Oranje-invasie: voor coronamaatregelen gevluchte Nederlanders ‘vullen’ Antwerpse hotels

“Toerisme doet het veel beter dan de zakelijke markt”, merkt Didier Boehlen van de Antwerp Hotel Association. “Op zaterdag zaten de Antwerpse hotels zo goed als vol. De meeste toeristen komen uit de buurlanden: Nederland, Frankrijk, Duitsland, al zijn de Nederlanders duidelijk in de meerderheid. Voor corona maakten zij 40-50% uit van het toerisme, nu is dat wel 60-70%.”

Didier Boehlen heeft daar verschillende verklaringen voor. “Terwijl in België bijna alle beperkende maatregelen zijn opgeheven, moet je in Nederland een coronapas laten zien in de horeca en sluit alles nog om 24u. Als je niet gevaccineerd bent, kun je daar dus niet op restaurant. Die mensen kunnen hier wel terecht, al denk ik wel dat de meeste toeristen gewoon gevaccineerd zijn. Het is ook gewoon minder gedoe als je die QR-code niet steeds moet laten zien.”

“Liever hier dan Amsterdam”

Janneke Vranken (35) en Silas Pelsmaeker (35) uit Eindhoven zitten zaterdagmiddag een frietje te eten bij de Number One in de Hoogstraat. “Het valt ons ook op dat het druk is”, zegt Janneke.

“Het kan best dat de soepelere regels hier de Nederlanders wel aanspreken. Wij zijn hier tijdens de lockdown niet geweest natuurlijk, maar anders zijn we kind aan huis. Vandaag komen we naar de verjaardag van een Nederlandse vriendin die verliefd is geworden in Antwerpen en hier is blijven hangen. Daarna gaan we gewoon weer naar huis. We gaan liever naar Antwerpen dan naar Amsterdam en het is ook dichterbij.”

Op de Grote Markt zit een groepje vriendinnen aan de Duvels. Zij blijven wel logeren, in het Theaterhotel vlak bij het Theaterplein. “We hebben nog getwijfeld of we onze mondkapjes moesten meenemen. Voor de zekerheid zit er eentje in onze handtas, maar het is ook wel fijn dat het niet nodig is”, zegt Robyn Poswijk (27). “Die regels veranderden zo vaak dat ik het op den duur niet meer bijhield.” Ze hebben nog geen concrete plannen voor de rest van de dag, misschien wat shoppen en lekker eten en drinken, maar het feit dat de horeca ook na 24u nog open is, biedt wel perspectief.

Wandelen over “de Meijer”

Bij de infobalie Visit Antwerpen heeft ook Jan Gillebeert het aantal Nederlanders snel zien toenemen. “In een deel van Nederland is de herfstvakantie ook al begonnen, dus dat speelt zeker een rol. Daarom hadden we afgelopen week ook meer Duitse toeristen.” Jan Gillebeert herkent de Nederlanders al snel aan het soort vragen dat ze stellen. “Dan zeggen ze: wat is er leuk? Wat kunnen we doen? Ik raad vaak de waterbus aan als uitje, of ik adviseer om langs het Begijnhof, de Kipdorpvest en de Academie te wandelen in plaats van over de Meir, of de Meijer, zoals zij zeggen. Ze willen ook altijd weten waar ik iets zou gaan drinken of eten. Maar dat is een kwestie van smaak hè.”

Jobstudent Jens Koornstra, zelf een Nederlander, werkt in een bier- en souvenirwinkeltje op de Handschoenmarkt. “Het is me ook al opgevallen dat de Nederlandse toeristen terug zijn. Ze komen hier vooral lokale biertjes kopen: Nello en Patrasche van brouwerij De Arend bijvoorbeeld, of champagnebier Dame Jeanne uit Brasschaat.”

Turnhout

Behalve Antwerpen is ook Turnhout populair (en lekker dichtbij) voor onze noorderburen. “Ze komen heel graag feesten bij ons”, zegt Dries Verdick van café De Zwarte Ruiter. “In Nederland sluit de horeca al om 24u, wij waren zaterdagnacht tot 4u open. Ik gok dat we aan 10-15% Nederlandse klanten zitten. We zien ze vaker passeren dan vroeger.”

In Turnhout was er even sprake van om toch een sluitingsuur in te voeren door overlast en nachtelijke vechtpartijen. “Donderdag hadden we samengezeten met horeca-uitbaters, de burgemeester en politie en is er beslist dat er geen sluitingsuur komt. De heethoofden zullen beter worden opgevolgd, zodat de rest daar niet voor moet opdraaien. Ik zie de Nederlanders graag komen, het zijn leuke klanten.”

Didier Boehlen van de Antwerp Hotel Association is ook heel tevreden met al die Nederlandse toeristen. “De verliezen zijn nog lang niet gecompenseerd, maar die toeristische cijfers zijn hoopvol. We zien de Nederlanders dus graag komen.”