“De tijd is rijp voor waterstof”

Waterstof is hot. Zo gaat er geen dag voorbij of er wordt een initiatief rond duurzame waterstof aangekondigd, ook in de Benelux. Voor velen is H2 namelijk de ideale drager om hernieuwbare energie mee te stockeren en te transporteren. Een belangrijke pion in het energieschaakspel, meent ook het liberale kwaliteitsblad The Economist. Dat wijdde onlangs een artikel aan waterstof, en hoe de zaken ervoor staan in de energietransitie.

Waarom is dit belangrijk?

Voorstanders zeggen dat het gas een koolstofarm wonder is dat auto's en huizen van energie kan voorzien. De waterstofeconomie zal, zo hopen zij, de energiekaart hertekenen. Sceptici merken op dat verschillende grootschalige waterstofprojecten sinds de jaren 1970 in tranen zijn geëindigd toen de tekortkomingen van het gas aan het licht kwamen. Wat is nu de werkelijke stand van zaken?

Volgens The Economist ligt de waarheid in het midden. Waterstof is noch het wondergas dat de hardcore believers ervan maken, noch de catastrofe die sommige ontbonden H2-projecten doen vermoeden. “Waterstoftechnologieën zouden tegen 2050 misschien een tiende van de huidige broeikasgasemissies kunnen elimineren. Dat is een fractie, maar, gezien de omvang van de energietransitie, een cruciale en lucratieve fractie.”

Geen primaire energiebron

Voor we verder gaan, is het misschien nog eens goed om stil te staan bij de eigenschappen van H2.

  • Waterstof is geen primaire energiebron, zoals olie of steenkool. Het kan het best worden beschouwd als een energiedrager, vergelijkbaar met elektriciteit, en als een opslagmiddel, zoals een batterij. Het moet worden geproduceerd.
  • Koolstofarme energiebronnen, zoals hernieuwbare energiebronnen en kernenergie, kunnen worden gebruikt om water (H2O) te scheiden in zijn bestanddelen zuurstof en waterstof. Dit is inefficiënt en duur, maar de kosten dalen.
  • Waterstof kan ook worden gemaakt uit fossiele brandstoffen, maar dit leidt tot veel vervuiling, tenzij het wordt gekoppeld aan technologieën die koolstof afvangen en vastleggen. Waterstof is ontvlambaar en omvangrijk in vergelijking met veel andere brandstoffen.
    • “De onverbiddelijke wetten van de thermodynamica betekenen dat het omzetten van primaire energie in waterstof en vervolgens waterstof in bruikbare energie tot verspilling leidt,” aldus de Britse publicatie.

Nieuwe golf

Dit alles verklaart de gecompliceerde geschiedenis van het gas. “De olieschokken van de jaren zeventig leidden tot onderzoek naar waterstoftechnologieën, maar die zijn nooit ver gekomen. In de jaren 1980 vloog de Sovjet-Unie zelfs met een passagiersvliegtuig dat op waterstof liep – de eerste vlucht duurde slechts 21 minuten.”

Vandaag zorgt de klimaatverandering voor een nieuwe golf van enthousiasme. “Meer dan 350 grote projecten zijn aan de gang en de gecumuleerde investeringen kunnen oplopen tot 500 miljard dollar tegen 2030. Morgan Stanley, een bank, schat dat de jaarlijkse verkoop van waterstof tegen 2050 (zo’n) 600 miljard dollar waard zou kunnen zijn. Dat is meer dan de huidige omzet van 150 miljard dollar, die voornamelijk afkomstig is van industriële processen, waaronder de productie van meststoffen.”

Waterstof als globetrotter: “India zal binnenkort veilingen voor waterstof organiseren en Chili houdt aanbestedingen voor de productie ervan op openbare terreinen. Meer dan een dozijn landen, waaronder Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Japan en Zuid-Korea, hebben waterstofplannen.”

Wat kan waterstof niet

De hype mag er echter niet voor zorgen dat we het gas een rol gaan geven die het niet kan vervullen, betoogt The Economist. Daarom een paar voorbeelden van wat het niet kan:

  • “Japanse en Zuid-Koreaanse bedrijven willen graag auto’s verkopen die op waterstofcellen rijden, maar auto’s met batterijen zijn ruwweg twee keer zo energie-efficiënt.”
  • “Sommige Europese landen hopen met waterstof huizen te verwarmen, maar warmtepompen zijn doeltreffender en sommige leidingen kunnen het gas niet veilig verwerken.”
  • “Sommige grote energiebedrijven en petrostaten willen aardgas gebruiken om waterstof te maken zonder de bijbehorende koolstof effectief op te vangen, maar dat elimineert de uitstoot niet.”

Wat kan waterstof wel

Waterstof kan helpen in “nichemarkten, waar complexe chemische processen en hoge temperaturen nodig zijn die moeilijk te bereiken zijn met elektriciteit.”

  • Staalbedrijven, die ongeveer 8% van de mondiale uitstoot veroorzaken, zijn afhankelijk van cokeskolen en hoogovens die niet door windenergie kunnen worden vervangen, maar wel door waterstof, via een proces dat bekend staat als “directe reductie”.
    • Hybrit, een Zweeds consortium, heeft in augustus ’s werelds eerste op deze manier geproduceerde groene staal verkocht.
    • Ook ArcelorMittal Gent investeert ruim 1 miljard euro om één van z’n twee bestaande hoogovens te vervangen door een elektrische installatie op waterstof.
  • Een andere niche is het commerciële vervoer, “met name voor trajecten buiten het bereik van batterijen.” Vrachtwagens op waterstof kunnen hun rivalen op batterijen “verslaan met sneller tanken, meer ruimte voor lading en een grotere actieradius.”
    • Brandstoffen op basis van waterstof kunnen ook nuttig zijn in de lucht- en scheepvaart.
      • Zo laat Alstom, een Frans bedrijf, waterstoflocomotieven rijden op Europese sporen.
  • Tenslotte kan waterstof worden gebruikt als materiaal om energie in bulk op te slaan en te vervoeren. “Hernieuwbare netten hebben het moeilijk wanneer de wind wegvalt of wanneer het donker is. Batterijen kunnen helpen, maar als hernieuwbare energie wordt omgezet in waterstof, kan zij goedkoop voor lange perioden worden opgeslagen en op verzoek worden omgezet in elektriciteit.”
    • Zonnige en winderige plaatsen die geen transmissieverbindingen hebben, kunnen schone energie exporteren in de vorm van waterstof.
      • Zo hopen Australië, Chili en Marokko “zonneschijn” naar de wereld te verschepen.

Conclusie

Nu er zoveel geld in waterstof wordt gestoken, kan de lijst van toepassingen worden uitgebreid. De privésector moet het meeste werk verrichten, “maar regeringen kunnen ook hun steentje bijdragen”.

Een van de taken is “hard op te treden tegen ‘greenwashing’: waterstof gemaakt van vuile brandstoffen zonder hoogwaardige opvang van koolstof zal het klimaat niet ten goede komen. Er zijn nieuwe regels nodig om de levenscyclusemissies van de waterstofproductie te meten en bekend te maken, en aangezien waterstof over de grenzen heen zal worden verhandeld, moet hierover internationale overeenstemming worden bereikt.”

“Waterstof heeft zijn beperkingen, maar het kan een vitale rol spelen bij het tot stand brengen van schonere energie”, concludeert The Economist.

Meer