Direct naar artikelinhoud
InterviewComédienne Serine Ayari

‘Ik besefte niet altijd hoe fout iets was, omdat de baas een homo of een vrouw was: die kúnnen toch geen #MeToo’tje doen? Jawel dus’

‘Ik besefte niet altijd hoe fout iets was, omdat de baas een homo of een vrouw was: die kúnnen toch geen #MeToo’tje doen? Jawel dus’
Beeld Joris Casaer

De jury van De slimste mens heeft dit seizoen een energie-injectie gekregen, met als krachtigste adrenalineshot: comédienne Serine Ayari (30). Als je uit Vilvoorde komt en toch zo gulzig kunt lachen, dan moet je gevoel voor humor wel opgetrokken zijn uit gewapend beton. Serine Ayari: verbluffende naam, en dan moet u de persoon erachter nog leren kennen.

Veel ervaring heeft Serine Ayari niet met de Vlaamse media – ‘Herman Brusselmans, is dat een schrijver?’ – maar het is wel door haar korte, memorabele passage in De slimste mens vorig jaar dat ze nu vanuit het jurybankje haar licht mag laten schijnen op het bevallige deelnemersveld van seizoen 19.

Serine Ayari: “De impact van het programma blijft me verbazen. Ik was al een paar keer verschenen in De ideale wereld, maar dat had me hooguit een handvol berichten opgeleverd. Toen ik mijn gezicht liet zien in De slimste mens, ontplofte mijn inbox. Ik hield het maar één aflevering vol, maar het leek alsof ik het spel had gewonnen (lacht).”

Ken je de in het De slimste mens-wereldje toch niet onbekende figuur Herman Brusselmans echt niet?

Ayari (lacht): “Nee, sorry! Om je een idee te geven hoe slecht ik op de hoogte ben: de kandidate die bij mijn jurydebuut in het spel kwam, was Klaasje Meijer. Toen ik haar ging opzoeken, bleek dat ze in K3 zat. Ik kwam uit de lucht vallen! Het waren toch Kristel, Karen en Kathleen? En Klaasje is nu zelfs al een éx-K3’tje. Alsof er buiten een razende storm heeft gewoed, waar ik gewoon heb doorgeslapen.”

Het was ook je eerste kennismaking met het Vlaamse publiek, want met je comedyshows treed je hier niet op.

Ayari: “Dat heeft er vooral mee te maken dat ik mijn comedy alleen in het Frans en het Engels breng. Maar door de band genomen heb ik aan De slimste mens tot hiertoe vooral positieve reacties overgehouden. Dat is ooit anders geweest. Mijn eerste blootstelling aan het grote publiek was een nachtmerrie. Toen drie jaar geleden een fragment van mij op RTBF werd uitgezonden, heeft dat een lawine van haatreacties ontketend.”

Nu verwijs je naar het filmpje waarin je zei dat je wel moslim was, maar niet halal, wat je vanuit extremistische hoek in Frankrijk niet in dank is afgenomen.

Ayari: “Het was verschrikkelijk. Elk uur kreeg ik honderden doodsbedreigingen, en verzekerden anonieme mannen mij dat ze mij zo snel mogelijk zouden verkrachten… Mijn familie en vrienden belden me op: ‘Pas op als je buitenkomt, het is écht gevaarlijk.’ Ik had moeten kunnen zeggen: ‘Fuck de haters!’ Het probleem was alleen dat ik op dat moment in mijn carrière nog niet eens lovers had (lachje).”

Intussen zijn we drie jaar verder. Moet jij je nog altijd door security laten begeleiden wanneer je in Frankrijk speelt?

Ayari: “Dat niet. Maar vorige week was ik in Parijs, en ik schrok omdat mensen mij er nog steeds kénnen van dat incident. Er werd onder comedians gesproken over haat op sociale media, en ze keken meteen bezorgd mijn richting uit. Dat zij mij zien als het meisje met de haat aan haar gat, dat is geen leuk gevoel.

“Ik kan er nu rustig over praten, maar ik ben lang héél bang geweest. Ik kon niet op een podium stappen zonder de ruimte te scannen en me af te vragen of er mensen in de zaal zaten die me dood wilden. Bepaalde organisatoren zeiden: ‘Misschien is het beter als je vanavond niet komt spelen. Ons publiek zal niet blij zijn dat je er bent.’ Maar gelukkig ben ik doorgegaan. Ik had nóód aan stand-up. Sterker nog, stand-up heeft zo’n beetje mijn leven gered.”

Ik heb je cv er eens bijgenomen: voordat je comedian werd, heb je naar schatting 8.722 jobs uitgeoefend.

Ayari (lacht): “Je zit er niet ver naast. Daar zitten dingen tussen die ik alweer vergeten ben, of ronduit hilarisch zijn. Zo heb ik na middernacht casinospelletjes gepresenteerd op de zender Q2 (nu VTM 2, red.). En astrologieprogramma’s op de Franstalige televisie: dan belden mensen in om hun toekomst te laten voorspellen door een waarzegger die live bij mij in de studio zat.”

Geloofde jij daarin?

Ayari: “Eerst niet, maar één van de waarzegsters zei eens: ‘Je bent een gast aan het daten, maar kind: daar moet je snel van weglopen.’ Ik geloofde er niks van. Maar ze had zó hard gelijk – de eikel! Daarna heb ik toch af en toe gepolst wat me nog meer ging overkomen.”

Hoe verloopt de auditie om presentator te worden van een astrologieprogramma?

Ayari: “Dat was de makkelijkste auditie die ik ooit heb gehad: ik moest simpelweg vijftien minuten volpraten. Na acht minuten zuchtten ze: ‘Kom, het is al goed, je hebt de job.’ (lacht)

Je hebt ook eens een jaar in Turkije gewoond. Een redelijk willekeurige bestemming: jouw roots liggen in Tunesië.

Ayari: “Ik was leerkracht Engels in Ankara. Op mijn 19de ben ik vertrokken. Ik ben vroeg gestopt met school, zonder diploma. Terwijl al mijn vrienden nog op de unief zaten, werkte ik op de luchthaven. We zaten al snel op een andere golflengte – ik had geen zin in feestjes waar de pintjes 50 cent kostten, terwijl ik cocktails kon betalen (lacht) – dus besloot ik te vertrekken. Dat jaar heeft mij veel volwassener gemaakt.”

Waarom ben je na een jaar teruggekeerd?

Ayari: “Omdat de situatie niet meer veilig was. Het was de periode na de Arabische Lente, en in Turkije vond de Gezi-revolutie plaats. In de winkelstraat werd geschoten met traangas toen ik er panty’s ging kopen. De Belgische ambassade zei me: ‘Meisje, ga terug naar huis.’ (Schouderophalend) Dan ben ik maar bij Louis Vuitton gaan werken.”

Juist: ook in de modesector heb je er een kortstondige carrière op zitten.

Ayari: “Ik mis het soms nog. Vooral als ik in Frankrijk ben: dan merk ik meteen dat ik niet meer up-to-date ben. Iemand vertelde me net dat Olivier Rousteing, dé ontwerper van Balmain, zwaargewond is geraakt: zijn schoorsteen is ontploft. Vroeger wist ik zulke shit metéén.”

Je lichaamsbeeld was vroeger niet altijd even positief: in je jeugd werd je zwaar gepest vanwege je gewicht. Is de modewereld dan wel zo’n gezonde werkplek?

Ayari: “Van de meeste kleren die ik verkocht, wist ik dat ik ze zelf nooit zou kunnen dragen. Ik heb dan maar een liefde ontwikkeld voor mannenmode, want op die afdeling vond ik wél T-shirts in mijn maat.

“Na de feestdagen zei mijn manager: ‘Tijd voor iedereen om op dieet te gaan. Alleen nog avocado en pompelmoes in de cafetaria!’ Daar zat ik met mijn potje spaghetti bolognese. Wie honger had, moest maar een sigaretje roken. Dat is van die shit waarvan je denkt dat ’t alleen op tv gebeurt. En toch... Ik vind het zo mooi! Mode is kúnst, hè. Zie het zo: films zijn ook prachtig, maar dat wil niet zeggen dat Hollywood de beste plek is om te werken.”

Stond jij sterk in je schoenen?

Ayari: “Nee, totaal niet. En ik zag rond me veel foute dingen gebeuren. Ik heb vrouwen fantastisch werk zien leveren, maar ze kregen geen promotie. ‘Ha nee,’ legde de baas uit, ‘want blijkbaar wil ze kinderen.’ De promotie ging dan naar een man. Toen dacht ik: ik moet hier weg. Ik besefte niet altijd hoe fout iets was, omdat de baas een homo of een vrouw was: die kúnnen toch geen #MeToo’tje doen? Jawel dus.”

Krijg je soms met ongewenste intimiteiten te maken in de comedywereld?

Ayari: “Ja. Ik ontmoette eens een Nederlandse comedian in Amsterdam, en op het moment dat ik naar huis wilde gaan – het sneeuwde – zei hij: ‘Kom anders bij mij slapen.’ Toen ik weigerde en ‘tot de volgende keer’ zei, verduidelijkte hij: ‘Als je wilt dat er nog een volgende keer ís, kom je beter bij mij slapen.’ Goed, daar treed ik dus niet meer op. In Frankrijk krijg ik ook wat te horen, vooral van organisatoren: ‘Amai, ik had je eerst geboekt omdat ik je lekker vond, maar uiteindelijk ben je echt wel grappig!’”

‘Toen ik in de modewereld werkte, heb ik veel foute dingen zien gebeuren. Wie honger had, moest maar een sigaretje roken. Maar ik besefte niet altijd hoe fout die shit was.’Beeld Joris Casaer

NIET GRAPPIG

Wanneer is comedy op je pad gekomen?

Ayari: “Toen ik met een vriendin op vakantie ging. Eigenlijk wilden we naar Rome, maar de vliegtickets naar New York kostten evenveel, dus wij dachten: fuck it! Die reis was mind-blowing. Ik geloof rotsvast dat iedereen minstens één keer in zijn leven naar New York moet, waar elke straathoek een filmset is.

“Toen we een comedyclub bezochten, ging een wereld voor me open: vijf, zes comedians passeerden de revue met korte, hilarische sets – iets totaal anders dan de avondvullende shows van bij ons. Terwijl je iets eet en drinkt, lach je je een breuk. Wow, dacht ik, this is the shit!

In het New Yorkse open mic-circuit kom je soms tenenkrullende performers tegen. Ik zag eens een brandweerman die tijdens 9/11 van alles had meegemaakt en moppen bleef maken over meeuwen die aan de lijken van de slachtoffers pikten. Je vóélde de hele zaal – of toch de zes mensen die er waren – ineenkrimpen.

Ayari (lacht): “O ja, het ‘plaatsvervangende schaamte’-gevoel. Ik heb het vorige week nog meegemaakt in Brussel, met een meisje dat net gestart was. Ze deed een hele set over haar bevalling, maar véél te expliciet. Het was niet grappig, het was gewoon verschrikkelijk om te horen wat ze had meegemaakt. Maar zo gaat dat: traumaverwerking is het water en brood van de beginnende comedian. Ik had dat zelf ook. Pas daarná begint het te dagen dat mensen naar je komen kijken om te lachen, niet om een therapiesessie te volgen.”

Als jonge twintiger wisselde je voortdurend van job en bleef je nooit lang op dezelfde plek. Was je voor iets op de vlucht?

Ayari (knikt): “Ik was aan het weglopen – ik heb altijd al last gehad van vluchtgedrag. Maar: sinds ik stand-up doe, is die drang gaan liggen. Sterker nog, nu voel ik niet meer de nood om weg te gaan uit Vilvoorde, terwijl ik mijn hele jeugd niets liever wilde dan ontsnappen: uit mijn straat, uit mijn stad, uit België zelfs.”

Je bent een rasechte Vilvoordenaar. Mag ik zeggen dat ik ’t één van de lelijkste steden vind waar ik ooit ben geweest?

Ayari (lacht): “Jij werkt in de media en kent dus alleen de kant van Vilvoorde waar Woestijnvis en SBS hun kantoren hebben: de lelijke kant. Maar er is ook nog een andere kant, die alleen de natives zien. Waar ik woon, is het niet grijs en vuil. Er staan kerselaars in mijn straat, die in de lente roze en in de herfst geelrood kleuren.

“Trouwens: zelfs die industriële kant vind ik óók iets hebben. Vilvoorde hééft een industrieel verleden, hè. Denk maar aan de Renault-fabriek. Toen die de deuren sloot, is alles hier enorm verarmd. Dat doet me dan denken aan Amerika: de Midwest, Chicago, Detroit. Het zogenaamde flyover country waar Trump zijn stemmen is gaan ronselen, waar het gewone werkvolk óók in de steek is gelaten. Als ik in Vilvoorde mensen zie rondlopen, dan voel ik: ‘Wij maken deel uit van hetzelfde verhaal.’ Ik weet niet waarom, maar I like that shit.”

‘De impact van ‘De slimste mens’ blijft me verbazen. Na mijn passage in het programma ontplofte mijn inbox.’Beeld Play 4

TOM EN DRIES

Wanneer zijn je ouders in Vilvoorde terechtgekomen?

Ayari: “Toen hun appartement in Sint-Pieters-Woluwe te klein werd voor hun drie dochters. Maar ze spraken geen Nederlands, en wilden dus ook niet té diep de wildernis van Vlaanderen intrekken (lachje).

“Voor mij was het ook wennen. In Brussel gingen we elke zondag met alle kinderen van de wijk naar het park. In Vilvoorde was ik alleen met mijn zussen. Toen er een meisje dag kwam zeggen, stotterde ik: ‘Eén, twee, drie, vier, hoedje van papier.’ Tot daar mijn volledige kennis van het Nederlands (lacht). Maar ik kreeg het snel onder de knie. Mijn ouders hadden het moeilijker: mijn moeder spreekt intussen Nederlands, maar mijn papa is niet zo goed met taal. Een echt sociaal leven in Vilvoorde hebben ze nooit kunnen uitbouwen.”

Voelen ze zich aanvaard?

Ayari: “Zo denken zij er niet over na. Migranten van de eerste generatie verlangen niet naar aanvaarding, zij willen gewoon hun leven uitbouwen. Goede burgers zijn, goede werkkrachten: verder reikt hun ambitie niet. Ze weten waar hun roots liggen, en waar ze later begraven zullen worden.

“Echt aanváárd worden, dat is voor mij veel belangrijker. Ik kan niet zeggen, zoals mijn ouders: ‘Laat ze maar praten.’ Want ik ben van híér. Als mensen mijn papa uitlachen met zijn accent, dan glimlacht hij: ‘Als zij mijn taal zouden spreken, zouden zij ook een accent hebben.’ Hij had het voordeel dat hij een atleet was: hij is als professionele handballer naar België gekomen. Oké, in bars en discotheken mocht hij als enige van de ploeg niet binnen, maar hij slaagde erin om dat op de één of andere manier niet aan zijn hart te laten komen: hij was ervan overtuigd dat hij beter danste dan al die witte mannen, en dat ze gewoon bang waren dat hun vrouwen op hem zouden vallen (lacht).

“Mijn ouders woonden vroeger in de Tunesische hoofdstad Tunis, waar iedereen ruimdenkend was: hun beste vrienden waren Joden en Italianen. Zij waren de stadsmensen die opeens met een Belgische dorpsmentaliteit te maken kregen, maar zich daar altijd boven hebben gezet, in de wetenschap dat ze hier een goed leven hadden.”

Van Tunis naar Vilvoorde: dat lijkt, vergeef me, toch een enorme verschraling.

Ayari: “Mijn grote zus woont nu in Tunesië. Zij weet goed waarom ze die keuze heeft gemaakt. Maar makkelijk is ’t niet, vertrekken. Ook niet voor mijn ouders. Zij wisten dat het hier moeilijk was, maar hier moesten ze hun kinderen tenminste niet naar een privéschool sturen om zeker te zijn van goed onderwijs. Misschien was hun leven in Tunesië helemaal niet zo comfortabel geweest als hier. Misschien waren ze in Tunesië zelfs helemaal niet getrouwd geweest.”

Je moeder is pas veel later hierheen gekomen, toch?

Ayari: “Als mijn papa geen beroemde handballer was die in Europa speelde, dan had ze waarschijnlijk niet eens naar hem omgekeken (lacht). Dan was ze geëindigd met de Tunesische bankier die ze datete vóór mijn papa. En dan was ik er niet.

“Dat ik er wél ben, sterkt hen in de overtuiging dat hun leven de juiste afslag heeft genomen. Ze zeggen dat ook: ‘Als we zien hoeveel talen je kent, hoeveel reizen je hebt kunnen maken... Dat was nooit gelukt met een Tunesisch paspoort.’”

'Toen ik jaren geleden op tv zei dat ik wel moslim was, maar niet halal, kreeg ik élk uur honderden doodsbedreigingen.'Beeld Joris Casaer

Praat je daar soms over met je mama? Jij volgt fier je eigen pad, maar haar leven heeft altijd in het teken van anderen gestaan.

Ayari: “Natuurlijk! Zij is daar alleen maar fier op, want het is door háár opofferingen dat haar dochters iets hebben kunnen maken van hun leven. Ik ben daar enorm dankbaar voor.

“Vroeger was ik niet dankbaar genoeg. Dan dacht ik weleens: ‘Waarom zijn wij hier?’ Want hier waren we relatief arm. In Tunesië leidden onze ooms en tantes intussen een rijkelijk leven. Mijn moeder counterde dan: ‘Maar zij kunnen amper het land uit.’ Het was de grote droom van mijn neef om ooit naar Barcelona te gaan, maar hij heeft nooit een visum gekregen. Terwijl ik denk: Barcelona? Goh ja, toch liever Lissabon (lacht).”

Heb je een goede band met je Tunesische familie?

Ayari: “Ik haal die momenteel weer aan. En mijn band met het land zelf was nooit sterker: ik voel de nóód om er af en toe naartoe te reizen.”

Wat maakt van Tunesië zo’n opwindend land?

Ayari: “De geschiedenis alleen al! Het was één van de machtigste gebieden van het Romeinse Rijk. Het was daar dat Hannibal vertrokken is met zijn olifanten!

“Het blijft tot vandaag een weerbarstige natie. De Tunesiër zal altijd blijven vechten voor z’n rechten en z’n land. Ook de vrouwen. Tijdens de Arabische Lente heb ik vrouwen massaal op straat zien komen: niet alleen de tieners, maar ook de bommaatjes. En in België laten we maar begaan, zelfs als we jarenlang geen regering hebben. (Denkt na) Wij hebben veel te leren van Tunesische vrouwen: luide, dappere, krachtige wezens. Mannen die méér verdienen dan vrouwen voor dezelfde job: daar is in Tunesië geen sprake van.”

Stel dat je nu een heel betoog hebt over Vlaams Belang of Schild en Vrienden, zou je dat dan ongecensureerd op een publiek loslaten? Of denk je daar nu twee keer over na, de vroegere bedreigingen indachtig?

Ayari: “Liefst van al zou ik er geen gedachten aan vuilmaken. Wat Tom Van Grieken en Dries Van Langenhove uitkramen, kwetst mij. Waar zij toe in staat zijn, dat vind ik té angstwekkend: daar maak ik dus geen moppen over. Ik wil daar niets mee te maken hebben.”

In De Columbus moest je enkele tranen wegpinken toen je het over racisme had. Ik vond dat aangrijpend: in de media zie je meestal de terechte boosheid die racisme opwekt, maar zelden de kwetsbaarheid.

Ayari: “Bedankt! Ik was bang voor de reacties, maar iedereen reageerde positief. Hoe kleingeestig racisme ook is, en hoe dom mensen die erin blijven volharden ook zijn, het zal altijd blíjven kwetsen. ’t Is pure onmacht: ‘Jij wilt mij hier niet, maar je kent mij niet eens: waarom geef je mij geen kans?’ Dat is keihard. Terwijl ik zóveel moeite doe. Méér dan mijn witte Vlaamse vrienden.”

‘Hoe kleingeestig racisme ook is, en hoe dom mensen die erin blijven volharden ook zijn, het zal altijd blíjven kwetsen.’Beeld Joris Casaer

LEREN DRINKEN

Je bent een voorvechter van mentale gezondheid en vertelt open over het feit dat je in therapie bent gegaan. Waarom heb je die stap gezet?

Ayari: “Ik was te kwaad, en ik vond geen uitweg uit mijn woede. Ik kon niks meer positief zien, was prikkelbaar, had precies elke dag mijn regels (glimlacht).

“Ik was 26 en mijn moeder had net kanker gekregen. Raar genoeg was ik kwaad op mijn ouders, omdat ik hen opeens niet meer zag als die veilige, heilige figuren, maar wel als feilbare mensen met kwetsbaarheden. Ik denk dat ik vooral kwaad was op het feit dat ik geen kind meer was, en dat ik vrede moest nemen met het leven zoals zich dat aan mij presenteerde: is dit het dan? Ik was echt niet gelukkig.”

Je was naar eigen zeggen onaangenaam om bij in de buurt te zijn.

Ayari: “Ik had opeens door hoe oneerlijk de wereld in elkaar zat: dat was een loodzwaar besef. Ik werd heel negatief. Mijn humor was het enige dat ervoor zorgde dat mensen mij nog graag hadden en niet gillend van me wegliepen. Ik was onuitstaanbaar, hoor. Eigenlijk heeft het niet veel gescheeld of ik was al mijn vrienden en familie kwijt.

“Mijn therapie heeft me geleerd om opstandig te zijn tegen zulke doemdenkerij. Het wás niet mijn lot om neergetrokken te worden in een eindeloze negatieve draaikolk, ik kon zélf weer naar boven zwemmen.”

Als tiener zocht je troost in eten. Heb je later naar iets gevaarlijkers gegrepen, zoals alcohol of drugs?

Ayari: “Gelukkig heb ik drugs altijd als iets louter recreatiefs kunnen zien. Een joint, dat is voor mij: samen een tekenfilm kijken en lachen, níét de hele dag door paffen als een schoorsteen. Met alcohol is dat ook zo. Dat heb ik aan mijn papa te danken: hij heeft me leren drinken.”

Wel zo handig.

Ayari: “Op de goeie manier, hè. Hij wist welke wijn bij welk gerecht hoorde, hij leerde me dat je niet te snel hoort te drinken en dat je tussendoor af en toe een hapje moet eten. Hij heeft me het plezier en de schoonheid van alcohol bijgebracht, zónder dronken te worden.

“Ik denk dat ik nuchter naar mezelf kan kijken. Ik was vroeger obees omdat ik verslááfd was aan eten, maar daar was ik me van bewust, en ik heb geprobeerd om mezelf te genezen. Wat is er mis met mij, dat ik het niet kan laten om eten te bingen? Waarom vind ik troost in schrokken? Ik heb mij over dat probleem gebogen, en heb het opgelost.”

Is dat nu voor honderd procent achter de rug, of zal eten altijd een issue blijven?

Ayari: “Als het niet goed gaat met mij, begin ik wéér te eten. Tijdens de pandemie had ik bijvoorbeeld die reflex. Het was heel confronterend om naar De Columbus te kijken, want die aflevering is gefilmd toen ik 7 kilo was bijgekomen. Ik keek er niet graag naar terug.”

Je zei eens in een interview dat je vaak nadenkt over eenzaamheid.

Ayari: “Ik denk dat ik dankzij covid mijn eigen gezelschap heb leren te appreciëren. Ik kan gelijk wanneer een boek lezen, een podcast beluisteren, een film opzetten die niemand anders wil zien: dat geeft een zekere rust. Ik zie vaak vriendinnen in een relatie waarin ik ab-so-luut niet verzeild zou willen raken. Veel vrouwen zijn beter alleen, maar durven niet.

“Het enige wat nog altijd pijn doet, is dat ik na een fantastisch optreden binnenkom in een leeg huis, en dat ik de euforie met niemand kan delen. Ja, ik kan mijn zussen bellen, maar misschien zijn ze net aan het koken, of steken ze de kleine in bed. Iemand die er op zulke momenten onvoorwaardelijk voor je is: ja, dat lijkt me wel wat. Er overkomt mij ook zoveel fucked up goeie shit (lacht). Om maar iets te zeggen: Jan Vertonghen zat gisteren naar mijn Instagram-stories te kijken. En de week daarvoor Romelu Lukaku! Dat moet je toch op z’n minst even kunnen melden? Ik ben een meisje van Vilvoorde, en wanneer er mij shit overkomt die het Vilvoordse overstijgt, dan wil ik daar bij voorkeur samen met iemand die ik graag zie van genieten.”

Als je in de machinekamer van je leven mag plaatsnemen, wat verander je dan?

Ayari: “Ik zou echt graag een leuk appartement vinden, hier in de buurt. En ik wil iets slims met mijn geld doen. Omdat ik geen partner heb, ben ik veel te vrijgevig. ‘Ah, jij hebt even geen geld voor een weekendje Parijs? Geen zorgen, ik trakteer!’”

Je kunt nog altijd een kameel kopen: ik hoor dat dat een droom is.

Ayari (razendsnel): “Kost 4.000 euro. Maar waar moet ik dat beest laten grazen? Mijn droom is om ooit een prachtig huis te bouwen in Tunesië, met genoeg ruimte voor een uit de kluiten gewassen kameel. Ik zou dat beest doodgraag zien.”

Klopt het dat jij in een vorig leven een Egyptische koningin bent geweest?

Ayari: “Dat heeft één van die waarzegsters me verteld, ja (lacht). Pas op, het kán. De klassieke oudheid boeit mij al van kinds af aan: ik wilde als klein meisje archeoloog worden met een specialisatie in egyptologie. Putjes graven en shit vinden! Dat is één van de enige carrières die ik uiteindelijk niet heb nagestreefd.”

Wel pech dat je bij de reïncarnatie niet verder bent geraakt dan comédienne.

Ayari: “Een upgrade is het niet. Maar ik ben er tevreden mee. Ik ben op een vredevolle, leuke plek in mijn leven. Ik had me nooit kunnen voorstellen dat ik op mijn 30ste zo gelukkig zou zijn – die kameel is voor later.”

De slimste mens ter wereld, Play4, maandag tot donderdag, 21.40 uur

© Humo