Erez D. was destijds een van de belangrijkste diamantairs van Antwerpen en ook zichthouder bij het diamantbedrijf De Beers. Hij bevond zich daardoor in de bevoorrechte positie om ruwe diamanten rechtstreeks van het concern te kunnen kopen. Erez Daleyot zat er warmpjes bij en hield er een luxueuze levensstijl op na. Hij liet een riante villa bouwen in Wilrijk, reed rond in een Bentley, beschikte over een privéjet en had een kunstcollectie met werken van Miró en Warhol.

In 2015 barstte de bubbel: vier van zijn vennootschappen met zetel in het Antwerpse diamantkwartier werden failliet verklaard omdat ze torenhoge schulden hadden. Toen de curatoren naar zijn kantoren aan de Schupstraat ging, troffen ze daar enkel nog een heleboel verhuisdozen aan. Van enige activiteit was al lang geen sprake meer. Erez Daleyot was met zijn privéjet naar Zuid-Afrika gevlucht. Volgens de curatoren liet hij een schuldenberg van 272 miljoen euro en 104 miljoen dollar achter. Een van zijn vennootschappen bevond zich eigenlijk al een jaar in staat van faillissement nog voor het officieel werd. Enige medewerking hebben de curatororen nooit van hem gekregen.

“Totale chaos”

Het Openbaar Ministerie had vijftien maanden cel en een beroepsverbod van vijf jaar gevorderd. De advocaat van Erez Daleyot had de vrijspraak gevraagd: niet zijn cliënt, maar de manager die hij had aangetrokken om de financiële kant van zijn vennootschappen te regelen, had er een zootje van gemaakt. De rechtbank merkte op dat die manager pas in september 2014 werd aangesteld en volgens de man verkeerden de bedrijven toen al in een staat van “totale chaos”: de boeken werden niet meer bijgehouden, rekeningen en lonen werden niet betaald, etc.

De rechtbank vond de feiten bewezen, maar hield bij de strafbepaling wel rekening met een overschrijding van de redelijke termijn. Het onderzoek had een tijdje stil gelegen door het getalm van een deskundige en daarom kreeg Erez Daleyot een straf met uitstel.

De curatoren van de vier failliete vennootschappen stelden zich burgerlijke partij en vorderden een schadevergoeding van 272 miljoen euro en 104 miljoen dollar. De rechtbank vond het evenwel niet bewezen dat het ganse passief van de vennootschappen veroorzaakt werd door de tenlasteleggingen waaraan hij schuldig werd bevonden. De curatoren kregen daarom een provisionele schadevergoeding van een euro toegekend. Ook de bank KBC, die aan Erez Daleyot zowat 60 miljoen euro aan kredieten had verstrekt en al beslag liet leggen op zijn villa, kreeg een euro provisioneel.