“Neem nu actie!”: Regeringspartijen op klimaatmars zijn streng voor… regeringspartijen

Conner Rousseau (Vooruit), Paul Magnette (PS), Meyrem Almaci (Groen); De partijvoorzitters van nota bene enkele regeringspartijen liepen allemaal mee in de klimaatmars afgelopen zondag. Die mars richtte zich tegen regeringen en politici, die de klimaatproblematiek dringen serieus moeten nemen. Stappen politici dan niet gewoon mee tegen hun eigen coalitie?

Zondag betoogden 25.000 mensen in Brussel tegen het huidige klimaatbeleid. Om in lijn te komen met de European Green Deal moet het beleid beter en strenger worden nageleefd. Dat politici hier mee hun schouders onder zetten is mooi; dat het de politici zijn die aan de knoppen van datzelfde klimaatbeleid zitten is toch eerder opmerkelijk te noemen.

Doolhof aan bevoegdheden

Het klimaat is een bevoegdheid die zowel op federaal niveau als op gewestelijk niveau wordt aangepakt. Zo is het land België onder meer bevoegd voor het internationale beleid (dus het klimaatbeleid), het internationaal transportbeleid en de productie, opslag en transport van energie. Het Vlaamse, Brusselse en Waalse gewest krijgen dan weer zeggenschap over bescherming van natuur, water, lucht en bodem, gasdistributie en distributietarieven en het lokaal transportbeleid. Op zich al een interessante puzzel om te leggen.

Het ingewikkelde aan die puzzel is niet de verdeling an sich, maar ook de opsplitsing van verantwoordelijkheid, en dus ook van wie waarvoor betaalt. België staat inzake bevoegdheid niet boven Vlaanderen, Wallonië of Brussel. Zo was er in 2019 een klimaattop waar de klimaatminister van elke EU-lidstaat aanwezig was. Voor België waren ze met z’n vieren: Marie-Christine Marghem (MR) voor België, Zuhal Demir (N-VA) voor Vlaanderen, Philippe Henry (Ecolo) voor Wallonië, en Alain Maron (Ecolo) vertegenwoordigde Brussel. Als de vier ministers dan ook nog geen gezamenlijk akkoord kunnen vormen leidt helemaal tot Belgische toestanden.

Gezamenlijk werd gewezen naar Demir, die met Vlaanderen niet ambitieus genoeg zou zijn om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Ook met de huidige federale minister van Klimaat, Zakia Khattabi (Ecolo), loopt de relatie niet uitstekend.

Klimaatbeleid

Het belangrijkste om te onthouden uit de bovenstaande wirwar aan bevoegdheden: de federale staat België dus bevoegd is voor het internationale klimaatbeleid. Het is dit dat de Klimaatcoalitie (de organisatie die de klimaatmarsen organiseert) wil aankaarten. Politici over de partijgrenzen heen stapten dan ook mee om deze oproep te ondersteunen.

De deelname van PVDA’ers Jos D’Haese en Peter Mertens is ietwat logisch te noemen. Zij zijn als oppositiepartij dan ook in de positie om hier hun steun aan te betuigen: om de meerderheidspartijen op te roepen de klimaatambities van België aan te scherpen en dit ook te vertalen naar daadkrachtig beleid. Dat partijvoorzitters Magnette (PS), Rousseau (Vooruit) en Almaci (Groen), maar ook federale ministers Karine Lalieux (PS) en Meryame Kitir (Vooruit) en partijleden van Ecolo meestappen is minder te verklaren.

Als meerderheidspartijen zijn het zij die mee waken over de uitvoering van het klimaatbeleid, met Tinne Van der Straeten als minister van Energie is Groen zelfs rechtstreeks bevoegd. De Waalse tegenhanger Ecolo levert met Zakia Khattabi de minister van Klimaat, Milieu en de Green Deal, maar die heeft te weinig hefbomen om hier daadkrachtig in op te treden.

Kritiek

Dat klimaat de verschillende partijen nauw aan het hart ligt is een goede zaak. De deelname aan de klimaatmars is echter niet de juiste manier om dit duidelijk te maken, volgens verschillende andere partijen. N-VA-ondervoorzitter Lorin Parys richt zijn kritiek vooral op Groen. Die partij besliste om nieuwe gascentrales te openen om ons land van genoeg energie te kunnen voorzien na de kernuitstap.

De schoten kwamen niet enkel uit de oppositie. Ook Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de liberale MR en gekend om zijn tartende karakter, liet een sneer naar coalitiepartner PS niet liggen. Als grootste partij in de Waalse regering én de federale regering is het ook hun taak om het klimaatbeleid kracht bij te zetten, nationaal en gewestelijk. Magnette zelf had ook een puntje van kritiek aan het adres van de liberale voorzitter: “Ik heb Bouchez hier niet gezien. Het wordt tijd dat het klimaat niet enkel een thema is van links. Het wordt tijd dat de MR wakker wordt en de ernst van de klimaatzaak inziet.”

Rapport

De verschillende partijministers betogen dus wel degelijk tegen het eigen beleid. Vooruit heeft zelf misschien minder in de pap te brokken, aangezien ze in Vlaanderen in de oppositie zetelen en op federaal en Brussels niveau geen ministers leveren die veel bij het klimaatbeleid betrokken zijn. Voorzitter Rousseau is alleszins zeer begaan met het klimaat en wou dan ook een speciale ministerraad bijeenroepen om het klimaat echt degelijk aan te kaarten. Toch kan zoiets beter intern besproken worden dan tussen 25.000 mensen in hartje Brussel.

Groen en Ecolo zitten in slechtere papieren. Met de federale Energieminister in Vlaams huis en de federale, Brusselse en Waalse ministers van Klimaat in de Waalse zusterpartij beschuldigen de groenen zichzelf. Door deelname kaarten ze aan dat ze zelf niet daadkrachtig genoeg zijn.

Ook voor PS was de deelname geen bijster slimme zet. Als grootste partij in de Waalse, Brusselse en federale regering liggen de sleutels bij hun (en bij de groenen) om een oplossing te bieden voor het klimaatprobleem. Voorzitter Magnette wil zelfs gratis openbaar vervoer invoeren om het klimaat te kunnen redden. Nogmaals, dan is een klimaatmars niet de juiste plaats om dit aan te kaarten, maar wel de eigen regeringen.

Lees ook:

Meer