Febeliec-topman Peter Claes over de exploderende energieprijzen: ‘Als de eerste dominosteentjes vallen, kan het verschrikkelijk snel gaan’

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

De alarmerende stijging van de energieprijzen bedreigt de industriële grootverbruikers van energie in ons land. Peter Claes, de directeur van de federatie Febeliec, houdt zijn hart vast.

Van het kruim van de chemiesector over de staalproducent ArcelorMittal tot de zinkverwerker Nyrstar: allemaal gebruiken ze gulzig gas en elektriciteit voor hun productie. Nu de energieprijzen door het dak gaan, groeit de bezorgdheid snel. Chemiebedrijven als BASF en Yara schroefden hun productie van ammoniak in Europa al fors terug, en Nyrstar legde een fabriek in Nederland deels stil. Andere spelers zullen ongetwijfeld gelijkaardige ingrepen doen. Peter Claes, de topman van Febeliec, de federatie van industriële grootverbruikers van energie, schetst de gevaren voor onze industriële kleppers.

Wat zijn de gevolgen van de prijsexplosie?

PETER CLAES. “De vraag is uiteraard in welke mate de bedrijven die kostenstijging kunnen doorrekenen aan hun klanten. Dat hangt af van de markten waarin ze actief zijn. Is het product een wereldmarkt, zoals meststoffen, staal, koper of zink? Dan liggen de prijzen wereldwijd vast. Als een ongelukkige producent hier wordt geconfronteerd met een hogere kostenstructuur als gevolg van de torenhoge energiefactuur, heeft hij pech. Het is dan zeer onwaarschijnlijk dat hij de kosten aan zijn klanten kan aanrekenen. Die klant zou dan ergens anders inkopen.

“Gelukkig is de vraag nog vrij groot, wat kan betekenen dat prijsstijgingen nog kunnen worden doorgerekend. Maar op een zeker moment houdt dat op, en zegt de klant dat hij niet meer koopt, of buiten Europa. Ik weet niet hoe snel zoiets kan gaan, maar ik vrees sneller dan we willen. We dachten even dat dit wel snel zou overwaaien, maar het dreigt nog een aantal maanden te duren.”

Is vooral Europa de pineut?

CLAES. “De prijs van gas is sterk gestegen in Europa en in Azië, maar niet of veel minder in de Verenigde Staten, Noord-Afrika en Rusland. Daarin verliezen we aan competitiviteit. Dat is erg voor gasintensieve activiteiten. Nog erger is het voor grote verbruikers van elektriciteit, waarvan de prijs door de hoge gasprijzen natuurlijk ook zeer sterk is gestegen, omdat daarbovenop nog een sterke stijging is gekomen van de prijs voor CO2-uitstootrechten.

“Als de olieprijs stijgt, stijgt hij over heel de wereld. Dan heb je niet die lokale impact, want iedereen wordt geconfronteerd met hetzelfde probleem. Voor gas, en zeker voor elektriciteit, is dat een supply shock die vooral typisch is voor Europa en voor Aziatische landen als Japan en Korea, die heel veel gasgestookte centrales hebben. China heeft veel meer steenkoolcentrales. De prijs van kolen is ook gestegen, maar relatief minder. Dus krijg je een extra competitief nadeel, dat zich dreigt te vertalen in problemen in bepaalde logistieke ketens van basisgrondstoffen. Die zijn niet meer te krijgen of worden te duur, en brengen zo de productie verderop in de keten in de problemen. Denk maar aan wat is gebeurd met de computerchips, waarvan de productie door de pandemie in de war is geraakt. We voelen daar nog altijd de gevolgen van, zoals vertragingen in de levering van auto’s.”

Alles is met elkaar verbonden.

CLAES. “De clustering van veel van onze bedrijven en de producten die ze maken, is bijzonder intens. Zeker in die basischemie dienen producten en bijproducten van de ene voor producten bij een ander in die cluster of erbuiten. Neem bijvoorbeeld de productie van medicijnen: voor 40 procent daarvan is chloor nodig. Met andere woorden: zonder chloorproductie kun je bepaalde medicijnen niet meer maken. Als chloor te duur wordt, zullen die medicijnen hier niet langer gemaakt worden.

“Een ander voorbeeld: een autoproducent heeft honderden producten nodig die min of meer geraakt worden door die prijsstijgingen: staal, kunststoffen, rubber voor de banden, olie enzovoort. Zodra een van die leveranciers in Europa zegt dat het te duur wordt om hier te produceren, zul je stilaan daarachter ook problemen krijgen. Die indirecte effecten zijn nu heel moeilijk in te schatten, maar als die energieprijsstijging lang aanhoudt, zal de machine stokken, omdat bepaalde producten niet meer beschikbaar zijn in Europa, omdat men ze niet meer rendabel kan maken of omdat ze te duur worden. Als dan in de rest van de wereld de prijzen niet zoveel gestegen zijn, krijg je een verschrikkelijk competitief nadeel. Waar dat begint en waar het eindigt, is moeilijk te zeggen.

“Ik wil zeker geen pessimistische boodschap geven, maar als dit lang aanhoudt met deze amplitude van kostenstijgingen, zul je de eerste dominosteentjes zien vallen. Het je al eens dominosteentjes zien vallen? Dat gaat verschrikkelijk snel. Als hier dus de eerste steentjes vallen, kan het ook verschrikkelijk snel gaan. Onze economie heeft wel wat buffers en temperende effecten, maar het zou sneller kunnen gaan dan we nu denken.”

Dreigt dan een drama voor onze industriële bedrijven?

CLAES. “Wel als we structureel gasprijzen krijgen die vijf keer hoger liggen dan in de VS en tien keer hoger dan in Rusland, en elektriciteitsprijzen die drie à vier keer hoger zijn dan bij onze concurrenten. Tot nu toe werd gezegd dat we door de zure appel moeten bijten, en dat het over een paar maanden opgelost zal zijn. Maar als dit iets structureels wordt, zal in een aantal hoofdzetels snel berekend worden hoe het bedrijf zich op wereldniveau zal organiseren om rendabel te blijven. Dan zal zo’n bedrijf met sites over heel de wereld zonder twijfel gaan voor de plek waar het het goedkoopst kan produceren.

“Laten we dus vooral hopen dat de bedrijven niet worden verplicht te stoppen met produceren in Europa, omdat het te duur is geworden om hun product te maken, of omdat ze het niet meer kunnen slijten op deze markt. Trouwens, als in Europa minder wordt geproduceerd, dreigen er ook op wereldniveau tekorten te ontstaan. Zo snel heb je die investeringen in nieuwe productiecapaciteit ergens anders ook weer niet gedaan.”

Welke gevaren ziet u nog?

CLAES. “Een ander effect is dan de gevreesde loon-prijsspiraal, doordat al die prijsstijgingen zich geleidelijk vertalen in een stijging van de prijsindex. De automatische loonindexering zal dan weer andere kostenstijgingen en hogere prijzen veroorzaken. We hebben dat gezien in de jaren zeventig, met de olieschok en inflatiecijfers van 10 procent of meer. Uiteraard is dat zeer nefast voor onze economie.”

Ontstaat nog geen paniek bij uw leden-bedrijven?

CLAES. “Wij panikeren niet snel. We proberen altijd rationele beslissingen te nemen. Eerst was het van: “Oei, wat gebeurt hier?” Stilaan gaat dat over in: “Oké, hoe kunnen we ons organiseren om de gevolgen zo klein mogelijk te houden?” De bedrijven beginnen te kijken naar scenario’s waarin de hoge prijzen niet zo snel meer zullen dalen.”

Partner Content