Direct naar artikelinhoud
GetuigenisNederlands schuldenschandaal

De Nederlandse Wanda verloor haar vier kinderen: ‘Ik vind het zo erg dat ze los van elkaar zijn opgegroeid’

Wanda (rechts), slachtoffer van de toeslagenaffaire, en haar moeder Marie.Beeld Marcel van den Bergh

De Nederlandse toeslagenaffaire blijft commotie veroorzaken nu blijkt dat tussen 2015 en 2020 1.115 kinderen bij hun ouders werden weggehaald nadat de belastingdienst ze onterecht van fraude beschuldigde. Samen met haar zoon en moeder vertelt slachtoffer Wanda hoe de zaak haar gezin verwoestte.

Wat voorafging

Eind vorig jaar gaf de toeslagenaffaire aanleiding tot een politieke crisis in Nederland toen bleek dat belastinginspecteurs sinds 2013 regelmatig subsidies voor kinderopvang lieten stopzetten omdat ze onterecht dachten dat ouders fraudeerden. Liefst 26.000 gezinnen werden getroffen en velen belandden in een vicieuze cirkel van armoede en schulden. Een rapport van een onderzoekscommissie over de zaak maakte dat de regering onder leiding van premier Mark Rutte (VVD) aftrad. Tot vandaag worden nog documenten gepubliceerd die de omvang van de crisis tonen.

Wanda (44): “In 2004 liep ik stage voor mijn opleiding tot verpleegkundige. Mijn twee zoontjes bracht ik naar de kinderopvang in mijn woonplaats Almere. Er ging toen iets mis, ik zou te veel geld hebben ontvangen. De belastingdienst vond mij een fraudeur. Ik moest bijna 10.000 euro terugbetalen. In 2005 werd mijn huurtoeslag stopgezet. Dit gebeurde dus al jaren voordat deze praktijken van de belastingdienst bekend werden. Opeens moest ik leven van 50 euro per maand.”

Zoon ‘Piet’ (21): “Noem mij maar Piet. Ik wil niet met mijn naam in de krant, er is te veel gebeurd. Ik was 8 jaar toen de politie mij en mijn twee jaar jongere broer kwam ophalen. Mijn moeder was zo kapot van de schulden dat ze was gaan drinken. Door problemen met de belastingdienst is ze een ander mens geworden, wantrouwend. Nu ik volwassen ben, ben ik verlost van de jeugdzorg en heb ik een hele goede band met mijn moeder.”

Wanda: “Ik vind het verschrikkelijk dat jij bent misbruikt in een pleeggezin.”

Piet: “Er zijn rare dingen gebeurd daar, ik wil er nu niet over praten. Die hele periode van de uithuisplaatsing was erg voor mij. Ik voelde me machteloos. Ik heb ook opgesloten gezeten in het Poortje in Groningen. In die tijd zetten ze uit huis geplaatste kinderen nog in jeugdgevangenissen met criminelen.”

Wanda: “Ik ben gestopt met verpleegkunde. Al mijn vier kinderen werden uit huis geplaatst. Mijn drie zoons zijn nu 21, 19 en 13 jaar, mijn dochter is 14. De twee jongsten heb ik met mijn toenmalige vriend gekregen. Ik ben nog steeds niet uit de schulden. Had ik mijn kinderen toen maar niet naar de opvang gebracht, denk ik vaak.”

Oma Marie Hagenaar (66): “Ik woonde ook in Almere en werkte daar als BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar, red.). Ik zag hoe mijn dochter door de problemen met de belastingdienst even de weg kwijtraakte. Op een gegeven moment woog ze nog maar 42 kilo. Ik heb mijn dochter bijgestaan in deze ellende. Ik had ook kunnen bijspringen om voor de kinderen te zorgen. Dat heb ik aangeboden. Maar dat mocht niet van jeugdzorg. En daarna heeft jeugdzorg mijn oudste kleinkind als een pak melk van instelling naar instelling gestuurd.”

Piet: “Er gingen toen dingen fout thuis bij mijn moeder, maar in de jeugdzorg was het veel slechter. We waren als kinderen beter af geweest als we bij onze moeder hadden kunnen blijven wonen, met goed toezicht. En met hulp van mijn oma.”

Wanda: “Mijn kinderen zijn zo beschadigd. Mijn zoon van 19 is nu in therapie. Ook hij komt vaak bij mij, nu hij uit de jeugdzorg is. Maar mijn dochter mag geen contact hebben met haar familie van de jeugdbescherming van het Leger des Heils, waar we sinds ruim vijf jaar onder vallen.”

Piet: “Ik heb mijn zus jarenlang niet gezien. Ik vind dat de overheid dit niet kan maken. Kinderen worden gestraft. Ik heb geen rust vanbinnen, ik heb geen normale band kunnen opbouwen met mijn familie. En ik baal ervan dat ik domme dingen heb gedaan. Ik heb net zeven maanden in de gevangenis gezeten. Terwijl ik dacht dat ik nu eindelijk mijn leven zou kunnen gaan opbouwen. Ik had een huisje in Sittard en een auto.”

Wanda: “Ik vind het erg dat mijn kinderen los van elkaar zijn opgegroeid.”

Marie: “Ik heb zestien voogden van jeugdzorg voorbij zien komen, de ene zegt dit, de andere dat. En vervolgens doet de jeugdzorg wat ze wil. De kinderen komen niet meer thuis, want ze zien moeder als zwak en instabiel. Maar zo was ze niet voor ze schulden had. Eigenlijk is het een wonder dat mijn dochter nog met beide voeten op aarde staat na alles wat er is gebeurd. Alleenstaande moeders pakken ze het hardst, lijkt het.”

Wanda: “Ik kon de huur niet meer betalen. En dan heb je ook geen geld om je kinderen te bezoeken in de jeugdzorg. Als je ze al mag bezoeken. Gelukkig zit mijn jongste zoon nu in een gezinshuis. Daar vinden ze het belangrijk dat kinderen contact hebben met hun familie.”

Marie: “Een betere heling bestaat er niet voor een beschadigd kind dan dat je de moeder en de oma toelaat in zijn leven.”

Wanda: “Het is goed dat de beerput nu opengaat van wat de jeugdzorg doet, niet alleen met kinderen van toeslagenouders. Voor mijn kinderen zal sommige hulp misschien te laat komen, maar er zitten zoveel kinderen en ouders in deze situatie, dat moet naar buiten komen.”

Marie: “Ik ben gescheiden, mede omdat ik het het belangrijkst vond om mijn dochter bij te staan. Vier jaar geleden ben ik van Almere naar Kerkrade verhuisd.”

Wanda: “Daar woon ik nu ook, maar ik kan het verleden nog niet achter me laten.”

Marie: “Nederland zou zich moeten schamen. Veel mensen kunnen zich niet voorstellen dat zulke dingen hier gebeuren, maar het gebeurt. Ik heb mijn kleindochter vijf jaar niet gezien. En ondertussen zijn er miljoenen euro’s uitgegeven aan jeugdzorg.”

(Om de privacy van de kinderen te beschermen is de achternaam van de moeder weggelaten. De oma gebruikt haar meisjesnaam.)

Wanda: “Het is goed dat de beerput nu opengaat van wat de jeugdzorg doet.”Beeld Marcel van den Bergh

Uithuisplaatsing 

Ruim 20.000 kinderen die onder toezicht van de jeugdbescherming staan wonen nu in een instelling of in een pleeggezin. In de regel grijpt de jeugdbescherming in als het gezin onveilig is voor een kind of als het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Bijvoorbeeld als ouders gewelddadig of verslaafd zijn. Uithuisplaatsing is dan het uiterste middel: het kind mag dan niet langer bij zijn ouders wonen.

Bestuurslid Arina Kruithof van brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland (ook van de jeugdbescherming) op hun site: “Ik schrik van het aantal van 1.100 kinderen, omdat elk kind dat niet thuis bij zijn ouders kan opgroeien er één te veel is. Een uithuisplaatsing willen we juist uit alle macht voorkomen. Dat de sneeuwbal aan problemen die ertoe heeft geleid dat kinderen niet bij hun ouders kunnen opgroeien door de overheid aan het rollen is gebracht, maakt het extra pijnlijk. Het hoge aantal uithuisplaatsingen toont aan welke enorme impact de toeslagenaffaire tot vandaag heeft op deze gezinnen.

“De toeslagenaffaire met alle gevolgen toont opnieuw de noodzaak aan van een andere manier van werken. Wanneer er problemen in een gezin spelen moeten zowel kinderen als ouders in een vroeg stadium worden geholpen. Als we dit niet doen is uiteindelijk altijd het kind de dupe.”

Woordvoerder Menno de Boer van de jeugdbeschermingstak van het Leger des Heils: “Wij mogen niet ingaan op individuele gevallen vanwege de privacy. Wij gaan nu in onze eigen uithuisplaatsingszaken bekijken of er toeslagengedupeerden onder zijn en vervolgens kijken in hoeverre die affaire een rol heeft gespeeld bij de uithuisplaatsing. Wat ons betreft is het nog te vroeg om conclusies te trekken.”

Kristie Rongen, belangrijke spreekbuis van de ouders in de toeslagenaffaire: ”De beerput die ik heb ontdekt is nu opengetrokken. Ik was zelf bang dat de jeugdbescherming mijn kinderen bij mij zou weghalen, maar dat is gelukkig niet gebeurd. Ik hoorde wel van andere getroffen ouders dat het hun was overkomen. Daarom vroeg ik ouders: wie heeft er last gehad van de jeugdbescherming? Daarop kreeg ik ontzettend veel reacties. Veel ouders zijn bang om hierover te praten in het openbaar, dat de jeugdbescherming dan bijvoorbeeld de bezoekregeling met hun kinderen zou afkappen.

“Toen ik ging twitteren over een door de toeslagenaffaire getroffen moeder met uit huis geplaatste kinderen haakte Volkskrant-columnist Harriët Duurvoort aan. Na haar column hierover kwamen er Kamervragen. En zo komt het dat nu het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onderzocht om hoeveel kinderen het gaat, in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid.”