Bruna stopte in 2011 met tekenen, waardoor zijn atelier in 2015 verhuisde naar het Centraal Museum in Utrecht. Bruna was vooral bekend dankzij Nijntje, een figuurtje dat hij ruim 62 jaar geleden voor het eerst tekende, nota bene voor zijn zoontje. Het iconische figuurtje is gebaseerd op een konijntje dat regelmatig in hun tuin te zien was. Wereldwijd zijn er meer dan 85 miljoen boeken van Nijntje verkocht.

Uitgeverswereld

Naast tekenaar was hij ook grafisch vormgever en schrijver van kinderboeken. Bruna was de tweede zoon van de uitgever A.W. Bruna. Ondanks het feit dat iedereen verwachtte dat Bruna in de voetsporen van zijn ouders zou treden en de uitgeverswereld in zou gaan, besloot de man na enkele reizen naar Londen en Parijs om kunstenaar te worden. Niet veel later startte hij een opleiding aan de Amsterdamse kunstacademie, maar daar gaf hij, net als het geval was bij zijn vorige middelbare schoolopleiding, de brui aan.

Bruna trouwde in 1953 met Irene de Jongh en werd vader van drie kinderen. Niet veel later kwam Bruna op de proppen met zijn eerste kinderboek ‘De Appel’. Doorheen de jaren ontwierp Bruna naast Nijntje ook het varkentje Betje Big, de beren Boris, de hond Snuffie en het koalabeertje Ko. De tekenaar hield zich ook bezig met het maken van educatieve boeken over lezen, rekenen en geometrie. Zelf omschreef Bruna zijn tekenstijl als ‘bibberig’. “Het gaat om een bepaalde bibber. Een goede lijn heeft een goede bibber. Maar die goede bibber vind ik wel het allermoeilijkste. In die bibber zit de tekenaar verborgen”, aldus Bruna.

Multimiljonair

Mede dankzij doordachte merchandising rondom Nijntje werd Bruna multimiljonair. Hij kreeg ook tal van erkenningen, meestal door musea. Al werd hij ook Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, een erkenning die de meest vooraanstaande kunstenaars zoals Karel Appel, Jeroen Krabbé en Harry Mulisch eveneens kregen.

Vorig jaar werd het Nijntje Museum in Utrecht geopend. Marco Grob, directeur van het Centraal Museum en het Nijntje Museum reageerde als één van de eersten op het overlijden: “Het is een groot verlies voor de Nederlandse vormgeving. Het Centraal Museum is er trots op dat het jong en oud kennis kan laten maken met zijn werk. Deze erfenis is universeel en blijvend.”