Direct naar artikelinhoud
Vier vragenJeroen Baert

Computerwetenschapper Jeroen Baert na de Facebook-panne: ‘Internet is eigenlijk een heel fragiel systeem’

Computerwetenschapper Jeroen Baert na de Facebook-panne: ‘Internet is eigenlijk een heel fragiel systeem’
Beeld REUTERS

Het internet kreeg een hartaanval toen Facebook, Whatsapp en Instagram urenlang offline waren. Voor computerwetenschapper Jeroen Baert is het eens te meer een bewijs dat we te veel macht uitbesteden aan enkele internetgiganten. ‘We vergeten de kosten in te rekenen van wat gebeurt als het fout loopt.’

Wat is er misgelopen bij Facebook?

“Facebook heeft een aanpassing gedaan aan meerdere routers, die met de rest van het internet communiceren via het BGP-protocol. Door een configuratiefout verdwenen de routes naar Facebook, waardoor niemand nog verkeer naar Facebook kon sturen. Ook de werking van andere Facebook-apps, zoals Instagram en Whatsapp, was daardoor verstoord.

“Dat had ook gevolgen voor de interne werking van dat bedrijf. De interne servers steunen namelijk op het feit dat Facebook.com herleid kan worden tot een IP-adres. Het duurde dan ook een hele tijd tot alles hersteld was. Als er een fout sluipt in het systeem dat de verbinding regelt, dan blaas je de verbindingsmogelijkheden zelf op. Dan moet je fysiek naar de routers om die zelf te herstellen, wat niet op een-twee-drie gebeurd is.”

Komt dat vaak voor, een fout bij die protocollen?

“Ja, dat gebeurt geregeld. Internet is eigenlijk een heel fragiel systeem, er is constant wel iets dat verkeerd loopt. Maar meestal blijft dat een lokaal probleem. Met een bedrijf als Facebook is dat natuurlijk anders. Heel wat bedrijven die gebruikmaken van een Facebook-login, vielen gisteren ook stil. Net als bedrijven die van Whatsapp of Facebook gebruikmaken voor interne communicatie, of die naar Facebook of Instagram verwijzen voor contactgegevens of openingsuren.”

Het toont nog maar eens aan hoe afhankelijk we zijn van enkele grote bedrijven. 

“Inderdaad. Het huidige systeem, waarbij we al onze eieren in de mand leggen van enkele grote bedrijven, is erg kwetsbaar. Zo had je vorig jaar een crash bij Cloudfare, het bedrijf dat de vertaling doet voor google.be. Een groot deel van het internet lag daardoor even plat. Dat is het gevaar vandaag. Vroeger had iedere site zijn eigen webserver. Nu centreren we alles bij enkele grote bedrijven. Zolang dat werkt, en dat doet het meestal, dan maakt niemand zich daar druk over. Het is ook kostenefficiënt. Maar we vergeten de kosten in te rekenen van wat er gebeurt als het fout loopt. Als een fout ontstaat bij knooppunten bij Amazon Cloud of Microsoft Azure, waar de helft van het internet beroep op doet, heeft dat enorme gevolgen.” 

Moeten we het internet weer decentraliseren?

“Daar moeten we inderdaad naartoe. Dat was ook het oorspronkelijk idee van internet: een peer-to-peernetwerk. Het internet is gemaakt om gedecentraliseerd te werken, maar in plaats daarvan centraliseren we het steeds verder. We plaatsen al onze foto’s en video’s op Instagram en YouTube, op servers die mijlenver van ons verwijderd zijn. Dan ben je ook verplicht om volgens hun spelregels te spelen.

“Maar langzaam maar zeker komen initiatieven terug om weer onze eigen servers te beheren, zodat we zelf kunnen kiezen welke data we delen. Het is belangrijk dat er software komt die dat voor iedereen betaalbaar en gebruiksvriendelijk maakt. Op termijn moet dat even makkelijk worden als een Facebook-account aanmaken.”