Salah Abdelsam getuigt vol zelfbeklag: “Zelfs dieren worden zo niet behandeld”

Salah Abdeslam heeft vandaag getuigd op het proces over de aanslagen in Parijs. Na een periode als paranoïde gedetineerde, gedraagt hij zich nu beter. Cipiers hebben het zelfs over een “respectvolle en innemende gevangene”. Vol zelfbeklag getuigde de hoofdverdachte van de aanslagen van Parijs en ook Brussel over zijn gevangenisregime. Na hem kwam zijn bloedbroeder Mohamed Abrini aan het woord.

tg
Bron: BELGA

Salah Abdeslam is de enige overlevende van het commando van terreurgroep IS dat 130 dodelijke slachtoffers en honderden gewonden eiste. Hij riskeert levenslang voor de terroristische misdaden waarvan hij beschuldigd wordt. Maar over hun religieuze overtuiging en radicalisering zal het speciale hof van assisen de veertien aanwezige beschuldigden de komende dagen niet ondervragen. Die aspecten komen pas in januari aan bod, in maart wordt hun psychologische en psychiatrische evaluatie besproken. 

Dinsdag werd Abdeslam door de voorzitter van het hof, Jean-Louis Périès, en verschillende advocaten aan de tand gevoeld. Na de vragen over zijn leven voor de aanslagen, kwam zijn hechtenis aan bod. In de gevangenis krijgt hij bezoek van zijn zus, moeder en tante. Hij staat op goede voet met het penitentiair personeel. “Het is hallo en tot ziens. Maar dat wil niet zeggen dat ik gesloten ben. Als men met mij praat, praat ik”, benadrukte Abdeslam tegenover voorzitter Périès.

Verschillende detentieverslagen werden aangehaald. In 2016 en 2017 wordt hij afgeschilderd als een “paranoïde” gevangene, hij zou ervan overtuigd geweest zijn dat iemand hem wilde vergiftigen. Hij wilde met niemand praten. Abdeslam wenste daar echter niet over te spreken.

Sinds 2019 is zijn verblijf in de gevangenis zonder incidenten verlopen. Hij staat bekend als “respectvol en innemend”. Hij weigerde psychologische hulp, omdat hij dat naar eigen zeggen niet nodig had.

Camerabewaking

Zijn advocaat, Olivia Ronen, stelde hem vragen over zijn hechtenis in de gevangenis van Fleury-Mérogis, nabij Parijs, waar hij 22 uur per dag in de cel doorbrengt. ‘s Ochtends en ‘s middags sport hij of wandelt hij op de ommuurde binnenplaats. “Mijn cel is negen vierkante meter groot, er zijn twee bewakingscamera’s”, vertelde Abdeslam. Volgens meester Ronen is Abdeslam de eerste gevangene die door twee bewakingscamera’s in de gaten wordt gehouden. 

Hoewel hij leek te beseffen dat het cameratoezicht als doel heeft zelfdoding te voorkomen, wenste hij het de andere gevangenen naar eigen zeggen niet toe. “24 uur op 24 uur leven met camera’s op je gericht... Ik heb het met moeite doorstaan, dankzij mijn Heer, maar misschien zullen anderen het niet volhouden”, getuigde Abdeslam. Hij meende zelfs dat het gevangenen juist tot wanhoopsdaden zou kunnen drijven. “Zelfs dieren worden zo niet behandeld”, besloot hij. 

Voorzitter Périès, wees Abdeslam erop dat zijn medegevangenen in Fleury-Mérogis de cel delen met een andere gevangene, soms zelfs met twee anderen en dat zij niet beschikken over een aparte cel om in hun eentje te sporten. Een van de magistraten vroeg hem nog of hij sinds zijn arrestatie al een verzoek tot vrijlating had ingediend. Dat is niet het geval. Waarom? “Omdat ik me moeilijk kan voorstellen dat jullie me zouden laten gaan”, antwoordde Abdeslam.

Na Abdeslam is het de beurt aan zijn jeugdvriend Mohamed Abrini, de “man met het hoedje” die verdacht wordt van de aanslagen in Brussel in maart 2016.

Mohamed Abrini werd gezocht sinds de aanslagen in Parijs. Toen hij in april 2016 werd opgepakt in Anderlecht, bekende hij dat hij de “man met het hoedje” was, die op bewakingsbeelden van de luchthaven van Zaventem te zien was kort voor zijn twee mededaders zich daar opbliezen. Hij liet in de vertrekhal zijn bagage achter, met de zwaarste lading explosieven.

“Toen ik heel klein was, noemde men me Spiderman”, omdat hij op muren klom. Later kreeg hij nog de bijnamen Brioche en La Brink’s. Abrini had naar eigen zeggen “een normale jeugd”, tot het misliep. “Gefaald op school, gefaald in de sport, schaakmat”, vertelde Abrini. “Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen: in Molenbeek heb je geen keuze.” Volgens Abrini slaagt 80 procent van de jongeren die opgroeien in Sint-Jans-Molenbeek niet in het leven, slechts 20 procent lukt het wel. “Ik maak deel uit van zij die niet geslaagd zijn”, stelde hij.

Abrini ©  rr

Niet geboren met baard en kalasjnikov

Nog veel meer dan zijn jeugdvriend Abdeslam gokte hij. “In tegenstelling tot bij Salah, was het een ziekte”, gaf hij toe. In een periode van vier tot vijf maanden zou hij “soms wel 5.000 euro per dag” hebben verspeeld. Een bijstaande rechter vroeg hem naar zijn alcoholgebruik en cannabisconsumptie. “We gingen naar discotheken, we dronken, we rookten”, vertelde Abrini. “We zijn niet zo uit de buik van onze moeders gekomen, bebaard met een Kalasjnikov in de hand.”

Abrini werd op 22 maart gefilmd in de luchthaven van Zaventem. Om zijn karretjes, de zwaarste lading explosieven. ©  rr

“Ik wilde niks anders doen dan naar Syrië gaan”, vertelde hij. “Salah Abdeslam en ik, we zijn op dezelfde manier door het lot getroffen, we hebben allebei een broer verloren. Wat er gebeurd is, is compleet geschift. Ik weet dat iedereen hem haat. Maar Salah Abdeslam is als een broer.”

Een sluitende verklaring voor zijn levenswandel kon hij uiteindelijk niet geven. Maar hij wees op de alomtegenwoordigheid van gewelddadige oorlogsbeelden. Volgens Abrini stemde elk huishouden af op de Arabische nieuwszender al-Jazeera. “In alle families, in alle huizen, in alle cafés, zag je de oorlog. Je zag alleen maar de oorlog”, vertelde hij.

LEES OOK. Salah Abdeslam getuigt op proces in Parijs: “Ik was een rustig, aardig iemand. Ik gehoorzaamde mijn ouders”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen