Zaak-Boël dinsdag opnieuw behandeld door rechtbank in Brussel

© Photo News

In de zaak-Boël moeten alle partijen dinsdag opnieuw voor de burgerlijke rechtbank in Brussel verschijnen. Het gaat om een procedure die door Delphine Boël werd opgestart voor het betwisten van het vaderschap van haar wettelijke vader Jacques Boël en voor de erkenning van het vaderschap door koning Albert II, die haar biologische vader zou zijn.

Delphine Boël (48) diende in 2013 de vordering in om zich als dochter te laten erkennen door koning Albert II en eiste ook dat hij een DNA-test zou afleggen. Dat was mogelijk omdat Albert II sinds zijn aftreden in juli van dat jaar geen immuniteit meer genoot. Volgens Boël had haar moeder Sybille de Selys Longchamps een relatie met de vorst tussen 1966 en 1984. Al in 1999 doken de eerste geruchten op over de mogelijke band tussen Delphine Boël en de toenmalige koning. Albert II bekende toen ook dat hij en koning Paola een huwelijkscrisis hadden doorgemaakt in de jaren 70, maar ontkende de biologische vader te zijn.

Boël startte in 2013 tegelijk ook een procedure op voor het betwisten van het vaderschap door Jacques Boël. Hij besliste om die niet aan te vechten en legde een DNA-test af die uitwees dat hij inderdaad niet de biologische vader was.

© Photo News

Verjaring

Eind 2014 werd de procedure echter geschorst nadat de rechtbank had beslist om twee prejudiciële vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof. De eerste vraag ging over de verjaring. De wet bepaalt namelijk dat kinderen ouder dan 22 slechts één jaar de tijd hebben om het vaderschap te betwisten. De tweede vraag had betrekking op het ‘bezit van staat’, het geheel van feiten die erop duiden dat men zich steeds als ouder heeft gedragen, en dat ook de buitenwereld de betreffende persoon steeds als ouder heeft beschouwd. Het is een grond van onontvankelijkheid in procedures tot betwisting van het ouderschap.

Het Grondwettelijk Hof antwoordde in februari 2016 op de vragen. Het gaat niet akkoord met de termijn die de wet voorschrijft waarin het vaderschap kan worden betwist. Anders zou het kind na zijn 23e ook geen onderzoek kunnen eisen naar het vaderschap van de vermeende echte vader. Bovendien zijn er veel redenen waarom een kind niet zou proberen om binnen die termijn een betwisting in te stellen, merken de rechters op. Voor het Grondwettelijk Hof staat vast dat “het recht van eenieder op vaststelling van zijn afstamming in beginsel de overhand dient te krijgen op het belang van de rust der families en de rechtszekerheid van de familiale banden”.

Het Hof oordeelde ook dat een persoon die als kind werd behandeld door de man van haar moeder, het vaderschap mag betwisten, zelfs al is het ‘bezit van staat’ blijven aanhouden nadat het kind te weten was gekomen dat de man in kwestie niet haar biologische vader is.

In oktober besliste de rechtbank van eerste aanleg dat de zaak-Boël op 21 februari 2017 opnieuw zou worden behandeld.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen