Direct naar artikelinhoud
InterviewJohan Albert

‘Vertragen mag, stoppen niet’: drie tips van een bokscoach om gezond en fit te worden

‘Vertragen mag, stoppen niet’: drie tips van een bokscoach om gezond en fit te worden
Beeld Alamy Stock Photo

Zijn lijf van honderdvijftig kilo dreigde het te begeven, toen hij tien jaar geleden op de spoed belandde. Vandaag is Johan ‘Allbear’ Albert (43) vijftig kilo lichter en helpt hij als bokscoach anderen in hun streven naar een gezonde geest én een gezond lichaam.

Het regent en het is nog donker buiten, en toch hebben twaalf mensen beslist om deze ochtend niet op de snooze-knop te drukken, maar zich om 7 uur ’s ochtends te laten afbeulen in een intense boksles door Johan ‘Allbear’ Albert. Dat woord ‘beul’ gebruikt hij zelf trouwens, en ook zijn bijnaam ‘bootcamp butcher’ draagt Johan Albert met trots. “Als ik buiten lesgeef, zie ik soms buitenstaanders naar ons staren: wat een brulaap! Waarom laten die mensen zich vrijwillig afmatten? Dan roep ik ‘Komaan pannenkoeken, sneller!’ Mijn klanten appreciëren die stijl. Het is een manier om hen aan te vuren, en ook wat humor in de les te brengen. Ik geloof in een harde no-bullshit aanpak, maar ik heb een peperkoeken hartje. Die badass coach, dat is een rolletje dat ik soms speel.”

Dat acteren is trouwens een van de vele bezigheden in het woelige leven van Albert, die een kwarteeuw geleden nog voorbestemd leek voor een leven in de criminaliteit, maar zichzelf heruitvond als tekenaar/grafisch ontwerper, muzikant, portier en coach voor ex-gedetineerden. Dat het een lange zoektocht was, vertelt hij, van de zwaarlijvige depressieve tiener naar een veelgevraagde bokscoach en personal trainer die CEO’s, artiesten en topatleten laat zweten in The Brick, de trendy fitnessclub op Antwerpen-Zuid en in zijn privépraktijk, aka ‘de berenbunker’.

De eerste kiemen voor het succesverhaal werden gelegd in 2009, toen Albert op de spoedafdeling belandde met een acute hernia. Met zijn 150 kilogram en een lengte van één meter achtentachtig, had hij een body mass index (BMI) van 42. Morbide obesitas, was het harde verdict.

“Natuurlijk wist ik dat ik te zwaar was, maar zoals veel zwaarlijvige mensen verstopte ik me achter een dik pantser van grapjes. Ik was de gezellige nonkel, die op familiefeestjes aan elke arm een kind de lucht in hees. Tot het fout liep: in december 2009 schoot er iets in mijn rug. Ik crepeerde van de pijn, kon niet meer bewegen, en werd naar de spoedafdeling gebracht.

“Dat was me al eerder overkomen en dan kreeg ik een spuit met straffe pijnstillers, maar de oorzaak werd nooit aangepakt. Dit keer trof ik een dokter van wacht die me met de harde feiten confronteerde. ‘Je bent veel te dik’, zei hij. ‘Je ruggenwervel is als een satéstokje met te veel vlees op’. Zijn preek was keihard. Ik was het niet gewend dat iemand zo tegen mij durfde te spreken, maar het was exact wat ik nodig had. Als coach geloof ik ook in die confronterende aanpak. Het heeft geen zin om de waarheid te verbloemen.

“Uit testen bleek toen hoe ernstig de situatie was. ‘Met een beetje geluk, heb je binnen het jaar diabetes’, zei de arts. ‘Maar de kans is groter dat je dat jaar niet meer haalt, omdat je hart het begeeft’. Bam.

“Ik wilde bewijzen dat ik puur op karakter kon afvallen, maar op doktersadvies heb ik een maagverkleining ondergaan. Als je zo zwaar bent, is het niet realistisch om meteen intensief te beginnen sporten en te diëten. De eerste week na de operatie was er al tien kilo af, vier maanden later was ik vijfentwintig kilo lichter. Ik kan vandaag nog alles eten, maar voel me direct verzadigd. Mijn lichaam reageert op alles: van te veel suiker word ik ziek, als ik gestrest ben tijdens een maaltijd moet ik overgeven.

“Die operatie was het duwtje in de rug dat ik nodig had, maar uiteindelijk moet je het harde werk nog zelf leveren. Ik besefte heel goed dat ik een tweede kans had gekregen, en die heb ik met beide handen gegrepen. Ik ben op honderd meter van een fitnesscentrum gaan wonen. Soms ging ik enkel even op de fiets zitten en naar de sauna, maar zelfs de kleinste inspanning is beter dan niks.

“Toen ik al wat gewicht kwijt was, ben ik opnieuw beginnen te boksen, want dat deed ik als jonge gast al graag. Het is qua cardio de zwaarste work-out die er bestaat. Ik wilde niet onderdoen voor de kerels in de boksles die veel sterker en fitter waren dan ik, en heb mezelf daar echt afgebeuld. Na een tijdje werd ik gevraagd om zelf lessen te geven in die boksclub, en een jaar na mijn operatie was ik manager van een fitnessclub van een grote keten. Sindsdien heb ik het gevoel dat ik nooit meer een dag gewerkt heb. Dit is mijn passie.”

Jean Albert had toen al een moeilijk parcours achter de rug. Zijn vader was een sportfanaat, én politieagent. “Dus wat deed ik om te rebelleren? Ik stopte met sport en ging het criminele pad op.”

Bokstrainer Johan Albert.Beeld Joris Casaer

Zijn ouders waren gescheiden toen hij twaalf was. “Als ik nu op mijn tienerjaren terugblik, besef ik dat ik toen met een zware depressie kampte. Ik werd gepest en zat met veel opgekropte woede, maar ik vond geen manier om mijn emoties te uiten. Toen ik een plotse groeischeut kreeg, ontdekte ik dat mijn fysieke verschijning een kracht was. Het voelde goed dat mensen schrik van me hadden door mijn postuur. Van de introverte zwaarlijvige jongen die in een hoekje alleen zat te tekenen, werd ik zelf de bully. En raakte ik op het verkeerde pad.”

Na een jeugd in instellingen, belandde hij in 1999 in de gevangenis door een gewelddadig incident. “Terwijl ik er deep down van droomde om me te settelen en kindjes te krijgen. Toen mijn zus me kwam bezoeken in de gevangenis, had ze mijn pasgeboren neefje Jules bij. Dat was het definitieve keerpunt. Ik heb toen gezworen dat ik een goed rolmodel zou worden voor dat klein ventje.”

Maar zo makkelijk gaat dat niet, want een strafblad sleep je mee. “Hoe goed je intenties ook zijn, de deur gaat voor je neus dicht. Daarom werd ik TOP-coach (Terug Op Pad, een initiatief van het Centrum Algemeen Welzijnswerk, red.), om jonge ex-gedetineerden te begeleiden bij hun terugkeer in de samenleving. Dat was mijn manier om in het reine te komen met mijn verleden, en iets terug te doen voor de samenleving. Als ervaringsdeskundige haalde ik betere resultaten dan veel collega’s, die recht van de unief kwamen met een mooi diploma criminologie. Ik wéét wie die gasten zijn en heb van niets of niemand schrik. Je moet respect afdwingen, en streng durven te zijn. ‘Kom uit uw nest, wij gaan nu naar de VDAB’. Met een wollige, voorzichtige aanpak bereik je niks in dat milieu.”

“Dat heb ik twee jaar gedaan, tot mijn lijf het dus liet afweten. Ik voelde me een bedrieger. Ik was jonge gasten aan het motiveren om de juiste levenskeuzes te maken, maar ik had mezelf jarenlang verwaarloosd. De dag dat ik op de spoedafdeling belandde, was de wake-upcall om voor mijn eigen gezondheid te kiezen.”

Maakt die levenservaring van jou een ander soort coach?

“Ik denk dat ik vooral veel mensenkennis heb en empathie, elke klant heeft een andere aanpak nodig. Voor mensen die zwaarlijvig zijn, is er een te grote drempel om naar een fitnesscentrum te gaan, waar je trainingen krijgt van mooie jongens en meisjes die dankzij goede genen zonder veel moeite slank zijn. Maar je als coach inleven in de strijd die iemand moet leveren om een transformatie door te maken, dat is iets heel anders. En dat leer je niet op school. Ik kan mensen ook helpen met gezonde voeding, net omdat ik weet hoeveel emoties en trauma’s er schuilgaan achter verstoorde eetpatronen.”

Je bent autodidact, is dat ooit een handicap?

“Alles in mijn leven heb ik zelf geleerd: gitaar spelen, tekenen, voedingsleer, fitnesstechnieken, anatomie… Ik heb veel cursussen gevolgd, maar ik ken ook mijn beperkingen. Voor klanten met zware blessures vraag ik advies aan een kinesist. Die testen me dan graag, door wat Latijnse termen te gebruiken, en dan zie ik hen verbaasd reageren als blijkt dat ik wel weet wat de semitendinosus is (een van de drie achterdijbeenspieren of hamstrings, red.).

“Ik krijg ook veel klanten die de rugschool doodsaai vinden en door de kinesist naar mij worden doorverwezen. Omdat ik de lessen fun en entertaining maak. Als je er elke keer tegen opziet om naar je work-out te gaan, dan hou je het niet vol.”

Lichaamsbeweging is belangrijk, maar waarom is boksen beter dan bijvoorbeeld lopen, fietsen of crossfit?

“Elke sportieve inspanning is goed voor je lijf, maar de therapeutische kracht van het boksen is onovertroffen. De mensen aan wie ik lesgeef, hebben niet de ambitie om in een boksring te staan. Het zijn overwegend mensen met veeleisende jobs, die een hele week achter een bureau zitten en hier alle stress en frustraties uit hun lijf komen meppen. Die endorfine-boost is verslavend. Boksen geeft zelfvertrouwen en maakt je mentaal sterker. Dat sixpack is mooi meegenomen, maar de resultaten zitten vooral tussen de oren.”

Waarin zit dat mentale aspect van het boksen?

“Boksen is karakter kweken. Tijdens mijn training mag je nooit opgeven. Desnoods doe je de oefeningen in je eigen tempo, maar je moet in beweging blijven. Vertragen mag, stoppen niet.

“We geven te snel op, mensen kunnen niet streng zijn voor zichzelf. Daarom heb je een coach nodig. Als ik tijdens een oefening zie dat je lichaam nog wat extra herhalingen aankan, zal ik je pushen om door te zetten. Dat heb ik geleerd uit de biografie van Mohammed Ali: op de vraag hoeveel sit-ups hij deed, antwoordde hij: ‘Geen idee, ik begin pas te tellen wanneer het pijn doet’.

“Eens je wilskracht en doorzettingsvermogen traint, heeft dat ook impact op andere domeinen in je leven, om grenzen te verleggen. Je bent altijd sterker dan je denkt.”

Je staat voor een harde, no-nonsense aanpak. ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden,’ lezen we op je Instagram. Maar het devies lijkt vandaag net te zijn dat we liever en zachter moeten zijn voor onszelf. De modewoordjes zijn selfcare en bodypositivity.

“Akkoord, maar die zogezegd ‘zachte’ aanpak leidt er net toe dat mensen helemaal niet lief zijn voor hun lijf. Jezelf volstoppen met suiker en vet, dat is een aanslag op je systeem. We hebben onszelf wijsgemaakt dat dat verwennerij is, maar we negeren de alarmsignalen die ons lichaam ons geeft. We zetten de bovenste knop van onze broek open als we eens goed doorzakken op restaurant, maar op dat moment is ons lijf in paniekmodus om al dat eten en drinken te verwerken. Daar is niks ‘zacht’ aan.

“Ik zeg tegen mijn klanten niet dat ze zich alles moeten ontzeggen. Maar je kan heel veel bereiken met het doorbreken van enkele patronen. Ik trainde een acteur, die het gewend was om na elke voorstelling in de Bourla pinten te gaan kappen in café De Duifkens. Ik snap dat dat erbij hoort, en het is niet realistisch hem te verplichten enkel nog groene thee te drinken. Ik zei: hou het bij twee pinten en schakel dan over op water. Na enkele weken alcohol minderen én intensief trainen, had hij een nieuw lijf.”

Heb je zelf ooit nog ‘zwakke’ momenten, dat je het niet kan opbrengen om te trainen of gezond te eten?

“Het voorbije jaar heb ik diep gezeten, toen alle lessen stillagen door de lockdown. Ik gleed af naar mijn oude patronen en in mijn hoofd werd het opnieuw donker. Mijn geluk en mijn drive komt voor een groot deel uit de positieve respons die ik krijg van mijn klanten. Ik word blij als zij vooruitgang maken, en krijg vaak lieve berichtjes om me te bedanken. Toen die aandacht en complimentjes wegvielen, voelde ik mij compleet nutteloos.

“Mijn vrouw gaf tijdens de lockdown yogales via Zoom, dus dan werd ik de living uitgejaagd, en ging ik in mijn eentje netflixen en rommel eten. Een jaar lang heb ik geen groente of fruit aangeraakt. Het resultaat: ik ben veertien kilo bijgekomen. Mijn zoontje, die normaal trots verkondigt dat zijn papa de sterkste is van de hele wereld, zei op een dag: ‘Waarom ben je altijd te moe om te spelen?’ Dat kwam hard binnen. Maar zo zie je: met alle kennis en ervaring kan je toch weer eventjes afglijden. Ik heb de tools om me te herpakken, en ben hard aan het trainen om die coronakilo’s er terug af te krijgen. Maar het is duidelijk, het werk is nooit klaar.”

Drie tips om gezond en fit te worden

Pas je voeding aan je verbruik aan

“Een auto die een hele dag geparkeerd staat, moet je niet vol benzine gieten. Als je een zittend beroep hebt en alle verplaatsingen met de auto doet, moet je ook niet de hele dag energierijke voeding tanken. Maar als je overdag actief bent en ’s avonds nog een stevige work-out wilt doen, dan moet je wél je lijf van genoeg brandstof voorzien. Dat betekent: koolhydraten voor energie, eiwitten om spiermassa te kweken.”

Zondig af en toe, en geniet ervan

“We moeten af van het idee dat ‘zondigen’ iets is wat met schuldgevoel gepaard gaat. Gun jezelf eens een zot weekend of een decadente vakantie, en weet dat je daarna even op je tanden zult moeten bijten om die uitspatting te compenseren.”

Kweek discipline door kleine overwinningen

“Leer om af en toe eens nee te zeggen tegen je eigen impulsen. Drink bijvoorbeeld één glas wijn bij de maaltijd en schakel dan over op water. Is dat tweede glas wijn een vreselijke ramp? Nee. Maar door controle te nemen over je eigen beslissingen, word je mentaal sterker.”

Meer info: Instagram: @allbear / www.thebrick.be