Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

‘Het drong steeds meer tot me door dat ik gelukkiger zou kunnen zijn zonder mijn man’

‘Het drong steeds meer tot me door dat ik gelukkiger zou kunnen zijn zonder mijn man’
Beeld Getty Images

Na een stugge, lange relatie was Annelies (45) ervan overtuigd geraakt dat termen als ‘doorzetten’ en ‘je best doen’ er gewoon bij hoorden. Gelukkig vond ze op een bepaald moment de moed om haar ex te verlaten. Niet veel later kwam ze te weten dat de perfecte liefde wél bestaat.  

“Dat ik de slappe lach kan krijgen zonder me te hoeven afvragen of hij me dan nog wel leuk vindt, is voor mij een van de vele essenties van de perfecte liefde die ik sinds 2000 heb. In mijn vorige relatie was dat verre van vanzelfsprekend, mijn man hield er niet van als ik te luidruchtig was en zonder te willen klagen of te willen afgeven op hem, want ik ben in zijn stugge kritiek immers veel te lang meegegaan, kan ik zeggen dat ik nu de liefde heb die ik iedereen gun. Ik heb acht jaar op mijn tenen gelopen, en het is gek hoe zoiets werkt, vaagweg wist ik dat de relatie niet klopte, toch kregen we een kind. De hele dag hield ik rekening met hem. Vreemde mensen vond hij spannend, dus nodigde ik na een tijdje niemand meer uit. Als ik boodschappen had gedaan en niet had gekocht wat in de aanbieding was, werd hij boos, alsof ik hem daarmee afviel. Pas nadat anderen me er herhaaldelijk op wezen hoe ik zijn gedachten had geïnternaliseerd alsof het de mijne waren, vielen eindelijk de schellen van mijn ogen. Daarvoor had ik gewoon heel lang gedacht: alle relaties zullen wel hetzelfde zijn. Ik had niet voldoende in de gaten dat er iets ernstig mis was tussen ons. Dat is misschien nog het vreemdste. Niet dat onze relatie niet goed was, er deugen zoveel relaties niet. Maar dat ik steeds meer accepteerde, en steeds meer murw werd, steeds minder kracht voelde om me ertegen te verzetten, en eigenlijk voortdurend mijn best deed om het hem naar de zin te maken.

“Wat is houden van? Kennelijk geen simpel, eenduidig begrip. Houden van is niet iets absoluuts, maar eerder iets als de seizoenen. Een zomer kan kil zijn, en dan ineens schijnt de zon weer even. Zo was het ook met deze man. Ik hield van hem, hij was slim en grappig, dat was waar ik verliefd op geworden was. Dat het leven van alledag me op den duur met hem niet meer goed afging, probeerde ik te zien als bijkomstigheid. Maar toen ik tegen het einde van die acht jaar probeerde op te noemen waarvan ik hield, kon ik niets meer bedenken. Schokkend; alles wees erop dat het leven met zijn tweeën voorbij was, maar mijn koppige hoofd liep achter en geloofde op de een of andere manier nog steeds in de liefde die er ooit was geweest. Achteraf ben ik erg verbaasd over mijn naïviteit, want na twee jaar kwamen de eerste scheuren al. Had ik toen maar geweten dat liefde helemaal vanzelf kan gaan, dat liefde helemaal geen ‘werkwoord’ hoeft te zijn, zoals weleens beweerd wordt. Toen termen als ‘doorzetten’ en ‘je best doen’ de kop op begonnen te steken, had ik gealarmeerd moeten zijn.

“Ik had dus anderen nodig, maar vooral mijn eenjarig zoontje om het besluit te kunnen nemen weg te gaan. Ikzelf kon de dwang waarmee ik leefde, die niet gewelddadig was, die te terloops was om terreur te mogen heten, die desalniettemin mijn hele wezen aankleefde, nog wel verdragen. Maar mijn zoon gunde ik een leven waarin hij onbelemmerd uitbundig kon zijn, kon schaterlachen, niet bang hoefde zijn om iets stuk te maken of vies. Het drong steeds meer tot me door dat ik gelukkiger zou kunnen zijn zonder mijn man; een lucide gedachte. Ik zag om me heen vrouwen hun mannen verlaten om futielere redenen. En het sterkst voelde ik de noodzaak van mijn naderende besluit toen mijn man op een dag kwam aanrijden na zijn werk en ik dacht – ik hoorde mezelf denken – o nee, daar komt hij weer. Meer niet. 

‘Ik zat op dat terras en voelde een instant opluchting: wat kunnen mannen leuk zijn’

“Toen wist ik het zeker. Ik belde mijn ouders en kondigde aan dat mijn zoon en ik een tijdje bij hen zouden komen logeren. Mijn man vertelde ik het de volgende ochtend, hij lag nog in bed. Hij huilde heel hard, vreselijk vond ik dat, maar ik wist ook, nu is er geen weg meer terug. Nog steeds vraag ik me af of hij het echt niet had zien aankomen. Of wilde hij het gewoon niet zien, net als ik al die jaren? Uiteindelijk vond ik snel een huis en mijn ex-man is in de buurt komen wonen om het co-ouderschap simpeler te maken. Binnen een jaar kwam ik mijn nieuwe man tegen. Dat is nu 21 jaar geleden, mijn zoon is intussen 22. Het contact tussen mijn huidige man en mij begon door de telefoon, we waren collega’s. Hij werkte op het hoofdkantoor. Ik viel op de manier waarop hij sprak, op zijn stem, zijn bloemrijke taalgebruik en toen ik hem voor het eerst ontmoette was hij kleiner dan ik me had voorgesteld en bewoog hij anders dan ik gedacht had, maar wat was hij leuk. Deze man genoot van zijn stokbroodje met tapenade en van zijn glaasje wijn op een terras. De vader van mijn zoon at enkel om zijn honger te stillen. 

“Heel raar eigenlijk, dat ook ervaren hoe een ander het naar zijn zin heeft, een vorm van liefde kan worden. Ik zat op dat terras en voelde een instant opluchting: wat kunnen mannen leuk zijn. En ook: deze man kan verantwoording dragen voor zijn eigen geluk, ik hoef niet mijn best te doen, ik kan me ontspannen in het zijne. Na al die jaren ben ik nog altijd verliefd. Het houden van zit hem in de gewone momenten waarop we zo duidelijk bij elkaar horen, zoals onlangs, samen in de zetel, pratend over iets waarmee hij zit op zijn werk. Hij vertelt me wat hem bezighoudt. Ik denk met hem mee. We zijn al zo lang samen en iedere keer weer ben ik blij met hoe we al pratend tot een oplossing komen die niet van mij is of van hem maar van ons samen.

“Moeiteloosheid is ook liefde. Hij leest een recensie van een tentoonstelling en is blij als ik vervolgens de tickets bestel, en ik ben weer blij dat hij als we er eenmaal zijn, zoveel kan vertellen over de schilderijen aan de museumwanden.”