Afghaanse gezondheidszorg op instorten: "Medische voorraden geraken op, personeel al lang niet meer betaald"

Maarten Bullens werkt voor Artsen Zonder Grenzen op de materniteit van het ziekenhuis in Khost in het oosten van Afghanistan, vlak bij de grens met Pakistan. Hij is samen met zijn collega’s bewust in het land gebleven. Het gewone leven is er intussen grotendeels hernomen na de machtsovername door de taliban, vertelt hij.

"De angst die erg aanwezig was in het begin is al wat geminderd", legt hij uit "De mensen gaan weer werken, de markten zijn opnieuw open. Al blijven er wel heel veel vragen en onzekerheid: zullen mensen blijven toegang hebben tot hun geld en bankrekeningen bijvoorbeeld. De prijzen van het voedsel zijn ook fors gestegen."

In het ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen werken zo’n 450 mensen. Vooral vrouwen. "De meesten zijn blijven werken", zegt Bullens. "Ook na de machtsovername. We zien daar weinig verandering in." Tegelijk is het werk in het ziekenhuis wel toegenomen. "We hebben onze eetzaal omgebouwd om meer patiënten te kunnen opvangen."

Dat heeft grotendeels te maken met de toestand in andere ziekenhuizen. "De levensreddende geneesmiddelen en de andere medische voorraden geraken er stilaan op", legt hij uit. "Het personeel is al lang niet meer betaald. Ze beginnen er af te haken, omdat ze ook elders geld moeten verdienen."

In een persbericht laat Artsen Zonder Grenzen weten dat de situatie in het land uiterst kritiek blijft en dat het Afghaanse gezondheidssysteem zware klappen heeft gekregen. "Weinig ziekenhuizen zijn nog functioneel en de medische voorraden zijn fors geslonken", klinkt het.