Echte uitstoot broeikasgassen ligt nog veel hoger: hoe landen tonnen CO2 niet rapporteren

Uit een onderzoek van The Washington Post (WP) is aan het licht gekomen dat de aangegeven uitstoot van individuele landen veel lager ligt dan de werkelijke uitstoot. Dat is slecht nieuws voor de COP26, waaruit een effectief beleid moet voortkomen.

Het laatste rapport over de broeikasgasemissies van Maleisië maakt zich ook schuldig aan emissie-ontduiking. Het rapport suggereert dat de Maleisische bomen vier keer sneller koolstof absorberen dan vergelijkbare bossen in buurland Indonesië. Door deze verrassende bewering heeft het land meer dan 243 miljoen ton koolstofdioxide van zijn inventaris van 2016 kunnen aftrekken, goed voor zo’n 73 procent van de emissies. 

Over de hele wereld rapporteren landen een veel te lage uitstoot van hun broeikasgassen aan de Verenigde Naties (VN). Uit het onderzoek van de WP, waar 196 landenrapporten werden geanalyseerd, blijkt dat er een enorme kloof is tussen de gerapporteerde emissies en de werkelijke uitstoot. Het verschil varieert van minstens 8,5 miljard ton tot maar liefst 131,3 miljard ton per jaar aan te lage emissies. Dat verschil is groot genoeg om de opwarming van de aarde te versnellen.

Een kaart vol gaten

Het plan om de wereld te beschermen tegen de ergste gevolgen van de klimaatverandering is gebaseerd op data en dergelijke gegevens. Maar die informatie blijkt nu onnauwkeurig. Dit betekent dat de uitdaging nog groter is dan de wereldleiders hebben erkend. 

“Als we niet weten hoe het staat met de emissies van vandaag, weten we niet of onze inspanningen zinvol of zelfs genoeg zijn”, zegt Rob Jackson, professor aan de Stanford University. Hij is ook voorzitter van het Global Carbon Project, een samenwerkingsverband van honderden onderzoekers. “Uiteindelijk zit de waarheid in de atmosfeer. En daar moeten we ons zorgen over maken.”

Tienduizenden mensen zijn in Glasgow bijeengekomen voor wat misschien wel de grootste vergadering ooit is, de COP26. De cijfers die zij gebruiken om richting te geven aan de inspanningen van de wereld om broeikasgassen te verminderen, blijkt een kaas vol met gaten. 

“Het is moeilijk voor te stellen hoe beleidsmakers ambitieuze klimaatmaatregelen kunnen nemen als ze van nationale regeringen niet de juiste gegevens krijgen over de omvang van het probleem”, zegt het hoofd van Mighty Earth, een groep die opkomt voor het milieu.

Wat zijn de bevindingen van het onderzoek?

Overcompensatie

  • Minstens 59 procent van het verschil tussen de gerapporteerde en de echte uitstoot is te wijten aan de manier waarop de landen de uitstoot van de grond verantwoorden.
    • Grond kan koolstof opnemen. Bijvoorbeeld door de groei van planten en de opslag van koolstof in de bodem. Maar dat kan ook allemaal terug in de atmosfeer gaan wanneer bossen worden gekapt of verbrand. Of wanneer veenrijke moerassen worden drooggelegd en grote hoeveelheden koolstofdioxide vrijkomen.
    • Veel landen proberen de uitstoot als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen te compenseren door te beweren dat CO2 wordt geabsorbeerd door grond. Volgens de regels van de VN mogen landen als China, Rusland en de Verenigde Staten elk meer dan een half miljard ton aan jaarlijkse uitstoot op deze manier aftrekken.  Een groot deel van deze koolstofabsorptie vindt echter niet eens plaats – of toch niet op de schaal die de landen beweren.  De kans is ook groot dat deze praktijk gewoon doorgaat vanaf “netto-nul” bereikt is. 

Ontbrekende methaanuitstoot

  • De uitstoot van methaan ontbreekt grotendeels in de VN-database.
    • Uit onafhankelijke wetenschappelijke gegevens blijkt dat tussen 57 en 76 miljoen ton meer methaanemissies in de atmosfeer terechtkomen dan in de verslagen van de VN-landen. Dat komt neer op 1,6 tot 2,1 miljard ton aan kooldioxide-equivalente emissies.
    • Landen geven allerlei soorten methaan te laag op: in de olie- en gassector, waar het lekt uit pijpleidingen en andere bronnen; in de landbouw, waar het omhoog waait uit de boertjes en het afval van koeien en andere herkauwers; en in menselijk afval, waar stortplaatsen een belangrijke bron zijn.
    • Volgens gegevens van het Internationaal Energieagentschap (IEA) is Rusland ’s werelds grootste methaanuitstoter van olie en gas, maar dat is niet wat Rusland aan de Verenigde Naties rapporteert. Bepaalde landen houden op die manier belangrijke informatie achter.

Onderrapporteren van F-gassen

  • Gefluoreerde gassen worden uitsluitend door de mens geproduceerd, maar worden veel te weinig gerapporteerd
    • Ze staan bekend als F-gassen en worden gebruikt in airconditioning, koeling en de elektriciteitsindustrie. Tientallen landen rapporteren deze emissies helemaal niet, hoewel ze een steeds groter deel uitmaken van het wereldwijde klimaatprobleem.

De normen voor rapportering aan de VN verschilt voor landen

  • Veel problemen die de kloof in de emissiestatistieken veroorzaken, zijn te wijten aan het rapportagesysteem van de VN
    • De ontwikkelde landen hebben een reeks normen, terwijl de ontwikkelingslanden een andere hebben, met veel speelruimte om te beslissen hoe, wat en wanneer zij rapporteren.
    • Dat komt omdat, historisch gezien, ontwikkelde landen verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de broeikasgassen die zich sinds de industriële revolutie in de atmosfeer hebben opgehoopt. Zij beschikken over meer technische capaciteit om hun emissies te analyseren dan armere landen.
    • Dat zorgt wel voor veel onnauwkeurigheden.

Sommige landen rapporteren gewoon niet

  • Zo’n 45 landen hebben sinds 2009 geen nieuwe broeikasgascijfers gerapporteerd.
    • Algerije, een belangrijke olie- en gasproducent, heeft sinds 2000 niets meer gerapporteerd. Het door oorlog verscheurde Libië, een andere belangrijke energie-exporteur, rapporteert zijn emissies helemaal niet. De Centraal-Aziatische natie Turkmenistan, waarvan de economie wordt aangedreven door olie en gas, heeft sinds 2010 geen inventaris meer gerapporteerd – hoewel het land de laatste jaren herhaaldelijk is aangeklaagd wegens grote methaanlekken.

Voor sommige emissies wil niemand verantwoordelijkheid nemen

  • Australië telt de emissies van zijn bosbranden niet mee. 
  • Geen enkel land neemt verantwoordelijkheid voor de emissies van de internationale lucht- en scheepvaart.

Wat nu?

Klimaatonderhandelaars weten al tientallen jaren dat het verzamelen van gegevens niet deugt. Ze hebben zich daarom gewend tot wereldleiders om serieuze gesprekken aan te gaan en echte stappen te zetten om de uitstoot te verminderen. 

Of er na verloop van tijd meer transparantie komt, is niet zeker. Ook al roept de overeenkomst van Parijs op tot een transparanter systeem tegen eind 2024, het zou tot 2030 kunnen duren voor het tot een robuuste rapportage komt. Dat is een eeuwigheid vergeleken met het strakke tijdschema dat de wereld nodig heeft om het goed te doen.  Wetenschappers zeggen dat de emissies, die nog steeds toenemen, in dit decennium moeten worden gehalveerd, en niet daarna. 

Uiteindelijk zullen niet de politiek, de boekhouding of de toezeggingen bepalen hoeveel de planeet opwarmt, maar de harde cijfers van de atmosfeerwetenschap: de delen per miljoen broeikasgassen in de lucht.

In een recent interview met de WP zei VN-secretaris-generaal António Guterres dat hij hoopte dat landen de implicaties van hun acties zouden inzien. “Er is een groeiend bewustzijn dat we echt aan de rand van de afgrond staan,” zei hij. “En als je aan de rand van de afgrond staat, moet je heel voorzichtig zijn met je volgende stap.” (mah)

Meer