Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Hij heeft een ander, maar ik voel geen jaloezie’

‘Hij heeft een ander, maar ik voel geen jaloezie’
Beeld Sammy Slabbinck

Na een relatie van zestien jaar besloten Bart en David (61) het over een heel andere boeg te gooien. Een traditioneel koppel vormen ze niet meer, maar David ziet de breuk niet als een mislukking. ‘Integendeel, we ontwikkelen ons als post-geliefden gewoon door. De liefde is sterker dan ooit.’

“Al dertig jaar ken ik Bart. Zestien jaar waren we een koppel en nu zijn we alweer dertien jaar uiteen, maar we spreken elkaar nog zeker zes keer per week. Ik ontmoette hem begin jaren negentig in een café. Van de eerste keer herinner ik me dat hij wat wantrouwend vanop een afstandje zat te knikken; een gezamenlijke vriend had hem verteld dat ik alleen maar op seks uit zou zijn. Zelf werd ik onmiddellijk geraakt door zijn talige grapjes en door de ­slimheid die uit zijn ogen spatte.

“Onze verkennende gesprekken werden langer, al pratende ontdekte ik dat we op eenzelfde manier naar de wereld keken. Ik wist dat de breuk met zijn vorige vriend hem diep gekwetst had, maar ik merkte dat die ervaring hem niet cynisch had gemaakt. Op onze derde date begon hij versjes van Annie M.G. Schmidt op te zeggen, en ik dacht: wie ‘Spin Sebastiaan’ zonder aarzelen uit zijn hoofd declameert, kan geen slecht mens zijn.

“‘Doe het goed!’, werd al snel de vaste groet waarmee we afscheid namen. Niet: de wereld is aan het vergaan en er is toch niks aan te doen, maar maak er het beste van, doe wat je moet doen en doe het goed. Die gezamenlijke ­overtuiging verbond ons.

“We kregen een weekendrelatie, maar ook toen hij na zijn studie in mijn stad kwam wonen, kozen we niet voor samenwonen. Op een of andere manier had ik behoefte aan ­autonomie, of om het prozaïscher te zeggen: na vier dagen samen wilde ik weer even alleen zijn om op adem te komen. Hij ervoer dat allerminst als bedreigend, ook al vermoed ik dat als ik hem toen had laten kiezen, we wel waren gaan samenwonen. Als je zoals ik na jarenlang single te zijn geweest, een relatie krijgt, merk je dat er heel strikte ideeën bestaan over hoe je je hoort te gedragen als koppel. Voor je het weet, ­conformeer je je naar normen die de jouwe niet zijn en laat je je in een soort mal gieten waar monogamie, samenwonen, kinderen krijgen de standaard zijn.

“En dan zijn wij gays nog in het voordeel. Wij hebben geen honderden jaren aan stereotype gayhuwelijken waaraan we ons spiegelen. Met mijn nieuwe liefde voor Bart had ik het gevoel in een vreemd land te zijn aangekomen waarvan ik de taal nog moest leren. Hoe maak je ruzie met je geliefde na tien jaar in je eentje, hoe onderhandel je, hoe los je conflicten op; de intieme wetten die een exclusieve relatie kennelijk met zich meebracht, moest ik mij eigen maken. Tegelijk dwong het nieuwe ervan me na te denken over hoe ikzelf precies wilde leven. Hoe wilden wij samen deze relatie invullen, los van alle conventies?

Niet jaloers

“Zestien jaar waren we zeer gelukkig, we zagen elkaar steeds een dag of vier opeenvolgend en dan weer een paar dagen niet. We waren zeker van elkaars liefde en trouw en ­vonden het fijn om elkaar bij iedere ontmoeting opnieuw te moeten ‘veroveren’. Telkens als ik hem weer zag, wilde ik ontdekken: hoe gaat het vandaag met hem, is hij opgewekt of juist niet? Bart is een gevoelige man die van het ene op het andere moment teruggetrokken kan zijn. Bijvoorbeeld die keer dat we samen in Italië waren op een plek waar hij – zo bleek later – met zijn ex was geweest. Als zijn partner trok ik me zijn somberheid aan alsof het mijn eigen somberheid was. Daarnaast was ik het, door het jarenlang in mijn eentje zijn, gewend veel alleen te doen. Eens zei hij: als jij naar de keuken loopt, schenk je altijd alleen voor jezelf koffie in. Onze zestienjarige relatie heeft ons beiden veranderd, onder invloed van elkaar kregen tot dan toe onderbelichte, sluimerende eigenschappen een kans. Ik trok me op aan zijn sociale vaardigheden en leerde om makkelijker om te gaan met anderen. Ons wederzijds vertrouwen gaf me een mij onbekende rust. Nu, achteraf, zie ik die ­zestien jaar als een soort tocht waarin we samen probeerden te ontdekken hoe je intimiteit en vrijheid met elkaar kunt verbinden. De mono­gamie waaraan ik me vrijwillig onderwierp, kostte me geen enkele moeite. Aan de andere kant begon ik me wel steeds vaker af te vragen: hoe realistisch is het om te verwachten dat één iemand een leven lang tegemoetkomt aan al je verlangens? Omdat dit zo hóórt?

“Als ik weleens tegen anderen vertel dat we uit elkaar zijn gegaan, zeggen ze: jammer, het is dus mislukt. Maar nee, het is niet mislukt, de liefde kreeg een nieuwe gedaante. De Inuit hebben vijftig woorden voor wit, ik zou willen dat ik me met dezelfde zorgvuldigheid kon uitlaten over de liefde. Zoveel vormen van genegenheid tussen mensen en maar drie woorden: liefde, vriendschap en familieband. Geen past op ons. Liefde veronderstelt exclusiviteit, en vriendschap is me te vrijblijvend. Toen het uit was, hebben we na een afkoelingsperiode ­afgesproken het niet meer te hebben over alles wat fout was gegaan. De breuk grepen we aan als start voor iets totaal nieuws.

“Ik ben blij dat we hebben ­durven erkennen dat de klassieke liefdesrelatie in ons geval gewoon op was. Maar nadat we uit elkaar gingen, ontwikkelden we ons als post-geliefden, zou je kunnen zeggen, gewoon door. Er is nooit maar één reden waarom mensen uit elkaar gaan, maar bij ons was een ervan dat we allebei geneigd waren ons het welzijn van de ander erg aan te trekken. We stonden altijd klaar met goede adviezen, zonder te beseffen dat die adviezen misschien wel eigenbelang waren, want als de ander zich fijn voelt, is er rust.

“Sinds het beëindigen van onze relatie laten we de wijze raad achterwege. Bart is intussen heel gelukkig met een ander, maar ik voel geen jaloezie. Laatst vroeg zijn zus: als jullie nog zo close zijn, waarom gaan jullie dan niet gewoon samen verder? Maar we gáán samen verder. Alle ruis is eruit, de liefde is sterker dan ooit.”