Diamanten armbanden van Franse koningin Marie-Antoinette, ooit verborgen in ons land, geveild voor 7 miljoen euro
In Zwitserland zijn twee diamanten armbanden die ooit van de Franse koningin Marie-Antoinette waren, geveild voor ruim 7 miljoen euro. De juwelen hebben er een bewogen geschiedenis op zitten. Marie-Antoinette liet de armbanden na de Franse Revolutie in 1789 het land uitsmokkelen. Ze werden een paar jaar verborgen in ons land, in Brussel, voor ze naar haar geboorteland Oostenrijk gingen.
Marie-Antoinette was de echtgenote van de Franse koning Lodewijk XVI. In 1793 werd ze in de nasleep van de Franse Revolutie geëxecuteerd op de guillotine, een paar maanden na haar echtgenoot. Marie-Antoinette was niet altijd even populair, veel burgers waren misnoegd vanwege haar luxueuze levensstijl terwijl veel Fransen zelf in armoede leefden. Ze beschuldigden haar ook van een slechte invloed op haar man.
Hoewel niet alle mythes over Marie-Antoinette overeenkomen met de realiteit, klopt het wel dat ze zich graag liet omringen met mooie en dure juwelen. De diamanten armbanden die nu geveild zijn, zijn daar een voorbeeld van. Marie-Antoinette kocht ze in 1776 van Charles Auguste Böhmer, haar persoonlijke juwelier, ook al zat ze op dat moment al diep in de schulden.
Adolf Ulrich Wertmuller portretteerde Marie-Antoinette in 1785 toen ze de juwelen droeg tijdens een wandeling met twee van haar kinderen in het park van Trianon. Het schilderij is te zien in het Nationalmuseum in Stockholm, Zweden.
Verborgen in Brussel
Na de Franse Revolutie in 1789 kwam het Franse koningspaar in nauwe schoentjes terecht. Marie-Antoinette bracht heel wat van haar juwelen in veiligheid buiten Frankrijk, ook de diamanten armbanden. Die liet ze in 1791 samen met nog andere kostbaarheden in een houten kist het land uit smokkelen, naar graaf Mercy-Argenteau, de Oostenrijkse ambassadeur in Frankrijk. Hij verbleef op dat moment in ons land, in Brussel.
Niet toevallig koos Marie-Antoinette voor de Oostenrijkse ambassadeur. Ze was Oostenrijkse van geboorte (haar ouders waren keizer Frans I Stefan en keizerin Maria Theresia), graaf Mercy-Argenteau was een vertrouweling van haar. De graaf ontving de kist in Brussel in maart 1791 en stopte ze ongeopend weg.
In 1793 stierf Marie-Antoinette op de guillotine, in 1794 beval de Oostenrijkse keizer Frans II dat de kist vanuit Brussel naar Oostenrijk zou worden gebracht. Daar werden de juwelen bewaard tot haar enige overlevende dochter, Marie-Thérèse, ze in 1796 zou krijgen. De juwelen bleven vervolgens meer dan 200 jaar lang in handen van de nabestaanden van Marie-Antoinette.
De armbanden, bezet met 112 geslepen diamanten, waren geschat op 1,9 tot 3,8 miljoen euro, maar ze leverden uiteindelijk ruim 7 miljoen euro op, bijna twee keer zoveel dus. De koper blijft anoniem.