn planning. Die zag er gewoon goed uit.”

Evenepoel

Van Aert blikte ook uitgebreid terug op het WK in Leuven en dan vooral op de tactische keuzes die Remco Evenepoel maakte. “Het was absoluut niet de tactiek van de ploeg of de bondscoach om Remco zo (vroeg) te gebruiken”, aldus Van Aert. “Hij heeft er zelf voor gekozen om zo vroeg in de aanval te gaan, terwijl dat eerder voor Lampaert of Campenaerts was. Omdat Remco vooraan zat, hebben zij nooit hun taak kunnen uitvoeren.”

“Het was ook de bedoeling dat we ons vooraan lieten mee drijven, terwijl hij echt de vlucht gedragen heeft. Hij is daarna nog heel ver gekomen, maar als hij het slimmer had aangepakt, dan was hij nog verder geraakt.”

Na de woordenstrijd van afgelopen week, had Van Aert wel al contact met Evenepoel: “Hij heeft mij gecontacteerd, maar dat was vrij kort. Daarin zijn geen grote stappen gezet om het uit te klaren, maar dat zal wel komen. We hebben een profiel dat het toelaat om perfect samen te koersen, maar dan moeten we dat onderling beter kunnen bespreken. Communicatie is in elke relatie belangrijk en daarin moet Remco nog stappen zetten.”

Rustperiode

Van Aert last nu een rustperiode van de drie weken in waarin hij alleen af en toe wil lopen. Op een datum voor zijn eerste veldrit, liet hij zich niet vastpinnen. De suggestie dat het om de Urban cross in Kortrijk zou gaan (27 november) wees hij van de hand: “Als ik daar ben zal het in mijn jeansbroek zijn.”

Deze week wil Van Aert wel nog vast leggen met de ploeg wanneer hij aan zijn winter begint: “Het zal zeker in december zijn. Om dan via een goeie kerstperiode naar de kampioenschappen toe te werken. Hoeveel crossen ik ga doen? Ik zou nu kunnen zeggen tien, maar het kunnen er misschien wat meer worden. Het is niet dat tien per se goed is en vijftien teveel. Alles hangt af van de periode. We gaan het verder bespreken.”

(jpdv)