Direct naar artikelinhoud
NieuwsOnderwijs

‘Een vorm van kindermishandeling’: veel leerlingen in buitengewoon onderwijs blijven urenlang op de bus zitten

‘Een vorm van kindermishandeling’: veel leerlingen in buitengewoon onderwijs blijven urenlang op de bus zitten
Beeld Wouter Van Vooren

Het busvervoer van leerlingen in het buitengewoon onderwijs blijft voor beroering zorgen. Kinderen worden vanaf vijf uur ’s ochtends opgepikt en maken urenlange ritten. Katholiek Onderwijs Vlaanderen zegt nu dat de middelen die de overheid in september vrijmaakte weinig oplossen. ‘Dit is mensonwaardig.’

, en

De straten liggen er nog verlaten bij wanneer de bus van scholengroep De Regenboog vrijdagochtend even na zes uur een eerste leerling oppikt. Een jongen van zeventien ploft met een zucht neer op een van de zitjes en gaat op zijn telefoon op zoek naar manieren om de tijd te doden. Op dat moment wacht hem nog een rit van iets minder dan tweeënhalf uur waarbij dertien andere leerlingen van de instelling uit het buitengewoon onderwijs opgehaald zullen worden. “Vandaag hebben we geluk, want er zijn wat zieken, waardoor we later konden vertrekken. Normaal rijden er twintig kinderen mee”, vertelt de jongen. Iedere dag brengt hij zo vijf uur op de bus door, terwijl zijn school op amper enkele kilometers van zijn woning ligt.

Het is een frustratie die bij meerdere ouders en leerlingen klinkt. Hoewel de school zes bussen ter beschikking heeft, is dat niet voldoende om te beletten dat kinderen niet voor dag en dauw uit de veren moeten. Omdat De Regenboog kleuter-, lager en secundair onderwijs aanbiedt, is het publiek op de schoolbus erg divers en worden ook de jongsten met de problematiek geconfronteerd. “Kobe is 2,5 jaar oud, maar staat soms op om half vijf. Hij heeft autisme en de lange trajecten naar school wegen zwaar door op hem. Dat kan zo niet blijven duren”, vertelt Catharina Schmitz wanneer ze haar zoon aan de busbegeleidster toevertrouwt. Even later houdt busbegeleidster Conny Waegemans de papfles van de jongen vast zodat hij kan drinken. “Eigenlijk is het mijn taak niet, maar hij heeft thuis nooit honger omdat hij zo vroeg moet vertrekken”, zegt ze.

Kobe is 2,5 jaar oud, maar staat soms op om half vijf. ‘Eigenlijk is het mijn taak niet om zijn flesje vast te houden, maar hij heeft thuis nooit honger omdat hij zo vroeg moet vertrekken’, zegt busbegeleidster Conny Waegemans.Beeld Wouter Van Vooren

Conflicten door vermoeidheid

Minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) beloofde dat ze in september een structurele oplossing zou voorstellen, maar achter de schermen in de onderwijssector is te horen dat het overleg niet bijzonder vlot verloopt. De ministers van Mobiliteit en Onderwijs zijn beiden gedeeltelijk bevoegd voor de materie en volgens Katholiek Onderwijs Vlaanderen schuiven zij de hete aardappel vaak naar elkaar door. Minister Peeters: “In het belang van de kinderen wordt er in samenspraak met de vier betrokken ministers gewerkt aan een duurzame oplossing, waarbij alle stakeholders betrokken worden.” 

Carina Driessens, directeur van gemeenschapsschool De Dageraad in Kortessem: “Op basis van wat minister Peeters in september zei, mochten wij een extra bus inleggen. Vanuit de scholengroep bekostigen we nog altijd twee extra bussen om de rijtijd niet te lang te maken. Maar nog steeds moeten we om tien over zes ’s ochtends beginnen aan de busrondes. Kinderen verliezen zo veel tijd: ze zijn soms meer dan twaalf uur weg van huis om zeven uur les te volgen. Het kabinet geeft aan dat het niet meer middelen krijgt, maar de kinderen zijn de dupe.”

“Ik hoor al dertig jaar dat er oplossingen komen, maar heb het moeilijk om het nog te geloven”, vertelt Jeanine Jacobs, directeur van buitengewone basisschool Mozaïek Plus in Maasmechelen. Zij merkt op dat er niet alleen nood is aan middelen om extra busdiensten in te plannen, maar ook aan extra begeleiders. De diverse mix van leerlingen zorgt er in combinatie met de vermoeidheid soms voor dat er conflicten uitbreken. De huidige busbegeleiders, voornamelijk gepensioneerden en praktisch opgeleiden, kunnen dan niet altijd gepast reageren omdat ze geen extra opleiding kregen. “Dan krijg ik telefoon van de chauffeur die niet meer verder wil rijden omdat hij de veiligheid niet langer kan garanderen. Ik krijg dat aan ouders niet uitgelegd en ik wil het ook niet langer doen. Voor mij is dit een vorm van kindermishandeling.”