Direct naar artikelinhoud
De coachCedric Dumont

‘Visualiseer jezelf na je overwinning’: basejumper deelt ultieme topsporttruc om meer te durven in het leven

Bij elke sprong voelt coach Cedric Dumont nog angst. Zijn truc is om zichzelf ná de sprong te visualiseren. Een methode waar ook niet-springers wat mee kunnen.Beeld Joris Casaer

Toen hij als kind verkondigde dat hij later als een vogel, verklaarde de juf hem voor gek. Ze had het mis. Avonturier-ondernemer Cedric Dumont is verwoed basejumper en weet ook bij anderen de durver wakker te maken.

Springt hij niet van hoge gebouwen, dan helpt hij topondernemers en profsporters hun focus te ­bewaren, geeft hij lezingen en reikt hij ons met zijn boek Dare to Jump een tool aan om onze dromen te verwezenlijken. “Het is heel simpel: alles draait om ­durven. Durven keuzes te maken, durven jezelf te zijn, durven te springen. Want je droomleven begint buiten je comfortzone.”

Wat maakt het ons zo moeilijk om te durven springen?

“We leven in een maatschappij die van regels samenhangt. De social bullshit rules, noem ik ze. Wijken we af van de ­plat­getreden paden, dan worden we daar nogal snel op gewezen. Dat maakt dat velen onder ons een weg volgen waarvoor ze niet zelf gekozen hebben. We doen vooral wat er van ons wordt verwacht. Het is griezelig hoe hard ons dat kan belemmeren, hoe snel we in die socio-educatieve kooi opgesloten raken. Denk aan doktersfamilies waar het ­ondenkbaar is dat een zoon schrijnwerker wordt. Ook al wordt die jongen daar ­misschien honderd keer gelukkiger van.”

We moeten te veel opboksen tegen de anderen?

(knikt) “Soms weet je dat je het anders wilt gaan doen, maar hoor je in je omgeving niks anders dan: ‘oei, ben je wel zeker?’ Tja, als je dat een keer of twintig hoort, zul je toch al minder zeker zijn van je stuk. En dan begin je weer te twijfelen. ‘Misschien is het nog niet het goeie moment?’ ‘Wat als ik die vaardigheden mis?’

“Onthoud dan vooral dit: veel van die criticasters zijn gewoon jaloers. Want zij blijven wel braafjes in hun ­comfortzone, en zien dat niet zo graag gebeuren, dat ­anderen wél durven uit te breken.”

Heeft de coronacrisis met al die videocalls ons daar geen duwtje in gegeven, om het roer te willen omgooien?

“Every cloud has a silver lining. En bij corona was dat deze: dat velen hebben ingezien dat ze niet meer op de juiste plaats zitten. Ze stelden zich de vraag: ‘wat ben ik hier eigenlijk aan het doen?’ Op dat vlak zijn we er sterker uit gekomen. We zijn allemaal meer op zoek gegaan naar onze drijfveren, naar onze zingeving en ons doel.

“Dat is misschien nog de grootste nalatenschap van de coronacrisis: het inzicht dat we high performance – ons ­volste vermogen benutten – niet kunnen loskoppelen van voldoening en geluk, van mentaal welzijn en emotionele balans. Meer dan ooit is het ons beginnen te dagen dat we niet willen presteren puur om te presteren.”

U waarschuwt ook voor die donkere kant van presteren. ‘Alleen maar presteren om te presteren kan erg kwalijk zijn.’ Hoe kunnen we ons daartegen wapenen?

“Door jezelf de juiste vragen te stellen. Weet je, we klimmen altijd op een ladder, zeker in de grote bedrijven. En de vraag die ons het meeste bezighoudt is: hoe hoog sta ik op de ladder? Terwijl we ons vooral zouden moeten afvragen: staat mijn ladder wel aan de goeie kant van de muur?

“Ik zie veel mensen die erg hoog staan, maar die uit hun job totaal geen voldoening meer halen. De performance paradox, heet dat. Hoe je almaar minder zingeving ervaart in je werk, terwijl je nochtans steeds meer je best doet.

“Of nog: je bent zo gedreven en goed in wat je doet dat je jezelf er helemaal in verliest, en dat ten koste van je ­gezondheid of je gezin. Ook dat is die dark side.”

Presteren zonder zelfkennis – op automatische piloot – kan slecht uitpakken, stelt u. Hoe kunnen we dat zelfinzicht opkrikken?

“Zelfkennis is de eerste stap naar voldoening: het maakt het verschil tussen goed en geweldig. Jammer genoeg zit er geen schakelaar in ons hoofd waarmee we dat zomaar kunnen aanzetten. Dat is echt een bewustwordingsproces.

“Een goeie tip is: ontdek je foute patronen. Het komt wel vaker voor dat we onze eigen patronen niet herkennen, ­terwijl onze omgeving ze wel ziet. Ook in jobs. Stel: je ­verandert van werk omdat de communicatie met je collega’s moeilijk is. Je gaat bij een ander bedrijf aan de slag, maar botst er binnen de kortste keren op hetzelfde probleem. Dan is het veel makkelijker om weer van werk te veranderen dan om toe te geven dat jijzelf deel bent van het probleem: dat je zélf slecht communiceert.”

Cedric Dumont: ‘Doe elke dag iets wat je bang maakt. Spreek bijvoorbeeld eens een onbekende aan op het perron. het is heel simpel: wie durft, wint’Beeld Joris Casaer

Zoek uit wat je blinde vlekken zijn, tipt u nog. Wat bedoelt u daarmee?

“Behalve onze sterktes – die we moeten inzetten en ­ontwikkelen – hebben we ook allemaal onze blind spots – onze zwaktes of groeipunten, zeg maar. Belangrijk is: ga ook daar de confrontatie mee aan. Vraag feedback aan mensen die je vertrouwt en respecteert, mensen die jou inspireren. En vraag hen naar jouw drie tops – sterke punten – en drie tips – groeipunten. Je zult zien, daar steek je veel van op.

“Een van mijn blinde vlekken is dat ik soms nogal lui kan zijn, last kan hebben van uitstelgedrag. Of, vroeger dan, dat ik soms niet heel hoog durfde te dromen. Tegenwoordig heb ik minder last van beperkende gedachten, maar toen ik voor het eerst een lezing moest geven voor een groot bedrijf, dacht ik: hier ben ik niet klaar voor. Natuurlijk was ik daar wél klaar voor, ik was alleen bang om te falen.”

Herkenbaar, die faalangst. Laten we ons al te vaak afremmen door belemmerende gedachten?

“Absoluut. Wij hebben nog maar een idee in ons hoofd en we gaan onszelf al beperken. ‘Oei, heb ik daar wel de juiste vaardigheden voor?’ ‘Zou ik dat niet beter uitstellen tot het wat rustiger is in mijn leven?’ Sorry dat ik het zeg, maar het wordt nooit rustiger. (lacht)

“Velen glijden op de oppervlakte van het leven, zonder echt te weten wie ze zijn. Ze gaan op zoek naar een job, naar veiligheid, en blijven daarin plakken, zelfs als ze niet op hun plaats zitten. Ik zeg altijd: op zoek gaan naar ­veiligheid is de beste én snelste manier om je dromen op te geven. En dat is doodzonde.

“Het komt er dus op aan die angst – vaak faalangst – aan te pakken. Want als je altijd naar dat ‘wat als?’-­stemmetje in je hoofd blijft luisteren, zul je nooit in actie schieten.”

Onze angst overwinnen is wel een mentale work-out, zegt u. Hoezo?

“Mensen vragen me vaak: ‘Geef me daar eens een ­pasklaar trucje voor’. Maar er bestaan geen shortcuts. Angst overwinnen is dagelijks werk, hard labeur. Door elke dag iets te doen wat je bang maakt, groei je als ­persoon. Hoe meer je buiten je comfortzone stapt, hoe sneller je negatieve angst in positieve zult omzetten.”

Ik hoop dat u nu niet zegt dat we allemaal moeten beginnen te basejumpen?

(lacht) “Voor alle duidelijkheid, het kan ook om een emotioneel ‘risico’ gaan. Spreek bijvoorbeeld eens een onbekende aan op het perron terwijl je op je trein wacht. Eerlijk gezegd, voor mij is dat een enorme uitdaging, ik heb het daar zelf heel moeilijk mee.

“Maar het punt is: we moeten onze angst omarmen. Alleen al door die emotie te aanvaarden, verandert je perceptie ervan. Je wordt waarnemer in plaats van slachtoffer. Kortom: deal with it, maak geen drama van je angst. Het is oké om bang te zijn. Maar het is heel simpel: wie durft, wint.”

Is het ook niet zo dat we vaak geen actie ondernemen omdat we niet alle controle hebben?

“Zeker, maar weet dan dat je nóóit alles onder controle kunt hebben. De voorbije achttien maanden zijn daar een treffend voorbeeld van. Wat we wel zelf in de hand hebben, is hoe we tegen de dingen aankijken. Het is niet wát er gebeurt, maar hoe we dat framen. Met andere woorden: omarm je onzekerheid, laat die controle los. Anders ben je zo hard bezig met de toekomst proberen vast te pinnen dat je de controle over het nú verliest. En het is toch wel in het nu dat het moet gebeuren.”

Is ook dat een belangrijke factor voor die high performance: in het nu zijn?

“Absoluut. Wie in het nu is, is rustiger, creatiever, productiever en kan veel betere beslissingen nemen. Het leven is ook geen generale repetitie. Je staat nú al op het podium. Dus soms moet je gewoon denken: ‘dat is altijd al mijn droom geweest. Ik ga eraan beginnen.’

“Hoe vaak hoor je dat niet van mensen die een zware ziekte hebben overleefd. Hoe ze nadien hun hele leven ­hebben omgegooid. Hoe ze nu enkel nog de dingen doen die ze graag doen. De vraag is: moeten we dan echt wachten tot we eerst ziek worden om zo te gaan leven? Nee, want – ruw gezegd – we zijn allemaal terminaal. Er heeft nog niemand zijn eigen leven overleefd.”

Oké, maar we moeten toch ergens wel een toekomstplan voor ogen hebben alvorens te springen, niet?

(wuift weg) “Kijk, als je mij vraagt waar ik over vijf jaar wil staan, heb ik geen idee. Maar ik heb wel elke dag mijn microdoelen, die mij naar een bepaalde visie sturen. Ik weet: als ik mij in het nu engageer, dan kan ik op de toekomst vertrouwen.

“Het ding is: we hebben altijd verwachtingen over hoe de zaken moeten lopen. Maar als je die kunt loslaten, ben je veel vrijer. Dat is the subtle art of not giving a fuck. Verwachtingen blokkeren ons, vernietigen ons. Ga je naar een klant met het idee dat het móét gebeuren, dat je die deal te pakken móét krijgen, dan leg je jezelf ontzettend veel druk op. Koester je, daarentegen, geen verwachtingen, dan zul je net veel meer zelfvertrouwen hebben.”

Geruststellend: we kunnen van een fixed mindset – ‘waarom zou ik iets veranderen?’ – gaan naar een rocket mindset. Wat moeten we daaronder verstaan?

“Bij een rocket mindset draait het allemaal om hoe je nog altijd bij kunt leren, nieuwe competenties kan opdoen, nieuws­gierig blijven. Mensen met een rocket mindset zijn ervan overtuigd dat ze nog kunnen groeien en veranderen. Voor hen is falen ook nooit falen, het is een leerproces.

“Stel: je hebt bij het invullen van een spreadsheet een fout gemaakt. Wie een fixed mindset heeft, zal zichzelf keihard op de vingers tikken: hoe is dat nu mogelijk, hoe kon ik zo ­slordig zijn? Mensen met een rocket mindset zullen eerder denken: hoe kan ik ervoor zorgen dat dit mij niet meer ­overkomt?

“De vraag is dus: hoe snel kun je, bij een tegenslag of harde keuze, weer omschakelen naar een positief ­denkpatroon? Zelf kan ik dat behoorlijk snel, en ik heb toch ook mijn hordes genomen.”

Maar is dat niet makkelijker voor iemand als u? U bent het gewoon om grote risico’s te nemen – op leven en dood.

(schudt zijn hoofd) “Veel mensen denken dat wie grote risico’s neemt, geen angst heeft. Alsof wij, actiesporters, aan een of andere hersenaandoening lijden waardoor we vrij zijn van vrees.

“Waar zit dan het verschil tussen mij en mensen die risico’s mijden? Dat zit ’m in wat je dóét met die angst. Door ervaring en training kan ik er positieve angst van maken.”

Zegt u nu dat u ook nog altijd bang bent – of beperkende gedachten hebt – vlak voor een sprong?

“Tuurlijk, altijd. Meer nog: de dag waarop ik geen angst meer voel, stop ik ermee. Want dat zou betekenen dat ik me niet meer bewust ben van de risico’s, en dan doe je domme ­dingen.

“Soms sta ik bovenop een gebouw te twijfelen: ‘Is er toch niet wat te veel wind?’ ‘Ben ik er wel klaar voor?’ Maar dan zegt dat andere stemmetje: ‘Alle omstandigheden zijn ­perfect, Cedric, en je hebt er zin in. Dus ga ervoor.’

“Een goeie truc, als je moeite hebt om in actie te schieten, is deze: visualiseer een overwinning, net zoals topsporters dat doen. Beeld je jezelf in ná de sprong: hoe je zult groeien als mens, hoe het je zal verrijken. Onze hersenen maken geen onderscheid ­tussen verbeelding en realiteit, dus dat is een sterke tool om je brein te programmeren. Zelf doe ik dat ook. Vlak voor een gevaarlijke sprong beeld ik me in hoe mijn parachute mooi opengaat, hoe ik perfect land. En ik visualiseer de ­voldoening die daarop volgt, zodat ik mezelf zie met een big smile.”

Drie tips om productief te zijn

Blijf in contact met je sterfelijkheid

“Wanneer je beseft dat je tijd beperkt is, word je je bewuster van het feit dat je ­leven geen generale repetitie is. Het moet nu gebeuren. Daarom ook dat je niet het leven van een ander moet leiden, maar het jouwe. Een prettige gedachte is het niet, maar wees je bewust van het feit dat je nog maar een beperkt aantal zomers hebt. Zo kom je tot een sense of urgency.”

Weet wat jou weghoudt van je doel

“We zijn allemaal druk-druk. Maar de vraag is: ben je druk bezig of ben je productief? Mensen die ‘bezig’ zijn, kunnen geen ­keuzes maken, nee zeggen of prioriteiten stellen. Ze aanvaarden alles en doen veel onnodige dingen. Wie productief is, is wel sterk gefocust op prioriteiten. Stel jezelf dus ’s ochtends eens de vraag: ‘Hoe kan ik vandaag het verschil maken?’ Weet dat al de rest afleiding is.”

Kijk niet alleen naar de eindmeet

“Oké, het is belangrijk om gefocust te zijn op een doel. Maar je moet onderscheid maken tussen dat einddoel en het proces ernaartoe. Kijk je alleen naar de eindmeet, in een rechte lijn, dan laad je jezelf veel druk op je schouders. Hou je je blik op de weg ernaartoe, dan ben je veel wendbaarder. Bij een tegenslag zul je makkelijker een stap achteruitzetten, en dan een naar links of rechts, en je kunt weer verder.”

Dare to Jump, Cedric Dumont, LannooCampus, 128 p., 29,99 euro.