Direct naar artikelinhoud
ReportageItalië

Bij de havenarbeiders in Triëst, centrum van Italiaans coronaverzet: ‘Als deze stad zich kwaad maakt, is het menens’

'Geen groene pas, geen discriminatie' is te lezen op een bord dat havenarbeiders meedragen tijdens protest tegen de coronapas die vanaf vrijdag verplicht is om te mogen werken.Beeld EPA

In Triëst staken havenarbeiders uit protest tegen de verplichte coronapas op het werk. Op de pier staat een bont gezelschap, van overtuigde antivaxers tot mensen met principiële bezwaren. ‘De pas is een chantagemiddel.’

Libertà, libertà, libertà”, scanderen meer dan tienduizend mensen vrijdagochtend op de zonovergoten pier van Triëst. De anders zo kalme havenstad is de afgelopen week uitgegroeid tot het verzamelpunt van critici van het Italiaanse coronabeleid, dat sinds gisteren een coronapas verplicht stelt om te mogen werken. Wie niet gevaccineerd is, moet algauw honderden euro’s per maand uitgeven aan tests.

De helden van de uit heel Noord-Italië toegestroomde menigte zijn de havenarbeiders, die hebben aangekondigd te staken tot de coronapas afgeschaft is. Het zijn potige mannen met paardenstaarten in fluorescerend gele vesten zoals Paolo Cristofaro (48), wiens vader en grootvader ook al in de haven werkten.

“Ik kan me geen mooiere baan voorstellen”, zegt hij naast het door sympathisanten gedoneerde buffet van croissants, koekjes en taart. “Er zijn hier geen bazen, we zijn allemaal collega’s”, legt hij uit, terwijl een ouder echtpaar zich een weg door de menigte baant om twee dozen apfelstrudel af te geven.

Cristofaro vaart normaal gesproken collega’s van en naar grote schepen als bestuurder van een klein bootje. Hoe gek hij ook is op zijn werk, de komende tijd legt hij het toch neer. Hij behoort tot de 40 procent van het havenpersoneel in Triëst dat zich niet heeft laten vaccineren.

'Vrijheid' is een sleutelwoord in de vrijhaven die Triëst is.Beeld EPA

Van de gehele Italiaanse bevolking boven de twaalf jaar heeft 14 procent nog geen enkele dosis gehad. Dat zijn zo’n 3,8 miljoen werkende Italianen. Zij moeten zich nu elke 48 uur laten testen of thuisblijven zonder salaris.

Deze demonstratie is niet antivaccin, legt havenarbeider en vakbondsvoorzitter Sebastiano Grison (24) geduldig uit. “Ik ben gevaccineerd. Ik geloof in vaccins en andere gezondheidsmaatregelen, maar de coronapas is een chantagemiddel. Het is een puur economische maatregel.” Triëst is de belangrijkste handelshaven van Italië, goed voor 57 miljoen ton overslag in 2020, waarvan een groot deel petroleum. Met hun staking hebben de werknemers dus een serieus drukmiddel in handen.

Complotdenkers

De regering van Mario Draghi zocht deze week hard naar een compromis, zonder succes. Met het aanbod dat ze zich gratis mochten laten testen namen de havenarbeiders van Triëst geen genoegen. “Dat zou een nieuwe vorm van discriminatie zijn”, vindt vakbondsmedewerker Sandi Volk (62). “Tussen onze werknemers die gratis tests krijgen en de rest van het land.”

De principiële opstelling van de havenarbeiders kan bij coronakritisch Italië op bewondering rekenen. Elk woord van vakbondsman Stefano Puzzer wordt op de pier ontvangen met luid gejoel en applaus. Puzzer groeide na enkele tv-optredens uit tot het gezicht van de demonstratie, die uit een samenraapsel van verschillende groepen bestaat.

Want al houden de organisatoren stug vol dat het hen alleen om de coronapas op het werk gaat, onder de demonstranten zijn ook complotdenkers sterk vertegenwoordigd. Ze zijn niet alleen tegen de coronapas, maar ook tegen het vaccin, 5G-masten en een duistere internationale elite die Italië met medewerking van Draghi zou overnemen.

“We worden slaven”, waarschuwt Graziella Gnesda, een keurig gekapte gepensioneerde ambtenaar van eind de zestig. “Ze willen ons, blonde mensen met blauwe ogen, als muggen doodslaan.” Het bewijs heeft ze gezien in video’s, zegt ze, wijzend naar haar smartphone.

Het haventransport ondervindt zware hinder, maar omdat een deel van de arbeiders blijft doorwerken ligt het niet helemaal stil.Beeld EPA

Vrijhaven

Toen Italië de vergaande maatregel in september aankondigde, was er aanvankelijk amper protest. Nog steeds is de staking in Triëst de uitzondering die de regel bevestigt, want aan de stakingsoproep aan collega’s in het hele land gaf alleen een groep havenarbeiders in Genua gehoor. En ook in Triëst werkt een deel gewoon door. Daardoor ligt het verkeer niet stil, zegt de voorzitter van de havenautoriteit, al zijn er wel flinke vertragingen.

De meeste Italianen schikken zich dus zonder veel rumoer naar de relatief strenge coronaregels, ziet conservatoriumstudent Pietro (21), die zijn achternaam liever niet geeft. Hij komt van Sardinië en verhuisde naar Triëst om piano te studeren. Omdat hij niet meedoet met de coronapas, ook voor studenten verplicht, zit hij sinds het begin van het academiejaar thuis.

In Triëst is men wel stukken mondiger dan op Sardinië, constateert Pietro tot zijn vreugde. Bij de lokale verkiezingen scoorde de antivaxpartij 3V bijvoorbeeld relatief hoog. Waarom is de weerstand tegen het coronabeleid juist in Triëst zo groot?

Volgens Graziella Gnesda heeft het alles te maken met de geschiedenis van de grensregio, die pas sinds 1954 bij Italië hoort. Daarvoor was het zeven jaar lang een ‘vrije zone’ tussen Italië en Joegoslavië in. Nog altijd bestaat er een kleine onafhankelijkheidsbeweging, die ijvert voor een terugkeer naar het zogeheten territorio libero. “Triëst is een andere wereld dan Rome of Firenze”, zegt Gnesda. “Onze mentaliteit is noordelijk en onafhankelijk.”

“Triëst duldt geen machtsmisbruik”, zegt ook havenarbeider Cristofaro streng. Pas als de regering de coronapas intrekt, gaat hij weer aan het werk. Of Draghi van dat dreigement wakker ligt, hangt af van de uiteindelijke impact op het havenverkeer. Cristofaro twijfelt er niet aan dat hij en zijn collega’s hun doel bereiken. “Als deze stad zich kwaad maakt, is het menens.”