Het Hof van Rameyen is een waterkasteel in Gestel (Berlaar), een van de pareltjes langs de oevers van de Grote Nete. © gemeente Berlaar

Cathy Berx gaat vol voor landschapspark in valleien van Kleine en Grote Nete: “Bewuster omgaan met het Kempense landschap”

Vlaams Minister van Omgeving Zuhal Demir lanceerde op 19 april 2021 een oproep voor ‘kandidaat Landschapsparken en Nationale Parken’. Provinciegouverneur Cathy Berx en gedeputeerde Jan De Haes wisten dat het nu of nooit was: samen dienden ze in naam van het provinciebestuur en 21 Kempense gemeenten een kandidatuur in voor een landschapspark in de valleien van de Kleine en de Grote Nete.

Tien jaar geleden al vroeg de Vlaamse regering gouverneur Cathy Berx om een coördinatieopdracht te aanvaarden om de grote spanningen en conflicten die er in het valleigebied van de Kleine Nete heersten tussen de landbouwers en de natuurbeschermers te ontmijnen.“We zijn toen rond de tafel gaan én blijven zitten”, zegt Berx.

Het duurde een decennium, maar ze slaagde erin om de kanalen tussen de Boerenbond (BB) als Natuurpunt open te houden en zowel natuurbeschermers als boeren op de duur ook het gemeenschappelijk belang van een ‘landschapspark’ in de Netevallei te laten inzien: de BB én Natuurpunt scharen zich achter de aanvraag en zetten zo samen de schouders onder het opmaken van een operationeel plan. BB steunt het initiatief weliswaar alleen ‘op voorwaarde dat er geen bijkomende ruimtelijke claims worden gelegd op landbouwgronden en dat de vergunbaarheid van landbouwactiviteiten niet verandert’.

Kaart die het aangevraagde landschapspark Kleine en Grote Nete afbakent langs beide riviervalleien. ©  rr

“Ze hebben goede inzichten in ieders legitieme belangen”, duidt Cathy Berx. “Dat moet ook, gezien de grote verwevenheid van natuur en landbouw in de beide Netevalleien. Ze hebben echt wel oog voor elkaar.”

De Zegge koesteren

Dat zal nodig zijn, beide valleien zijn immers hotspots inzake biodiversiteit met nog belangrijke relicten van het oeroude, Kempense landschap. Eén van de kroonjuwelen is het oudste natuurreservaat van het land, De Zegge in Geel. Dat staat aan de rand van de teloorgang door uitdroging, mede veroorzaakt door het constant wegpompen van grondwater, nodig om de landbouwers in de langszij gelegen landbouwpolder droge voeten te laten houden.

“De Zegge is even uniek als kwetsbaar en herbergt een diversiteit aan flora en fauna van Europees topniveau”, beseft ook gouverneur Berx. ”Dat gebied moeten we koesteren en beschermen. Of er nu een park komt of niet, we moeten op zoek naar nieuwe evenwichten om De Zegge in stand te houden en te versterken. We kijken daarvoor ook uit naar de eco-hydrologische studie die al even loopt. Het is een moeilijke zoektocht naar dat nieuwe evenwicht, maar we blijven het gesprek in alle openheid en met respect voeren. Het droogleggen van het moerasgebied en de start van de landbouwactiviteiten in de jaren vijftig en zestig pasten destijds in de filosofie ‘nooit meer honger’, van na de oorlog. Nu is de situatie anders: we hebben een overvloed aan voedsel en de klimaatverstoring wordt zeer tastbaar.”

 ©  Jan Van der Perre

Ruimte voor water

“Wat we nu nodig hebben is veel ruimte voor water. Dan kan de bodem water bufferen en bergen bij overvloedige regenval én kunnen we langdurige periodes van droogte overbruggen. Klimaatrobuustheid dus. Zowel de natuur als de landbouw varen daar wel bij. Gesprekken met landbouwers in het Zeggegebied over wie de ambitie heeft om verder te doen, en wie niet, zijn moeilijk, maar noodzakelijk. Een opvolgingscommissie bekijkt dat nu met alle stakeholders, in overleg met de Boerenbond. Het is een participatief proces, met respect voor alle legitieme belangen zonder het finale doel uit het oog te verliezen: het in stand houden en versterken van biodiversiteit en kwetsbare natuur. Daar horen sterke flankerende maatregelen bij wanneer er een impact is voor de landbouw. Als er iets moet wijken voor een hoger belang, dan moet correct gecompenseerd worden. Maar die opdracht vloeit niet voort uit de aanvraag en eventuele erkenning van het Landschapspark. Voor die opdracht staan we sowieso.”

Inspirerend verhaal

Het landschapspark Kleine en Grote Nete zal de geschiedenis van die regio van de Kempen, met daarbij zijn meest iconische landschappen, perfect schetsen. “We moeten dat verhaal delen”, zegt Cathy Berx. ”Het is buitengewoon inspirerend, temeer omdat eruit blijkt dat de bodem zo allesbepalend is voor de geschiedenis van het landschap. Voor de ontwikkeling en het uitzicht ervan, maar ook voor het ontstaan van een kleinstedelijk gebied tussen de riviervalleien en voor zijn bewoners.”

Zal zo‘n landschapspark en de daarbij horende ontwikkeling van het toerisme de natuur niet extra belasten? Berx meent van niet. “Het is een kwestie van omzichtig een evenwicht te zoeken. Onbekend is onbemind. De toeristische ontsluiting van de Kempen zal de bezoekers er ook de waarde van laten inzien en beleven. Bovendien is de invloed van zachte recreatie zoals wandelen en fietsen gematigd. Ook de landbouwers kunnen er wel bij varen. Ook hier is er een link met het landschap: bezoekers kunnen kennismaken met de voedselproductie en de praktijk van de korte keten: kopen of consumeren bij wie het voedsel produceert. En er is het hoevetoerisme.”

Smal, maar bijzonder

Berx vindt niet dat de smalle, hoefijzervormige structuur van het potentiële landschapspark een nadeel is. “Ik vind die haarvatenstructuur van beken die terugvloeien naar de ruggengraat van de rivier prachtig. Je mag ook het erfgoed langs die riviervalleien niet vergeten. Het is boeiend om dat via zachte recreatie allemaal te verbinden. Ik zie die smalle valleistructuur dus als iets bijzonders: rivieren die 23 Kempense gemeenten met elkaar verbinden. Ik ben optimistisch, we beantwoorden aan alle criteria én het gebied is een hotspot inzake biodiversiteit. Het biedt een antwoord op de klimaatverandering met zijn wetlands en veen. Een landschapspark zal zorgen voor een bewuster omgaan met het landschap. We doen dit voor onszelf, we hebben er alle belang bij als mens en als regio. We gaan onze biodiversiteit koesteren, een aantrekkelijke leefomgeving uitbouwen en de landbouw daarin blijven integreren.“

“Met de coronacrisis hebben we het potentieel van dit landschap nog eens leren kennen: natuur dicht bij huis”, zegt Jan De Haes. ©  Joren De Weerdt

Gedeputeerde Jan De Haes lyrisch over vallei van de Grote Nete: “De Loire van de Kempen”

Gedeputeerde Jan De Haes (N-VA) wordt lyrisch als hij over de vallei van de Grote Nete spreekt: “Met al die kastelen noem ik het de Loire van de Kempen.”

Als inwoner van Itegem wordt Jan De Haes nostalgisch bij de beelden uit zijn jeugd. “Ik heb nog een foto van mijn moeder die in 1944 schaatste over de ondergelopen velden langs de Grote Nete. Zelf deed ik dat ook toen ik jong was. Tussen Itegem en Hulshout overstroomde de Nete elke winter. In de toekomst moeten we daar een stuk teruggeven aan de natuur en de rivier de ruimte geven om water te bufferen.”

“Het park van de beide Neten gaat over een groot deel van de Kempen. Voeg daar het erfgoed aan toe, met de historische vestingstadjes Lier en Herentals, de Pallieterverhalen, de buurt van ‘t Schipke in Herenthout, de kastelen rond Gestel, ... en je heb de geschiedenis van een hele regio met de beide rivieren als de rode draad. Met de coronacrisis hebben we het potentieel van dit landschap nog eens leren kennen: natuur dicht bij huis.”

Boerenbond: “Eerst rechtszekerheid”

De Boerenbond steunt een landschapspark, maar zit met veel vragen over rechtszekerheid voor hun sector. “Wij willen garanties op het wegblijven van beperkende maatregelen”, zegt Matti Lammers van BB. “Wij zien een probleem inzake het behoud van landbouwgrond, ook voor traditionele landbouw. We willen dat maximaal vrijwaren. We stellen ons constructief op, maar rechtszekerheid is voor de boer belangrijk. Waar eindigt het anders? Wat De Zegge betreft, willen we het gesprek aangaan, na de publicatie van de hydrologische studie.”

Natuurpunt: “Hoe meer betrokkenheid hoe beter”

Jos Gysels, voorzitter van Natuurpunt Kempen, is blij dat de BB mee getekend heeft. “Dat er ook nog andere partners betrokken zijn, zoals de Kempense Kampeerbedrijven, vind ik prima. Want als het alleen natuur tegen landbouw is, dan is dit een doodgeboren kind. Je moet alle belanghebbenden bij dit project betrekken, dan realiseren die zich dat ze er ook iets moeten doen. Dat besef is de meerwaarde van dit project, en dat geldt net zozeer voor de Kempense gemeenten die allemaal meedoen. De rol van Natuurpunt in dit verhaal is ervoor te zorgen dat de natuur niet nóg meer onder druk komt te staan. Je ziet bijvoorbeeld dat de recreatie op de Kleine Nete het maximum heeft bereikt. Maar er liggen wat betreft recreatie ook kansen in de hermeandering van de Nete en het weer onder water zetten van De Zegge.”

Bas Van Der Veken, coördinator van de vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, legt het uit in de Netevallei. ©  rr

Coördinator Bas Van Der Veken van vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete: “Draagvlak van de natuur altijd als prioriteit nemen”

 

Een landschapspark in de Kempen moet voor de regio van de beide Neten de motor voor duurzame streekontwikkeling zijn. De opvolging van het dossier is gefundenes fressen voor de vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete.

 
Voor Bas Van der Veken, de coördinator van de vzw, betekent de strijd om de titel van landschapspark dé kans om de Antwerpse Kempen definitief mee op de (internationale) kaart te zetten als waardevol natuur- en cultuurlandschap. “De erkenning van een gebied als landschapspark leidt tot de versterking van de landschappelijke identiteit en kwaliteit van het landschap, zelfs met internationale uitstraling.”

 
De koers is nog niet gelopen. De aanvraag moet het opnemen tegen andere kandidaten zoals de Vlaamse Ardennen en de streek van het Zwin. Na een selectieprocedure zullen er van de dertien huidige kandidaten  nog maar drie over blijven.

 
Leg eerst eens uit wat er met een ‘landschapspark’ eigenlijk wordt bedoeld.

 
Een ‘landschapspark’ is een geografisch afgebakend gebied van voldoende grote omvang, waar de langdurige wisselwerking tussen mens en natuur heeft geleid tot een specifiek landschap met een onderscheidende kwaliteit en belangrijke ecologische, biologische, landschappelijke en culturele waarden.
 

Wij, als vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete, zien het van onze stichting in 2009 als onze kerntaak om die landschapskwaliteit te verzekeren, met inbreng van alle partijen die het landschap bouwen. Onze bestaansreden is projecten voor te stellen waar de Kempen beter van worden. We zoeken die op het snijvlak tussen natuur, landbouw, toerisme en erfgoed. Dat geldt ook voor een landschapspark, dat je moet zien als een gebied met een hoge wisselwerking tussen mens en natuur.

 
21 Kempense gemeenten onderschreven de aanvraag. Alleen Westerlo en Laakdal doen niet mee. Waarom niet?

 
Westerlo en Laakdal hebben hun aanvraag onder het label ‘Merodegebied’ gedaan. Die term is al bekend, de branding is al gebeurd. De afstemming van beide waardevolle initiatieven wordt een uitdaging tijdens het vervolg van de procedure.
 

Hoe zien jullie de verdere toeristische ontwikkeling van beide riviervalleien? Vormt dat geen bedreiging voor de natuurwaarden die jullie promoten?

 
We werken via het Sandford-principe. Dat is het principe dat de Britse National Park Authorities aanhouden en waarbij bescherming van de natuur en publieke toegang dankzij goed management kunnen verzoend worden. Met dien verstande dat het behoud van de natuur altijd voorrang krijgt als die twee onverenigbaar dreigen te zijn. Het draagvlak van de natuur nemen we dus altijd als prioriteit. Dat doen ze heel goed in Limburg. Maar tegelijk vermarkten de Limburgers die mooie gebieden goed. In het Nationaal Park Hoge Kempen (het enige nationale park in Vlaanderen, red.) zorgt dat ervoor dat er daar jaarlijks een miljoen bezoekers komen. De Hoge Kempen zorgen voor vijfduizend banen en een economische omzet van 191 miljoen euro per jaar. Dat zegt veel over het potentieel van zo’n label als motor voor een hele streek.

 
In Limburg hebben ze ook een Kempen. Concurrentie?
 

Wij moeten de Kempen claimen. De Limburgers zetten volop in op het Limburg-gevoel en ze doen dat goed. Het omvat ook hun hele provincie. Maar de naam Kempen moet ons handelsmerk worden.

Hoe verloopt de verdere procedure? En wat brengt het op als het lukt?

Er is een jury samengesteld die de aanvragen bekijkt.  In januari 2022 worden de dertien kandidaten teruggebracht tot zeven. Vanaf dan hebben een jaar de tijd om een nota te maken, gebaseerd op een landschapsbiografie, maar wij hebben die al gedeeltelijk met het project van de Kempense Heuvelrug. We moeten dan een masterplan maken voor twintig jaar en een actieplan voor vijf jaar. De Vlaamse overheid heeft daar 100.000 euro voor veil. Na een jaar worden de zeven kandidaten dan herleid tot de finale drie. Zij krijgen een jaarlijks budget van meer dan 400.000 euro.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Blikvangers Kempen