Klimaatconferentie Glasgow is voorbij, maar wat is er geworden van de beloftes op  vorige klimaattoppen? 

In Glasgow zijn staatshoofden en regeringsleiders van zowat 200 landen tot een klimaatakkoord gekomen. Volgens de voorzitter van de top was het de laatste kans om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Maar maakt het echt een verschil, wat op zo’n klimaatconferentie beslist wordt? We duiken in het verleden en de beloftes die toen gemaakt zijn.

De kiem voor de COP-klimaattoppen werd gelegd in Rio de Janeiro, op de VN-conferentie voor Milieu en Ontwikkeling. Toen, in 1992, werden twee belangrijke principes vastgelegd. Het eerste: de broeikasgassen in de atmosfeer moeten onder het niveau gehouden worden waarop ze het klimaat dreigen te verstoren. En het tweede: rijke industrielanden moeten de armere ontwikkelingslanden helpen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. 

Maar hoe giet je die principes nu in concrete doelstellingen? Dat is de vraag waar elke klimaatconferentie sindsdien om draait. Een terugblik op de grootste successen en ontgoochelingen.

Rio de Janeiro, Brazilië
1992

Belofte:

De deelnemers besloten om jaarlijks samen te komen op een conference of the parties (COP). Daarop zouden ze samen bekijken hoe het VN-klimaatverdrag uitgevoerd wordt.

Sinds 1995 is er elk jaar een VN-klimaattop. Alleen vorig jaar was er geen, door de coronapandemie. Alle grote internationale vooruitgang die sindsdien is geboekt in de strijd tegen de klimaatverandering, kwam er in het kader van zo’n klimaattop.

Kyoto, Japan
1997

Belofte:

Deze top leverde het eerste internationale klimaatakkoord op. Onder het Kyoto-protocol beloofden de meeste geïndustrialiseerde landen (de Europese Gemeenschap en 35 andere) om samen hun uitstoot van broeikasgassen met 5 procent te verlagen in vergelijking met 1990. Dat moest gebeuren tussen 2008 en 2012.

Op papier deden de deelnemende landen het uiteindelijk dubbel zo goed.

Maar er was ook kritiek. Een groot stuk van de reductie kwam er eerder toevallig. Nadat de Sovjet-Unie uit elkaar gevallen was, kreeg de economie er stevige klappen, waardoor ook de uitstoot in ex-Sovjetlanden vanzelf terugviel. Hetzelfde gebeurde na de economische crisis van 2008. Bovendien bleef de wereldwijde uitstoot intussen gewoon groeien. Grote vervuilers als de VS, Rusland, Canada en China waren immers niet gebonden door het Kyoto-protocol.

Kopenhagen, Denemarken
2009

Belofte:

De deelnemers besloten om een klimaatfonds op te richten voor de ontwikkelingslanden, zodat zij zich zouden kunnen wapenen tegen de klimaatverandering. De geïndustrialiseerde landen zouden tegen 2020 jaarlijks 100 miljard dollar storten. Zo zouden de landen die verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering, de landen helpen die de gevolgen ervan als eerste ondervinden.

De rijke landen slagen er tot vandaag niet in voldoende geld over te maken. De VS droeg tot nu toe bijvoorbeeld nog maar 1 miljard dollar bij, terwijl het 3 miljard had beloofd. Volgens schattingen is er dit jaar nog maar 90 miljard in het fonds gestort en zal het doel van 100 miljard dollar pas in 2023 bereikt worden.

Doha, Qatar
2012

Belofte:

37 geïndustrialiseerde landen besloten om hun gezamenlijke uitstoot met minstens 18 procent te verlagen ten opzichte van 1990 in de periode 2013-2020.

Volgens de VN stootten de deelnemende landen in 2018 al 25,3 procent minder uit. In de EU gebeurde dat bijvoorbeeld door over te schakelen van (het zeer vervuilende) steenkool naar gas en hernieuwbare energie. En ook de uitstoot van de industrie daalde gestaag in onder andere de EU, de VS en Japan.

Maar ook in Doha klonk er kritiek. Net zoals bij het Kyoto-protocol ontbraken ook hier de grote vervuilers. In landen zoals China en India blijft de uitstoot net toenemen.

Belofte:

De deelnemers spraken af om drie jaar later, tijdens de COP in Parijs, een klimaatakkoord af te sluiten waar voor het eerst ook de armere landen aan zouden deelnemen.

Parijs leverde het grootste klimaatakkoord uit de geschiedenis op. 196 landen ondertekenden het. Voor het eerst stapten ook ontwikkelingslanden mee in het akkoord.

Parijs, Frankrijk
2015

Belofte:

196 landen spreken af om de opwarming van de aarde onder de 2°C te houden, liefst zelfs 1,5°C.

De toekomst zal uitmaken of deze doelstellingen gehaald worden. Maar op dit moment ziet het er niet naar uit. Experten hebben berekend dat de klimaatplannen van de verschillende deelnemende landen op dit moment lang niet volstaan. Wil de wereld de doelstellingen van Parijs nog halen, dan zullen er op de klimaattop in Glasgow ambitieuzere plannen op tafel moeten komen.

Meest gelezen