Week van Belgische Mode is gestart, maar hoe relevant is België nog als modeland? "Modehuizen plukken studenten weg"

De Antwerp Six of Antwerpse Zes worden gezien als de bakermat van de Belgische mode aan de top. In de jaren 80 van de vorige eeuw zwaaien zes studenten af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Ze weten het publiek van hun sokken te blazen en zetten ons kleine Belgenland op de modekaart.

Een hoge standaard die volgens modejournalist Veerle Windels wordt voortgezet tot op de dag van vandaag. "Je hebt nadien nog een pak sterke namen, zoals A.F. Vandevorst (modelabel van designers Filip Arickx en An Vandevorst, red.), Raf Simons, Christian Wijnants, die ook internationaal zijn doorgebroken", zegt Windels.

Ook vandaag zitten we goed wanneer het op aanstormend jong talent aankomt volgens Windels. "We mogen niet vergeten dat studenten zelfs al tijdens hun bacheloropleiding weggeplukt worden door Parijse en Londense modehuizen. Je hebt een pak mensen die meteen aan de top werken."

Heel wat van de studenten vertrekken dus na hun opleiding naar het buitenland. Al zijn er wel nog die hier blijven, elk met hun eigen motivatie. "Er zijn er die van de stad houden of omdat het hier goedkoop is om iets op te starten, maar er zijn er ook die achter de schermen werken voor grote modehuizen", zegt Windels. Al gaat het dan niet om Belgische mode, geeft Windels ook toe.

"Maar wat is Belgische mode vandaag? Als je een student hebt die in Antwerpen studeert, maar uit Zuid-Korea of Canada afkomstig is, is dat dan een Belg?" Volgens Windel worden ze dan in het modejargon "Belg" genoemd, omdat ze werken volgens de traditie van de Antwerpse Zes.

De Week van de Belgische Mode is ook net van start gegaan. "Deze Week dient als een bewustwording voor het grote publiek om te tonen dat dit bestaat", legt Windels uit. Windels maakt ook de vergelijking met de "Mode: dit is Belgisch"-campagne uit de jaren 80.

"Toen werden de industrie en de retailers daarin meegenomen", zegt Windels. Nu ziet ze het anders: "Ik denk dat veel mensen beseffen dat Belgische mode bestaat, maar we zijn het misschien kwijtgeraakt de afgelopen jaren." Windels ziet als mogelijke oorzaak de vele labels die zijn verdwenen. Al zegt ze wel dat we koploper zijn in mooie modezaken in Europa. "Dat heb je niet in onze buurlanden."

Belgische labels zijn er zeker nog voldoende, maar de productie van die modestukken wordt veeleer in het buitenland gedaan. "Heel vaak zijn het kopstaartbedrijven waarbij het merk hier wordt ontwikkeld. Het ontwerpen gebeurt in België, maar de productie gebeurt elders", zegt Windels. Dat heeft volgens haar ook veel verschillende redenen. Ten eerste de hoge loonkost, maar ook het feit dat men geen naaisters meer vindt. Ze haalt ook aan dat de opleiding van naaister zou moeten opgewaardeerd worden. 

Souad Feriani is ontwerper en zegt graag haar productie naar België te brengen. "Ik zou doodgraag de helft van de collectie in Italië maken en de andere helft in België", zegt Feriani. "Maar dat zijn altijd de duurste stukken uit de collectie." Windels merkt wel op dat die dure stukken vaak het best verkopen. 

België staat er dus wel degelijk nog goed voor als modeland, volgens Windels. De studenten worden nog steeds links en rechts geplukt door 's werelds grootste modehuizen en onze modezaken behoren tot de mooiste van Europa. Al is mode van letterlijk Belgische makelij eerder de uitzondering dan de regel.