Direct naar artikelinhoud
OpinieLeo Lucassen

Loekasjenko maakt gebruik van de achilleshiel die Europa voor zichzelf heeft gecreëerd

Leo Lucassen.Beeld DM

Leo Lucassen is directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij schrijft over de migrantencrisis aan de grens tussen Wit-Rusland en Polen.

Afgelopen woensdag maakte Russisch president Poetin bekend dat zijn land twee bommenwerpers naar de grens tussen Wit-Rusland en Polen stuurt als steunbetuiging aan de Wit-Russische president Loekasjenko. Deze symbolische actie past in de framing van deze ‘migratiecrisis’ als een conflict waarin migranten worden ingezet als ‘wapens’ in een strijd tussen de Europese Unie en het regime in Minsk. Het aantal mensen dat de Poolse grens wil oversteken, hopend op een beter bestaan in Europa, betreft slechts enkele duizenden, op een bevolking van 450 miljoen EU-burgers. Toch versterken de beelden aan de grens - met aan Poolse kant zo’n 12.000 militairen en politieagenten, hekken en prikkeldraad - de oorlogsstemming.

Europese politici die moord en brand schreeuwen over de onmenselijke situatie en de Wit-Russische president beschuldigen van een sinister spel over de ruggen van migranten, vergeten echter dat Loekasjenko gebruikmaakt van een zelf gefabriceerde achilleshiel. Namelijk de boodschap dat we eigenlijk het liefst geen enkele migrant de gelegenheid willen bieden om op het territorium van een lidstaat van de EU een asielverzoek in te dienen of ter plekke werk te zoeken.

Papieren grens

Om dat te voorkomen is in de loop van de jaren negentig een papieren grens gecreëerd die het onmogelijk maakt voor mensen om zonder een visum op een normale manier (vliegtuig, trein, veerboot, auto) een lidstaat te bereiken. Vervolgens zijn de buitengrenzen ook fysiek in staat van paraatheid gebracht en zijn er deals met derde landen (zoals Turkije) gemaakt. Met als gevolg dat steeds meer migranten zonder visum hun toevlucht nemen tot mensensmokkelaars.

Dat heeft er volgens de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) toe geleid dat sinds 2014 bijna 23.000 mensen in de Middellandse Zee zijn verdronken. Die kans is in de afgelopen jaren nog groter geworden doordat met name Griekse grenswachten, tegen alle regels in, via zogenaamde pushbacks bootjes terugslepen naar open zee. Een groot deel van degenen die wel de kusten van Griekenland, Italië of Spanje bereiken, zitten opgesloten in mensonwaardige vluchtelingenkampen, met name in Griekenland.

Bovendien maken ze in asielprocedures van de zuidelijke lidstaten veel minder kans om als vluchteling erkend te worden dan in het noorden. Een belangrijke reden voor deze politiek is de angst voor rechts-populistische partijen die de kiezers het schrikbeeld van ‘massamigratie’ voorhouden.

Meer werkvergunningen

Dit alles betekent niet dat er alleen maar hoogopgeleide en goedbetaalde expat-migranten worden toegelaten, met een keurig visum in hun paspoort. De EU krimpt in demografisch opzicht , met name in het oosten en het zuiden, met als gevolg dat sinds 2015 het aantal werkvergunningen voor lager geschoolde arbeidsmigranten uit Oekraïne, Wit-Rusland, Armenië, Georgië, Nepal, Vietnam, Mongolië (vooral via landen als Polen, Tsjechië, Hongarije en Slovakije) fors is toegenomen, van 800.000 in 2015 naar 1,6 miljoen in 2019.

Hoewel deze vergunningen tijdelijk zijn en het niet de bedoeling is dat deze arbeidsmigranten zich er permanent vestigen, zullen de problemen door de krapte op de arbeidsmarkt als gevolg van de krimpende Europese bevolking in de komende jaren alleen maar groter worden.

We zitten dus met een schizofrene situatie waarin politici migratie aan de ene kant voorstellen als een existentieel probleem en duizenden verdrinkingsdoden op de koop toe nemen, terwijl diezelfde politici miljoenen mensen tot aan Vietnam toe een vergunning verlenen om hier te werken.

Rationeler migratiebeleid

Er is veel te zeggen voor een rationeler migratiebeleid dat minder op afschrikking en uitbuiting is gericht en de lange termijn in het oog houdt. Uitgaand van een groeiend tekort aan arbeid kunnen we ten eerste een menselijker en constructiever asielbeleid ontwerpen dat van het indienen van een asielverzoek geen dodelijke hordenloop maakt. Maar ook een beleid dat veel beter gebruikmaakt van het menselijk kapitaal van vluchtelingen. Mensen die niets liever willen dan een nieuw bestaan opbouwen en hun handen uit de mouwen steken.

Daarnaast moet er een helder tweede ‘loket’ komen voor arbeidsmigranten dat de rol van op winst en uitbuiting beluste wervers en werkgevers aan banden legt en veel meer investeert in arbeidsmarktcontrole. Bovendien zou ook aan hen langduriger vestiging en de opbouw van sociale en verblijfsrechten onder voorwaarden als perspectief geboden moeten worden.

Dat biedt bovendien soelaas aan de vele jongeren uit Afrika en het Midden-Oosten, die nu volledig zijn overgeleverd aan mensensmokkelaars en malafide werkgevers, en die net als asielzoekers dagelijks hun leven riskeren, zoals nu aan de grens tussen Wit-Rusland en Polen.