Direct naar artikelinhoud
NieuwsBalkan

Wat is er aan de hand in Bosnië? ‘Het land dreigt uit elkaar te vallen’

Leden van de eigen politie van de Republika Srpska, de vooral door Serviërs bewoonde deelrepubliek van Bosnië, tijdens een oefening vorige maand.Beeld AP

Bosnië dreigt uit elkaar te vallen en de kans op een nieuw conflict is reëel. Daarvoor waarschuwt de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger van de VN. Wat is er aan de hand?

en

Waarover ging de Bosnische Burgeroorlog?

Na de onafhankelijkheidsverklaring van Bosnië, dat voordien deel uitmaakte van Joegoslavië, brak een conflict om territorium uit tussen de drie grote etnische groepen in het land: de Serviërs, de Kroaten en de Bosniakken. De eerste twee groepen konden daarbij financieel en militair rekenen op steun van buurlanden Servië en Kroatië.

De oorlog, die duurde van 1992 tot 1995, was het ergste conflict in Europa sinds Wereldoorlog II. 100.000 mensen vonden de dood, 2 miljoen werden dakloos.

Het Vredesverdrag van Dayton maakte op 14 december 1995 officieel een einde aan de oorlog. Het verdrag verdeelde Bosnië in twee autonome regio’s. De Servische Republiek (Republika Srpska) werd gedomineerd door orthodoxe Serviërs, en de Federatie van Bosnië en Herzegovina werd gedeeld door katholieke Kroaten en islamitische Bosniakken.

Wat gaat er nu mis?

Nu de internationale aanwezigheid in de regio langzaamaan uitdooft, steken onopgeloste rivaliteit en tegenstrijdige belangen tussen de drie etnische groepen weer de kop op. De meest ernstige ontwikkeling is de aanzwellende afscheidsretoriek van Milorad Dodik, het Servische lid van het driekoppige presidentschap van Bosnië. 

Dodik dreigt al langer om Republika Srpska af te scheiden van de rest van het land. Volgens de grondwet van Bosnië kan dat niet, maar daar trekt Dodik zich niets van aan. Hij voelt zich aangemoedigd door een gebrek aan druk van de Europese Unie en de Verenigde Staten, en door steun van Rusland en traditionele bondgenoot Servië.

De spreekwoordelijke druppel voor Dodik was het feit dat gewezen Hoge Vertegenwoordiger van de VN Valentin Inzko vlak voor zijn vertrek in juli een verbod afkondigde op ontkenning van de genocide in Srebrenica in 1995. Dodik reageerde als door een wesp gestoken. Volgens hem – en vele Bosnische Serviërs – was de massamoord in Srebrenica een ernstige misdaad, maar geen volkenmoord, hoewel internationale rechters die wel hebben vastgesteld. Hij verklaarde het ontkenningsverbod in Republika Srpska ongeldig. Dat hij juridisch die bevoegdheid niet heeft, doet voor hem niet ter zake.

Republika Srpska boycot nu al het werk van de landelijke instellingen in Sarajevo, zoals de regering en het parlement. Bovendien dreigt Dodik zich terug te trekken uit de landelijke belastingdienst, de politie en het gemeenschappelijke leger.

Vooral op dat punt speelt hij met vuur. Op een vraag van een journalist hoe dat in het praktijk zou gaan, antwoordde hij twee weken geleden dat de Bosnische militairen de kazernes konden verlaten en het leger van Srpska ze zou innemen, “net als destijds in Slovenië”. Een regelrechte verwijzing naar de manier waarop de Sloveense strijdkrachten de posten van het Joegoslavische leger in 1991 innamen, waarna de eerste van de oorlogen in Joegoslavië uitbrak.

Wat zeggen de Kroaten en Bosniakken?

De Kroaten vrezen irrelevant te zullen worden in een federatie waar Bosniakken in de meerderheid zijn. Ze hebben een nieuwe kieswet voorgesteld die hen alleen zou toelaten hun politieke vertegenwoordigers te kiezen, wat nu niet het geval is.

De Bosniakken, die net als in de jaren 90 geen ethnische bondgenoot hebben in een andere staat, blijven daarentegen voorstander van één geïntegreerd Bosnië, en blijven vertrouwen op hulp van de internationale gemeenschap om dat doel te verwezenlijken.

Is een nieuwe oorlog mogelijk?

De nieuwe Hoge Vertegenwoordiger voor Bosnië en Herzegovina van de VN, de Duitser Christian Schmidt, waarschuwt in een rapport aan de Veiligheidsraad dat “de vooruitzichten op verdere verdeeldheid en conflict zeer reëel” zijn. “Het land wordt geconfronteerd met de grootste bedreiging van zijn voortbestaan sinds het beëindigen van de oorlog”, schrijft hij in zijn eerste verslag. 

Vorige week hield de politie van Srpska een grote oefening in het Olympische skigebied Jahorina, vlak bij de Bosnische hoofdstad Sarajevo, officieel om een eventuele terroristische aanslag af te slaan. Maar de symboliek van helikopters en pantservoertuigen, op de plek die tijdens de oorlog in de jaren 90 het hoofdkwartier was van de Bosnisch Servische president Radovan Karadzic en zijn generaal Ratko Mladic, lag er dik bovenop. “Dit komt neer op een afscheiding zonder die officieel af te kondigen”, schrijft Schmidt in zijn rapport.

Bij de bevolking zijn de herinneringen aan de verwoestende burgeroorlog nog niet vervaagd. Velen zeggen dat ze geen nieuw conflict willen meemaken, en het land onmiddellijk zouden verlaten als het weer tot een oorlog komt. Dodik zelf heeft een nieuwe oorlog uitgesloten, en dringt aan op een een “vreedzame ontbinding” van Bosnië.

Het parlement van Republika Srpska, waarin Dodiks partij een meerderheid heeft, beslist binnenkort over de voorstellen. Mogelijk kiest Dodik toch eieren voor zijn geld of stelt hij de maatregelen uit om ermee te kunnen blijven dreigen. Als hij doorzet, is het volgens Schmidt noodzakelijk dat de EU zijn 700 man sterke vredesmacht EUFOR versterkt. Het mandaat daarvan, net als dat van de NAVO in Bosnië, loopt deze week af.