De vergane glorie van de termijnrekeningen: je geld voor lange tijd vastklikken loont niet meer

De termijnrekening was vroeger het ideale spaarproduct voor wie op een veilige manier zijn kapitaal wou laten renderen. Maar vandaag slaagt het merendeel van die rekeningen er niet in om het beter te doen dan de traditionele spaarboekjes, integendeel.

Waarom is dit belangrijk?

Door het lagerentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) brengen spaarboekjes nauwelijks nog geld in het laatje. Hetzelfde geldt voor de termijnrekeningen. Net zoals bij de spaarboekjes (en andere vastrentende producten) zijn de opbrengsten voornamelijk afhankelijk van de koers die de toezichthouder vaart.

De termijnrekening is een spaarproduct waarmee je je kapitaal voor een bepaalde periode vastklikt. Je weet op voorhand hoelang je je kapitaal moet missen. De looptijden variëren doorgaans van één maand tot tien jaar. De opbrengsten zijn afhankelijk van de gekozen looptijd. Hoe langer de looptijd, hoe hoger het rendement. Alleen loont het vandaag nauwelijks nog de moeite om je kapitaal voor een lange periode vast te klikken.

Lang sparen, weinig opbrengsten

Als je je kapitaal voor tien jaar kan missen, heb je slechts één termijnrekening waar je een rente krijgt die hoger ligt dan 1 procent netto (na betaling van een roerende voorheffing van 30 procent). Dat is de termijnrekening Saver+ van Izola bank. Bij die bank ontvang je netto 1,4 procent. Bij alle overige spelers moet je tevreden zijn met een rendement lager dan 1 procent. Zelfs wanneer je kiest voor de meest lucratieve formule op de markt zijn de opbrengsten onvoldoende hoog om de huidige inflatie bij te benen. De Belgische inflatie kwam in september uit op 2,86 procent.

Wat daarbij opvalt is dat er bepaalde formules zijn die zelf de rente van de spaarboekjes niet kunnen kloppen, ook al kies je voor een looptijd van 10 jaar. Bij Triodos Bank moet je bijvoorbeeld tevreden zijn met een rente van netto 0,049 procent. Ter vergelijking: in België krijg je bij het merendeel van de gereglementeerde spaarboekjes een rente van 0,11 procent.

De termijnrekening verliest daar dan ook zijn grootste troef: een hogere rente in ruil voor een spaarinspanning van (minstens) enkele jaren. Bij een spaarboekje kan je je kapitaal op eender welk moment aanspreken. Dat is niet het geval bij een termijnrekening. Als je dat wel doet, moet je extra kosten betalen.

Voor de goede huisvader

De termijnrekeningen hebben dus hun glans verloren. Vroeger waren dergelijke spaarformules nochtans op het lijf geschreven van de goede huisvader. Het was de perfecte manier om je spaargeld op lange termijn te laten renderen zonder echt risico’s te nemen. De termijnrekeningen worden immers beschermd door het depositogarantiestel. Dat beveiligingsmechanisme beschermt je kapitaal tot 100.000 euro per bank en per persoon.

In 2011 waren er nog termijnrekeningen met een looptijd van 10 jaar waarop je een jaarlijks nettorendement kreeg van 3,6 procent netto. Ook termijnrekeningen met een kortere looptijd gingen gepaard met aantrekkelijke rendementen. Zo waren er zelfs bepaalde formules met een looptijd van drie jaar die flirtten met de grens van 3 procent.

Termijnrekeningen met een een langere looptijd hadden toen ook nog een streepje voor op de spaarboekjes. Bij het merendeel van de spaarboekjes moest je een decennium geleden tevreden zijn met een rente tussen 1,5 en 2,5 procent. Dat is weliswaar ruim een tienvoud van wat je vandaag ontvangt.

Het aanbod was tien jaar geleden ook veel ruimer dan vandaag. Verschillende banken hebben intussen de verkoop van termijnrekeningen stopgezet. Vandaag bieden nog vijftien banken een termijnrekening aan. Tien jaar geleden waren dat er nog meer dan dertig.

(lb)

Meer