Direct naar artikelinhoud
InterviewWilly Naessens en Dirk Deroose

‘Mijn medeacteurs in ‘The Sky Is the Limit’ wilden ook hun rijkdom tonen, alleen waren er een paar helemaal niet rijk’

Willy Naessens (82) is niet bang voor de dood: ‘Ik ben een gelovig man; baat het niet, dan schaadt het niet.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Veertig jaar geleden bespeurde Willy Naessens zijn ideale opvolger in Dirk Deroose, de zoon van zijn nicht. Intussen probeert de hoogbejaarde stichter afscheid te nemen. ‘Toen de coronacrisis losbarstte, schoten we wel in paniek.’

In 2014 maakte Vlaanderen in het eerste seizoen van The Sky is the Limit kennis met de flamboyante ondernemer Willy Naessens. Ruim zeven jaar later werkt Naessens opnieuw mee aan Peter Boeckx’ docureeks over het rijkemensenleven zoals het is. Al lopen de opnames voor deze finale all stars-editie niet van een leien dakje.

“Eerst gooide corona roet in het eten en nu zijn er bevoorradingsproblemen”, zegt de 82-jarige zwembadtycoon, industriebouwer en voedingsdistributeur. “We moesten met onze club ‘De culinaire menners’ nu met een Range Rover in Schotland aan het crossen zijn. Paarden mennen is onze hobby en alle clubleden hebben een oldtimer, de meesten een Range Rover.

“Maar die uitstap wordt voor de derde keer uitgesteld. Eerst door de pandemie, nu omdat ons hotel geen maaltijden kan garanderen. Er is geen benzine en de grootwarenhuizen kampen met lege rekken, een gevolg van het grote gebrek aan vrachtwagenchauffeurs in het Verenigd Koninkrijk. Na de brexit met zijn strenge reglementering gaan buitenlanders liever elders in Europa aan de slag.”

We zitten in Naessens’ kantoor in het hyper­moderne hoofdkwartier van de Willy Naessens Group in zijn geboortedorp Elsegem, tussen Waregem en Ronse. CEO Dirk Deroose schuift mee aan. “Iedereen in het bedrijf weet dat Dirk na mijn dood de algemene leiding blijft hebben”, zegt de founding father. “Ik ben nog steeds voorzitter van de groep, maar ik hou me niet meer met details bezig. Het dagelijkse bestuur is in handen van Dirk en mijn kinderen en kleinkinderen.

“Vijf jaar geleden kondigde ik aan: ‘Vanaf nu stop ik.’ Eerst werkte ik één dag minder, vervolgens een tweede, een derde en een vierde dag. Tot ik besloot: ‘Nu is het echt helemaal gedaan. Ik trek het me niet meer aan.’ Alleen als ze willen investeren, moeten ze me dat laten weten.”

‘Ik trek het me niet meer aan’, is dus niet helemaal waar.

Naessens: “Nee, maar toch voor 95 procent en soms zelfs voor 98 procent.”

U hebt nog steeds dit kantoor en komt hier elke dag langs?

Naessens: “Natuurlijk. Vanmorgen sprak ik voor een lokale zender een rekruteringsspotje voor ons dakwerkbedrijf MUTEC in. Ik moest mijn tekst in mijn dialect, het Elsegems, zeggen. Dat was heel plezant.” (lacht)

Is meedoen aan The Sky Is the Limit even plezant?

Naessens: “Bij de allereerste opnames had ik last van de camera die me constant op de hielen zat, nu heb ik dat niet meer. Ik had er eerst geen zin in, maar ze bleven bellen. Op een keer vroeg ik: ‘Wie doet er nog mee?’ Ze antwoordden: ‘Vic Swerts van Soudal en Fernand Huts van Katoen Natie.’ Dat zag ik wel zitten.”

Swerts en Huts deden nooit mee. Hun namen werden gebruikt om u over de streep te trekken?

Naessens: “Daar kwam ik tijdens de opnames achter.”

Deroose: “Je was eerst bang dat The Sky Is the Limit niet goed zou zijn voor het imago van het bedrijf, maar dat was niet zo.”

Naessens: “Integendeel, de reeks gaf ons juist veel naamsbekendheid. We merkten dat aan de verkoopcijfers van onze zwembaden. Als we in Limburg op straat rondwandelen, worden mijn vrouw en ik continu herkend. ‘Willy en Marie-Jeanne!’ Alle Limburgers lijken ons te kennen.”

In The Sky Is the Limit laat u de rest van Vlaanderen zien hoe rijk u bent?

Naessens: “Tja, hoe rijk we zijn… We laten zien hoe we leven.”

Dat is niet het leven van een doorsneekijker.

Naessens: “Dat is juist. Kijkers willen zien hoe wij leven en sommigen proberen ons te imiteren. Mijn medeacteurs wilden in de voorbije seizoenen ook hun rijkdom tonen, alleen zaten er een paar tussen die helemaal niet rijk zijn.”

Willy Naessens

• geboren in 1939 als molenaarszoon

• stopte op zijn 15de met school

• is voorzitter van Willy Naessens Group met 1.950 werknemers en 650 miljoen euro omzet

• werd vooral bekend door zijn zwem­bad­bouw en deelname aan tv-programma The Sky Is the Limit

• hobby: doet in zijn stoeterij Strohoeve aan paardenmennen

Moest maker Peter Boeckx voor deze all star-reeks hard aandringen?

Naessens: “Ik wilde meteen meedoen, maar vroeg wel aan Peter om er deze keer de echt extreme gevallen uit te laten. ‘Dat kan ik niet’, antwoordde hij. ‘Anders hebben we geen succes. We hebben dat onderzocht.’ Blijkbaar bevredigen de extreme gevallen de nieuwsgierigheid van de gewone mens. Akkoord, ik bén flamboyant, maar veel andere deelnemers moeten niet onderdoen voor mij. Als je een succesvolle film of reportage wilt maken, móéten er extremen inzitten, anders kijkt er geen kat.

“Ik kom vaak mensen tegen die bij hoog en bij laag beweren: ‘Ik heb The Sky Is the Limit nog nooit gezien!’ Tot ik doorvraag, dan blijkt dat ze er meer over weten dan ikzelf.”

Denken jullie na over de toekomst van de Willy Naessens Group zonder de mediagenieke ondernemer Willy Naessens?

Deroose: “De naamsbekendheid van Willy is uitstekend om ergens voor het eerst binnen te raken. Maar de aaneensluitende bouwprojecten voor trouwe klanten hebben we in de eerste plaats toch aan ons kwalitatief hoogstaand werk te danken. Willy is trouwens niet ons enige publicitaire uithangbord.”

Naessens: “We maken ook nog ‘gewone’ reclame in vakbladen. Ik heb wel geprobeerd om mijn dochter Veerle ervan te overtuigen voor het voetlicht te treden. Ze is niet echt flamboyant, maar wordt door iedereen graag gezien. De ene keer ziet ze dat zitten, de andere keer heeft ze er geen tijd voor.”

Deroose: “Misschien wordt dat later een taak voor een van je kleinkinderen?”

Naessens: “Mijn oudste kleinkind Celestine zou dat volgens mij heel goed doen. De verdeling van het bedrijf is zo dat Dirk de algemene leiding heeft. Mijn dochter is verantwoordelijk voor de voeding, mijn zoon houdt zich bezig met het onderhoud van de gebouwen en mijn schoonzoon met de productie-eenheden. Zo is de toekomst na mij verzekerd. Alles is geregeld voor na mijn dood: mijn kinderen weten wat dan mag en moet. Ik heb gezorgd voor gegarandeerde continuïteit. Dat maakt me gelukkig.”

‘Mijn medeacteurs in ‘The Sky Is the Limit’ wilden ook hun rijkdom tonen, alleen waren er een paar helemaal niet rijk.’Beeld Wouter Maeckelberghe

Soms helpen kinderen de moeizaam opgebouwde succesvolle zaak van hun ouders om zeep.

Naessens: “Mijn kinderen zijn niet in luxe opgevoed en we hebben een uitstekende leidinggevende structuur uitgebouwd. De toekomst is hier écht verzekerd.”

Deroose: “Dit is geen patriarchaal bedrijf meer, maar een groep met één boegbeeld, Willy.”

Naessens: “De kinderen doen hun best, net als de kleinkinderen en mijn opvolgers. Het bedrijf draait. We hebben geen geld te veel of te weinig. Zolang ze het goed doen, zien ze mij niet veel, tenzij voor een kopje koffie. Ze doen het allemaal wreed goed, dus nu drink ik vooral kopjes koffie.”

Bent u bang voor de dood?

Naessens: “Ik denk daar niet aan. Maar als ik ziek ben, word ik wel bang. Ik had vier keer kanker, de laatste keer was zestien jaar geleden. Nu is alles goed. Ik ben een gelovig man; baat het niet, dan schaadt het niet. Er is iets wat ons overstijgt. Wie zorgt ervoor dat alles groeit en bloeit? Ik heb nog geen enkel nadeel ondervonden van katholiek te zijn.”

Meneer Deroose, wanneer werd u CEO van de Willy Naessens Group?

Deroose: “In 2006. Meteen nadat ik in 1992 als ingenieur bouwkunde was afgestudeerd, begon ik hier te werken.”

Naessens: “Dirks moeder is mijn nicht. Zijn vader hielp ons na zijn uren. De jonge Dirk bezocht ons regelmatig samen met zijn ouders.”

Deroose: “Willy’s vrouw en mijn moeder waren goede vriendinnen. Mijn vader was schrijnwerker en ik wilde dat ook graag worden, maar dat mocht niet van hem. ‘Ga maar voor ingenieur studeren.’ Ik slaagde, solliciteerde bij een bedrijf en mocht daar ook beginnen.

“Rond die tijd kwam Willy langs. ‘Wát gaat Dirk doen? Hij moet bij ons komen werken. Ik zoek nog iemand voor onze betonfabriek Megaton in Ninove. Maandag start hij.’ Er werd toen niet onderhandeld over een auto van de zaak, smartphone of laptop. Ik wist zelfs niet hoeveel ik zou verdienen. Het was bang mijn eerste loon afwachten.” (lacht)

Speelde toen al in het hoofd van Willy Naessens: ooit leidt Dirk Deroose mijn onderneming?

Naessens: “Dirks vader zei altijd over zijn zoon: ‘Hem moet je in de gaten houden.’ Ik voelde dat hij gelijk had. Ik dacht al snel: of er nu een job voor hem is of niet, Dirk hoort bij ons. Hij wilde direct productieleider worden. Ik zei: ‘Hola ventje, zo gaat dat niet. De beste universiteit is de praktijk. Begin aan de basis en dan zien we wel verder.’ Na een paar weken schopte hij het tot ploegbaas. Anderhalf jaar later was Dirk algemeen directeur van Megaton. Toen hij er begon, draaide het bedrijf verlies. Zeven jaar later maakte het een mooie winst.”

Mag Dirk Deroose als CEO zijn zin doen?

Deroose: “We overlegden altijd zeer veel en gaandeweg tastte ik de grenzen af. ‘Kan ik dit helemaal zelf beslissen of toch maar beter niet?’ We werken intussen al zolang samen dat we elkaar door en door kennen. We denken over veel zaken in de onderneming hetzelfde; ik schat dat we voor bijna 90 procent op dezelfde golflengte zitten.”

Naessens: “In zijn jeugdjaren zat Dirk in het weekend vaak bij ons. De gesprekken tussen zijn vader en mij gingen altijd over het werk. Hij luisterde dan aandachtig. De meeste beslissingen die hij als CEO neemt, zouden van mij kunnen komen. Zijn investeringen om te groeien zijn beredeneerd en geen wilde gok.”

Zo hebt u het ook altijd gedaan?

Naessens: “Ja, al volgde ik toch iets meer mijn buikgevoel. Maar het was een andere tijd, met grotere marges.”

Deroose: “Als er toen iets misging, viel dat makkelijker te verteren. Nu zijn de risico’s veel groter, maar het bedrijf werd ook groter. Onze schaalgrootte zorgt ervoor dat we tegen een stootje kunnen. Aan de overkant van de straat bouwen we een aluminiumatelier. Dat is een serieuze investering met gesofisticeerde machines. Het zal een tijd duren voor die investering begint te renderen, maar ze is grondig berekend en past volledig binnen Willy’s filosofie.”

Naessens: “Die van de verticale integratie.”

Deroose: “Dat wil zeggen dat we zo veel mogelijk zelf doen. Zo bouwen we onze aluminiumconstructies voortaan zelf, in plaats van ze aan anderen uit te besteden. Ik weet dat ik aan Willy geen plan moet voorleggen waarin ik werk outsource. Willy Naessens Group houdt het heft altijd in eigen handen.”

Willy Naessens en Dirk Deroose. Deroose: 'In tijden van oorlog en pandemie wordt veel mogelijk. Kijk maar naar de definitieve doorbraak van de e-commerce.'Beeld Wouter Maeckelberghe

Gaat dat niet tegen de tijdsgeest in?

Deroose: “Met onze filosofie van verticale integratie werden we inderdaad lang als ouderwets beschouwd, maar stilaan begint dat te veranderen. Wij vinden: een kraan moet je niet huren of leasen. Als je zo’n machine 65 procent van de tijd kunt inzetten, móét je ze kopen. Vervolgens zoek je werk voor de resterende 35 procent.”

Een andere pijler van de Willy Naessens-filosofie is ‘diversificatie’. Dat wil zeggen dat jullie je eieren niet allemaal in dezelfde mand wilden leggen en daarom naast de zwembad- en industriebouw ook in de voedingsindustrie stapten?

Deroose: “Ja. ‘Diversificatie’ klinkt sexy, maar is niet altijd even vanzelfsprekend. Want de verschillen tussen de bouw en de voedingssector zijn immens.”

Naessens: “We hebben ook nog een poot ‘investeringen’, met projectontwikkeling.”

Deroose: “Soms hebben klanten een lap grond, maar beschikken ze niet over voldoende middelen om erop te bouwen. Dan vragen ze ons wel eens om met hen in zee te gaan. We houden dat bewust beperkt, want de helft van ons vaste clientèle bestaat uit projectontwikkelaars.”

Dirk Deroose

• geboren in 1970

• is industrieel ingenieur bouwkunde

• werkt sinds 1992 voor Willy Naessens Group

• werd in 2006 CEO en is mede­aandeelhouder

• hobby: beoefenaar van de duivensport 

Schoten jullie in paniek toen de vorige Vlaamse regering een ‘betonstop’ aankondigde, wat onder de huidige regering tot een ‘bouwshift’ verwaterde?

Deroose: “We schrokken toen heel erg van die term ‘betonstop’, maar niet van de doelstelling. Want die is niet: stoppen met beton, maar wel: densifiëren. Dat wil zeggen dat de ruimte efficiënt benut moet worden en dat er in de hoogte gebouwd moet worden.

“Juist daarin zijn wij specialisten. Op dit moment bouwen we in Vilvoorde een zogenoemd multi storage-magazijn. Vrachtwagens en bestelwagens zullen er een paar verdiepingen naar boven kunnen rijden, waardoor op een kleinere oppervlakte drie keer meer logistiek mogelijk wordt. Dat is precies wat de betonstop of bouwshift nastreeft: minder grondgebruik en verharding.”

Naessens: “Toen de coronacrisis losbarstte, schoten we wél in paniek. Alles ging dicht. Die eerste dagen maakten we ons grote zorgen over de gevolgen. Na drie weken mochten we gelukkig weer aan de slag, waardoor we de schade konden beperken.”

Deroose: “Willy behoort als tachtiger tot een risicogroep en besliste meteen om thuis te blijven, terwijl wij, directieleden, regelmatig naar kantoor bleven komen. Het is hier groot genoeg en de bedienden werkten van thuis. Elke dag belde ik een paar keer met Willy. Ik denk niet dat er veel managementboeken bestaan met een handleiding over hoe best een pandemie aan te pakken. Echt voorbereid waren we dus niet.”

Hebben jullie lessen getrokken uit corona?

Deroose: “De coronacrisis schudde ons hele systeem zwaar dooreen, maar zorgde soms ook voor een flinke stroomversnelling. Vandaag is iedereen van het belang van ethisch en duurzaam ondernemen doordrongen. Wie dat blijft ontkennen, is al ziende blind.

“Vóór corona waren wij daar net als de meeste andere bedrijven vooral over aan het praten: ‘Duurzaamheid is belangrijk. We moeten toch eens goed nadenken hoe we dat aanpakken.’ Corona zorgde ervoor dat het streven naar duurzaamheid meteen bovenaan onze agenda werd gekatapulteerd. Eind dit jaar zal heel onze werkvloer gecertificeerd CO2-neutraal zijn. Die investering kost veel geld, maar ik ben er zeker van: als in deze tijden van klimaatverandering een klant de keuze heeft tussen een ethisch duurzame en een gewone aannemer, kiest hij voor de eerste.”

Wat voor maatregelen nemen jullie dan om op zo’n korte termijn compleet CO2-neutraal te worden?

Deroose: “Het voorbije anderhalf jaar inventariseerden we de ecologische voetafdruk van de hele groep. Die inventaris vormt het vertrekpunt voor nieuwe procedures. Zo hebben al onze betonfabrieken intussen het ‘nul-lozer-statuut’. Een betonfabriek verbruikt heel veel water. Dat werd vroeger altijd geloosd. Wij hebben al onze fabrieken uitgerust met waterzuiveringsinstallaties en hergebruiken het gezuiverde water. We legden ook zonneparken aan, bouwden windmolens, installeerden warmtepompen en investeren in warmtekrachtkoppeling.”

Naessens: “Heel dit gebouw wordt verwarmd met warmtepompen en met die zonnepanelen zijn we al jaren bezig. Er ligt nu al zeker 300.000 vierkante meter. Dirk is erg bekommerd over de CO2-uitstoot.”

Deroose: “Ik ben een groot voorstander van het circulaire en van recupereren van materialen. Wij bouwen kantoren in prefab: dat hele systeem kan na verloop van tijd perfect gerecupereerd worden of aan nieuwe noden aangepast. De horizon voor algemene CO2-neutraliteit is 2050. Dat was ook eerst onze planning. Tot corona uitbrak.”

De pandemie schudde jullie écht wakker?

Deroose: “In tijden van oorlog en pandemie wordt veel mogelijk. Kijk maar naar de definitieve doorbraak van de e-commerce. Iedereen werd plots verplicht om online te bestellen. Zelfs de grootste twijfelaars hadden geen andere keuze. We werden ons er ook pijnlijk van bewust dat we in eigen land voorraden moeten hebben. Ik denk dat velen intussen van onze kwetsbaarheid doordrongen zijn. U herinnert zich misschien nog de blokkade van het Suezkanaal dit voorjaar, die onze toevoerlijnen nog eens extra onder druk zette.”

Naessens: “Zelfs mijn dochter van 54 bestelt nu graag online. Drie jaar geleden begonnen wij zwembadartikelen te verkopen via bol.com. Dat gaat dan over kleine filters, stofzuigers, thermometers, badmutsen of chloorpillen. Elk jaar steeg de omzet en nu zitten we aan maar liefst 3 miljoen euro. Vaak zijn dat producten die amper 5 of 10 euro kosten. De totale omzet van onze zwembadafdeling bedraagt vandaag ongeveer 17 miljoen euro. Om maar te zeggen: de e-commerce barst uit haar voegen.

“Pakjesvervoer zit in de lift en om dat allemaal te kunnen verwerken, moeten er in hoog tempo logistieke centra gebouwd worden. Wij bouwen nu nieuwe magazijnen in Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Roemenië, Denemarken en Zweden. Het zijn er echt ontzettend veel.”

Eigenlijk beleven jullie dankzij corona gouden tijden?

Deroose: “We hebben zeer veel werk, en je zou dan inderdaad verwachten dat ons resultaat navenant is. Alleen is dat niet zo, want de grondstofprijzen schoten als een raket de hoogte in. Dat is vaak problematisch, omdat prijsafspraken voor projecten die een paar maanden geleden gemaakt zijn, ondermijnd worden door die steeds duurder wordende grondstoffen. Zeer veel klanten die al lang met ons samenwerken, tonen begrip en zijn bereid om een deel van die historisch hoge grondstofprijzen te compenseren. In ruil vragen ze ons om de schaarse voorraad aan grondstoffen en materialen voor hun magazijn in aanbouw te reserveren.

“Sommige collega’s hebben het zeer lastig. Zo ging onlangs een in staalconstructies gespecialiseerde aannemer failliet. Hij had vooral overheidsopdrachten en slaagde er niet in om eerder gemaakte aanbestedingen te heronderhandelen. Wij beleven dus geen gouden, maar vooral razend drukke tijden.”