Onderwijsministers vragen bij voorrang ook derde coronaprik voor leraren kleuter- en lager onderwijs

De drie onderwijsministers in ons land vragen in een gezamenlijke brief aan de Hoge Gezondheidsraad om ook de leraren in het kleuter- en lager onderwijs bij voorrang een derde prik te geven. Nu al is beslist dat werknemers in de zorg, 65-plussers en mensen met een verlaagde immuniteit een derde vaccin krijgen om zichzelf en hun omgeving extra te beschermen tegen het coronavirus. 

Na deze groepen zou ook het personeel in het basisonderwijs zo snel als mogelijk een derde prik moeten krijgen, vinden de onderwijsministers Ben Weyts (N-VA), Caroline Désir (PS) en Lydia Klinkenberg (ProDG) van respectievelijk de Vlaamse, de Franstalige en de Duitstalige Gemeenschap. In Vlaanderen gaat het over ruim 80.000 mensen in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs.  Maar waarom is het zo belangrijk dat zij bij voorrang een derde prik zouden krijgen?

Uitzonderlijke werksituatie

De drie onderwijsministers wijzen vooreerst op de uitzonderlijke werksituatie van het personeel in het basisonderwijs. Kleuterleraren, kinderverzorgers, onderwijzers en zorgleerkrachten komen daar elke dag in nauw contact met kinderen die nog niet zijn gevaccineerd omdat kinderen onder de 12 voorlopig nog geen vaccin kunnen krijgen.

Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld niet-medische contactberoepen zoals kappers en schoonheidsspecialisten die meestal wel werken met klanten die zijn gevaccineerd, luidt het in de brief.

Moeilijk om afstand te houden

Verder is het, ondanks de veiligheidsmaatregelen, voor het onderwijspersoneel in het basisonderwijs erg moeilijk om de nodige afstand te houden, zeker in het kleuteronderwijs. En dat maakt het risico op een besmetting met corona groter, met alle gevolgen van dien.  

En ook afstandsonderwijs voor kleuters en lagere schoolkinderen is niet mogelijk en ook niet wenselijk, schrijven de drie onderwijsministers. "Want tijdens deze coronacrisis is duidelijk gebleken dat fysiek contactonderwijs cruciaal is voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren."

Uitval van leraren voorkomen

Met de derde prik voor kleuterleraren en leraren lager onderwijs kan ook voorkomen worden dat zij uitvallen door ziekte, net op een moment dat ze volop bezig zijn met de corona-leerachterstand weg te werken bij hun leerlingen, luidt het in de brief. Vooral de meest kwetsbare leerlingen worden het hardst getroffen als leraren en ander onderwijspersoneel uitvallen.

Grote bereidheid om zich te laten vaccineren

Ten slotte wijzen de drie onderwijsministers erop dat de overgrote meerderheid van het onderwijspersoneel vragende partij is voor zo’n derde prik. De vaccinatiebereidheid is heel groot, luidt het.

De drie onderwijsministers besluiten hun brief met de uitdrukkelijke vraag aan de Hoge Gezondheidsraad om te bekijken of en hoe het onderwijspersoneel in het basisonderwijs zo snel als mogelijk een derde prik kan krijgen, na het zorgpersoneel, de 65-plussers en de mensen met een verlaagde immuniteit.

Vlaams minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA) merkt trouwens op dat de Vlaamse regering liefst een derde prik wil voor alle Vlamingen boven de 12 jaar. Maar als dat niet meteen kan, moet het onderwijspersoneel in het basisonderwijs maar ook het personeel in de kinderopvang volgens hem mee voorrang krijgen.

Meest gelezen