China krijgt de ene tegenslag na de andere te verwerken. Is dit de essentiële fout in het plan van Xi Jinping?

Bijna twee jaar na de ontketening van Covid-19 moet China het hoofd bieden aan een reeks nieuwe uitdagingen. Een energiecrisis verspreidt zich als een lopend vuurtje doorheen de verschillende provinciën en lokt kritiek uit op het koolstofneutrale plan van de Communistische Partij. Ondertussen staat China’s vastgoedzeepbel op barsten en hoewel Evergrande de Chinese bouwhonger wellicht niet de genadeslag zal toedienen, moeten er toch stilaan vragen gesteld worden in Peking. Zet Xi Jingping China wel echt op het juiste spoor? Of halen de opstapelende problemen van de Communistische Partij zijn ambities in?

Twee schokgolven gaan momenteel door het Chinese economische landschap en schrikken ook globale beleggers op. De eerste is uiteraard het veel besproken schuldenfiasco van de vastgoedkolos Evergrande. Het megabedrijf slaagde erin om een schuldenberg van 305 miljard dollar op te bouwen en rekent nu op financiële injecties en massale noodverkopen van activa om het hoofd boven water te kunnen houden. Of de teloorgang van Evergrande zal uitdraaien op China’s eigen Lehman Brothers-scenario of niet, valt nog te bezien.

Evergrande is overigens geen kernprobleem, maar een symptoom van een onstilbare Chinese bouwhonger. De welvaartsmotor van China rekende decennialang op die bouwkoorts, die op zijn beurt de drijfveer was voor een supersonische verstedelijking van de Chinese maatschappij. Dat “Chinese wonder” is inmiddels uitgewerkt. De bevolking van China zal weldra niet meer aangroeien en een vergrijzing is intussen ook al ingezet, alsook tekenen van een terugkeer naar het platteland.

Een crisis die nog existentiëler is

Een tweede crisis dreigt nog existentiëler te zijn voor de Aziatische supermacht dan het bekende drama rond Evergrande. Elke Chinees weet namelijk al lang hoe de vork in de steel zit binnen de Chinese vastgoedmarkt. Maar waar vele Chinezen echt van wakker liggen, is het enorme steenkoolgebruik dat nodig is om de economie van het middenrijk te laten draaien.

Hoewel Xi Jinping het land als doel oplegde om tegen 2050 koolstofneutraal te worden, trekken de meeste provincies doodleuk steeds meer nieuwe steenkoolcentrales op. Het is een snelle oplossing om de bbp-doeleinden van de centrale overheid te kunnen bereiken. China haalt vandaag meer dan 50 procent van al zijn energie uit het zwarte gesteente. Voor het klimaat betekent dit een ramp.

De Chinese kolenproductie kon de explosieve vraagstijging niet meer bijbenen, en dat heeft gevolgen. Toen de prijs van steenkool in september vervolgens verdriedubbelde, sloegen de stoppen door. Verschillende fabrieken moesten hun productie stilleggen om energie vrij te maken voor de steden. Het plotse energietekort vermorzelde zelfs tijdelijk de toeleveringsketens van Apple en Tesla.

Op hernieuwbare energie, dat 30 procent van de energiemix in het land uitmaakt, konden de Chinezen dankzij slecht weer geen beroep doen die maand. Het kortzichtige energieplan van de Communistische Partij komt zich dus stilaan wreken.

Is China te groot voor de Communistische Partij om efficiënt te besturen?

Hoe komt het dat de Chinese overheid er niet in slaagt deze problemen te beteugelen? Peking stelde zich na de initiële catastrofe van Covid-19 nochtans bijzonder pragmatisch (en zelfs draconisch) op om de verspreiding van het virus in te dijken. We herinneren ons allemaal nog levendig de bliksemsnelle aanbouw van een nieuw ziekenhuis in Wuhan en de voordeuren van Chinese gezinnen die werden dichtgelast, terwijl wij in Europa nog niet eens mondmaskers voorradig hadden.

Toch is het net de pandemie die ons een mogelijk antwoord op deze vraag biedt. Covid-19 kon in Wuhan uit de hand lopen omdat er een dissonantie heerste tussen het lokale bestuursniveau van de provincies en het centrale bestuur in Peking. China zou wel eens te groot kunnen zijn voor de Partij om efficiënt te besturen.

Neem bijvoorbeeld de Evergrande-crisis. In 2012 waarschuwde Andrew Left, een Amerikaanse belegger, in een financieel rapport al dat Evergrande problemen heeft met wanbetalingen. Left werd vervolgens verbannen door de financiële toezichthouder van Hongkong omdat hij “misleidende informatie” zou verspreid hebben over de vastgoedreus.

Het zou zeker tot 2016 duren tot de Chinese financiële toezichthouders de leenmogelijkheden van de vastgoedsector zouden beperken. Vanaf dat moment zou Evergrande overschakelen op leensystemen die op lokaal niveau de centrale regels konden omzeilen. Zo leende de vastgoedontwikkelaar jarenlang van verschillende leveranciers en vroeg het constant om uitstelling van betalingen. Deze kortetermijnleningen worden door de centrale overheid niet gezien als schulden. Zo kon het bedrijf uit de schijnwerpers blijven.

Voor Evergrande is het inmiddels al te laat. Het bedrijf wankelt al zeker sinds 2019 aan de rand van de afgrond, waardoor duizenden banen in het land in gevaar komen en nog eens duizenden klanten met lege handen zullen achterblijven.

Knoeien met de steenkoolproductie van het land

Hetzelfde liedje geldt voor de ontluikende energiecrisis. In 2020 voerde de Communistische Partij een anti-corruptiecampagne uit in de provincie Binnen-Mongolië, om vuile zaakjes binnen de mijnsector aan te pakken. Binnen-Mongolië is de tweede grootste steenkoolleverancier van het land, met de provincie Shanxi op kop. Er wordt maar liefst 25 procent van China’s steenkool opgraven. In maart van dit jaar werd er ook een wet aangenomen die individuen in de mijnbouw zou bestraffen voor fatale ongelukken. Op de 100e verjaardag van de Communistische Partij werden er vervolgens een aantal steenkoolmijnen gesloten om dodelijke incidenten uit te sluiten.

Deze drastische maatregelen, die de centrale partij oplegde om de Chinese mijnbouwers te beschermen, knoeiden grondig met de steenkoolproductie van het land. Het onvoorziene tekort van het gesteente dit jaar ten gevolg. Zelfs tijdens de energiecrisis zijn de meeste mijnbouwbedrijven in China niet happig om de productie op te drijven, door de draconische spelregels die Peking uitdacht. Het bestuur van de provinciën trekt zich ondertussen de haren uit het hoofd. Zij moeten zorgen dat de lichten in de Chinese woonkamers terug aan kunnen gaan en het bbp van de regio gezond blijft aangroeien.

Is het tijd dat Xi Jinping zijn strategie herdenkt?

Zowel de energiecrisis als het fiasco rond Evergrande tonen aan hoe complex de Chinese economie wel niet is. Het land goed besturen is dus uiteraard geen simpele opgave. Elke beslissing die Xi en zijn kliek nemen, kan verschillende onbedoelde neveneffecten losweken. Maar de manier van beslissingen nemen in Peking is de laatste jaren dan ook grondig achteruit gegaan.

China was vroeger beter in staat om radicale beleidsveranderingen te testen voor ze op grote schaal geïmplementeerd werden. Het beste voorbeeld daarvan is het agriculturele experiment dat werd opgezet in de jaren 70 in een klein dorpje genaamd Xiaogang in de provincie Anhui. Daar ontwikkelden 18 gezinnen samen een landbouwplan dat bijzonder productief bleek, zelfs tijdens een barre oogst. De dorpsbewoners verdeelden hun grond op een efficiëntere manier, waardoor er meer graan kon geoogst worden. Het experiment leidde tot de aanname van belangrijke landbouwhervormingen in het hele land.

Zo’n gedecentraliseerde experimenten zijn een pijler waarop de Communistische Partij altijd geleund heeft om beleid te vormen. Het is ook de grootste reden achter het fenomenale economische succes van China. Zowel de werkdiscipline als innovatieve geest die in de Chinese samenleving schuilt, alsook de pragmatiek van de Partij, lieten het land met enorme sprongen vooruitspringen.

Peking probeert nu echter de absolute controle over alle lagen van de bureaucratie te verwerven. Lokale bestuurders hebben steeds minder ruimte om risico’s te nemen zonder afgestraft te worden. En daar schuilt de essentiële fout van het plan van Xi Jinping. De centrale overheid is vergeten wat China groot heeft gemaakt en negeert de dissonantie met lokaal bestuur.

De staatskrant People’s Daily vroeg zich vorige week in een artikel af hoe China “zijn succes kan voortzetten”. Het antwoord bestaat er vermoedelijk in om een meer nederige houding aan te nemen tegenover het complexe en dynamische economische systeem van China en enkele mechanismen van het centrale bestuur grondig te gaan hertekenen.

Lees ook: Xi Jinping: de machtigste man in de wereld heeft een plan dat overeenkomt met de droom van bijna elke westerse politicus

(kg)

Meer