“Stimulans ligt bij ziek houden van patiënten”: Is onze financiering voor huisartsen aan verandering toe?

De financiering van huisartsen heeft nood aan verandering. Het huidig systeem werkt voornamelijk met een verloning per prestatie: hoe meer patiënten een arts ontvangt, hoe hoger het loon. Maar houdt die maatregel wel steek of gaat het uit van een verkeerd beeld van de gezondheidszorg?

“Doordat huisartsen nu per prestatie worden betaald, ligt onze stimulans bij zo veel mogelijk patiënten zien. En eigenlijk ook bij het ziek houden van patiënten, want we worden betaald als mensen ziek zijn, niet als ze gezond zijn. Een patiënt die naar een slaappil vraagt, kan op vijf minuten weer buiten zijn als je dat gewoon voorschrijft. Als je het slaapprobleem wil bespreken en begrijpen, heb je veel meer tijd nodig. Maar je wordt er evenveel voor betaald…”

Aan het woord is huisarts Sophie Van Steenbergen, in een interview met de Gazet van Antwerpen legt ze uit waar de huidige financiering volgens haar de mist in gaat. Door de lonen per prestatie te berekenen, komt de klemtoon dus op de kwantiteit in plaats van de kwaliteit te liggen. Het systeem per prestatie legt ook een extra werkdruk op huisartsen, en daar hebben ze de maat vol van.

Forfaitiar systeem

Er bestaat reeds een alternatief voor de verloning per prestatie: het forfaitair betalingssysteem. Volgens dat systeem wordt aan de groep zorgverstrekkers een vast bedrag per ingeschreven patiënt uitbetaald, ongeacht het aantal prestaties voor die patiënt. De zorgverstekkers worden betaald op basis van het aantal patiënten dat zich bij een praktijk inschrijft.

Een bekend voorbeeld van dit systeem zijn de wijkgezondheidscentra. Elk centrum krijgt een maandelijks bedrag uitgekeerd op basis van hun ingeschreven patiënten, ongeacht of de patiënten komen opdagen of niet. De grootte van dat bedrag hangt af van de eigenschappen van hun cliënteel. Zo kan men beter inspelen op de specifieke noden van elk gezondheidscentrum. Waar meer zorgbehoevende bevolkingsgroepen zoals ouderen, mensen met onderliggende aandoeningen, mensen met een handicap, etc. ingeschreven staan, zal zo een hoger bedrag krijgen.

Op die manier wil het forfaitair systeem een sterkere klemtoon leggen op preventie. Dat gebeurt te weinig bij het systeem per prestatie, aangezien dit systeem uitgaat van een snelle behandeling. Nochtans kan meer tijd nemen voor de patiënten de maatschappelijke kost naar omlaag halen, aldus Van Steenberghen in Gazet van Antwerpen: “Je ziet nu bij de risico’s voor ernstige corona ook duidelijk zwaarlijvigheid. Er gaan miljoenen naar corona, maar waarom worden diëtisten niet terugbetaald? Ik geef mijn patiënten wel advies, maar uiteraard is dat beperkter. En ik denk holistisch: door tijd te nemen, kom je heel vaak, misschien wel in de helft van de gevallen, bij psychische oorzaken van fysieke klachten uit. Maar daar moet je oog voor hebben, en aan willen werken.”

Volgens Van Steenberghen is de ideale financiering een gemengd systeem, dat zowel aspecten van het forfaitaire als prestatiegerichte systeem combineert met daarbovenop nog eens een extra factor die rekening houdt met kwaliteitsdoelstellingen.

Werkdruk ligt te hoog

Het systeem per prestatie zou ook de werkdruk kunnen opdrijven. Artsen worden ertoe gemotiveerd zo veel mogelijk patiënten over de vloer te krijgen, in plaats van hun tijd te nemen voor elke patiënt. Vooral door de coronacrisis kennen huisartsen een toegenomen werkdruk. Plots zagen zij zich als draaischijf van de volledige campagne tegen het virus. Wie zich wil testen, moet gegarandeerd langs de huisarts, zij het voor een voorschrift in geval van symptomen of om de test zelf uit te voeren. Door de grote stroom van bezoekers die langskomen voor een coronatest of voorschrift, hadden artsen nauwelijks tijd voor hun andere patiënten met niet-coronagerelateerde aandoeningen. Als gevolg van die toenemende druk, besliste de huisartsenvereniging Domus Medica niet langer hoogrisicocontacten te testen, maar enkel mensen die daadwerkelijk ziek zijn.

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke liet alvast weten aan maatregelen te werken die de werkdruk van huisartsen moet verlagen. Zo moet de aanpassing van het ziektebriefje voor wie slechts één dag ziek is, de drukte bij huisartsenpraktijken doen minderen. De huisartsen moeten terug instaan voor de eerstelijnszorg en niet langer zich bezig houden als ambassadeur van de coronacrisis. Daarom werkt Vandenbroucke aan een wetsvoorstel dat apotheken toelaat om coronavaccins toe te dienen. Daarnaast wordt het ook mogelijk om in geval van symptomen rechtstreeks naar testcentra te gaan, in plaats van de nodige omweg voor een voorschrift bij de huisarts te maken.

(NS)

Meer