Direct naar artikelinhoud
AchtergrondKlimaatmarsen

Spijbelen voor het klimaat is slecht voor de punten, zegt minister Weyts. Klopt dat wel?

De klimaatmars afgelopen zondag trok weer veel volk naar de hoofdstad.Beeld Eric de Mildt

Dat er opnieuw klimaatmarsen komen zet kwaad bloed bij Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Spijbelen is slecht voor de punten, is zijn devies. Maar klopt dat wel?

“Doe mij dat niet aan, hé.” De reactie van één secretariaatsmedewerker bij onze belronde over de terugkeer van de klimaatspijbelacties is eigenlijk de uitzondering op de regel. Tijdens de meerderheid van de telefoongesprekken klinkt er een kleine zucht aan de andere kant van de lijn: veel directeurs willen niet reageren “omdat we het er nog niet over gehad hebben met de collega’s”.

Kortom, de meerderheid van de scholen stond nog niet echt stil bij de aankondiging van Anuna De Wever. Zij vertelde zondag tijdens De zevende dag dat er vanaf 22 oktober weer spijbelacties opgezet worden voor het klimaat. “Als we de regels breken, is er meer aandacht voor de actie en dus meer aandacht voor het klimaat”, zei ze.

Minister Weyts reageerde afkeurend. “Er is tijdens de coronacrisis al genoeg lestijd verloren gegaan”, zei hij. “Een van de lessen van corona is net dat minder lestijd ten koste gaat van de meest kwetsbare leerlingen.” Die reactie is logisch: geen enkele minister van Onderwijs zal zijn schouders zetten onder een oproep tot iets wat niet mag. Ook in 2019 waren er heel wat leerkrachten en directies die die mening en bezorgdheid deelden.

“Daarin moet ik de minister wél gelijk geven”, zegt Thomas Donceel, campusverantwoordelijke voor het Sint-Guido-Instituut in Anderlecht. “We hebben met heel wat van onze leerlingen het contact verloren tijdens het afstandsonderwijs. De realiteit is dat we elke minuut lestijd nodig hebben om de gigantische leerachterstand weg te werken. Wij hebben met de hele nasleep van Covid-19 andere katten te geselen: proberen alle leerlingen gevaccineerd te krijgen, bijvoorbeeld.”

Ergens zit hij er wel mee verveeld. “We proberen veel aandacht te geven aan de milieu- en klimaatproblematiek. Al is het maar omdat wij een school in het centrum van de stad zijn. Neem nu het hitte-eilandeffect: dat voelen wij. Zeker onze leerlingen, die vaak samen met een hele familie in een appartement wonen zonder tuintje. Dat de nood aan actie warm gehouden wordt, kunnen we met andere woorden alleen maar toejuichen. Maar dan hoop ik dat het leerlingen van andere scholen, hogescholen of universiteiten zijn, die het zich kunnen permitteren en er gehoor aan geven.”

Vorige acties

Wat weten we eigenlijk van die vorige spijbelacties: hebben ze geleid tot het kelderen van de punten bij de deelnemers? “We hebben dat alleszins niet gedetecteerd”, zegt Annemie Vandaele, pedagogisch directeur van het Sint-Jozefinstituut in Ternat. “En als er toch leerlingen waren bij wie de resultaten voor een bepaald vak niet goed waren maar die systematisch wilden spijbelen, dan gingen we daar met hen over in gesprek.”

Vrijwel alle scholen die we bellen, zeggen nauwelijks invloed op de resultaten te hebben gezien. Uitzondering is Dirk Saeys, leerkracht fysica, STEM en skillslab en ondervoorzitter van de Vlaamse Leraars Wetenschappen (Vlewe). “Bij een handvol leerlingen uit de derde graad die een aantal keer naar de klimaatmarsen gegaan zijn, merkte ik toch dat het tot mindere prestaties leidde.”

Hij is dan ook geen fan van systematisch staken voor het klimaat. “Het beste antwoord op de klimaatproblematiek lijkt mij nog altijd goed onderwijs over het klimaat. Maar ik moet wel toegeven dat een keertje deelnemen ook positieve effecten kan hebben. Er was één jongen die echt zeer gemotiveerd verschillende keren heeft gespijbeld. Die heeft niet alleen zijn klas warm gemaakt om aandacht te hebben voor klimaatverandering, het heeft mij ook aangezet om na te denken over hoe ik mijn lessen maatschappelijk relevanter kan maken, door bijvoorbeeld lessen rond energie te koppelen aan de klimaatproblematiek.”

Sfeerbeeld vanop de klimaatmars afgelopen zondag.Beeld Eric de Mildt

De wetenschap geeft geen uitsluitsel. “Het effect van de klimaatmarsen meten is erg moeilijk”, zegt pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool). “Een keer een namiddag les missen zal doorgaans geen ramp zijn. Maar wie de vorige twintig edities, telkens op donderdag, consequent meedeed, heeft wellicht een bepaald vak volledig gemist.”

Die groep is erg klein. Bij de laatste klimaatmarsen zakte het deelnemersaantal al eens onder de duizend leerlingen. Diehards waren bovendien vaak leerlingen die zich heel bewust engageerden voor het klimaat en dat incalculeerden. Cru gesteld ging het dikwijls om leerlingen die het zich konden permitteren om al eens een les te missen voor dat engagement.

Deze leerlingen wisten niet alleen dat ze leerstof moesten inhalen, de meeste scholen hanteerden ook strikte regels. “Leerlingen moesten ons op voorhand laten weten of ze zouden deelnemen”, zegt Ann Goossens, leraar natuurwetenschappen in het Sint-Lambertsinstituut. “Ook gaven we hen telkens een opdracht mee die ze moesten indienen achteraf.”

Het zorgde ervoor dat de leerlingen die kozen om meer dan een keer te spijbelen dat vaak plichtsbewust deden. “Zeker na corona zijn we er geen voorstander van dat leerlingen lesuren missen”, zegt Goossens. “Maar als leerlingen hiervoor willen spijbelen, kan je dat niet tegenhouden. Het enige dat we kunnen doen, is zeggen dat ze het dan serieus moeten nemen. En dan hopen dat ze dat ook doen.”

Sfeerbeeld vanop de klimaatmars afgelopen zondag.Beeld Eric de Mildt