Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenWelzijn

Groot deel van 65-plussers heeft mentale problemen: ‘Een gepensioneerde die depressief is, kost geen geld aan de schatkist’

Viviane Laverge ging psychologische hulp zoeken: 'Ondertussen kan ik beter uitdrukken hoe ik me voel en leerde ik om beter te praten met mijn kinderen.'Beeld Thomas Nolf

Twintig procent van de 65- tot 74-jarigen kampt met psychische problemen, maar het taboe om daarover te spreken is bijzonder groot. Tijdens de Ouderenweek pleit de Vlaamse Ouderenraad voor een andere zorgaanpak. ‘Psychologen moeten ouderen zelf actief opzoeken.’

“Plots leek het alsof mijn rugzak met emotionele bagage te zwaar werd.” Er bestaan geen geschikte momenten om een pandemie in te plannen, maar de contactbeperkingen tijdens de coronacrisis kwamen voor Viviane Laverge (75) op een wel erg ongelegen moment. De Gentse weduwe had net een zware rugoperatie achter de rug en stond voor een zware revalidatieperiode toen de wereld maandenlang op slot ging. Laverge, die zich in virusvrije tijden inzet als vrijwilligster en graag tijd doorbrengt met haar kinderen, werd zo gedwongen om een moeilijke periode alleen door te maken. 

“Ik voelde me eenzaam, moest vaak huilen en kreeg plots nachtmerries over mijn verleden. Mijn dochter moedigde me aan om een psycholoog te raadplegen, maar die zag ik op dat moment nog als een gekkendokter.” Uiteindelijk zorgde een bezoek aan de huisdokter ervoor dat Laverge inzag dat ze professionele hulp nodig had. In het dienstencentrum van de stad Gent sprak ze een psycholoog aan en sindsdien keerde ze regelmatig terug. “Tijdens de eerste sessie nam ik me nog voor om niets te zeggen, maar naarmate de gesprekken vorderden, werd ik een open boek. Ondertussen kan ik beter uitdrukken hoe ik me voel en leerde ik om beter te praten met mijn kinderen.”

Laverge is niet de enige die op latere leeftijd met mentale problemen kampt.  20 procent van de 65- tot 74-jarigen heeft het psychisch moeilijk. In de categorie van de mensen die ouder zijn dan 75 stijgt dat cijfer zelfs tot 29,4 procent. Over die problemen spreken, blijkt niet voor iedereen vanzelfsprekend te zijn. 22 procent van de 60- tot 84-jarigen die niet zorgbehoevend zijn, geeft aan dat ze niemand hebben bij wie ze hun hart kunnen luchten. Terwijl er dankzij campagnes als Rode Neuzen Dag de afgelopen jaren een grotere maatschappelijke aandacht kwam voor het mentale welzijn van jongeren, blijft dezelfde problematiek bij ouderen nog vaak onderbelicht. “Dat verschil is er volgens mij omdat we minder bereid zijn om in de levens van oudere personen te investeren”, vertelt ouderenpsycholoog Els Aerssens. “De economie heeft er baat bij als de actieve bevolking mentaal gezond is, want dan kan ze blijven draaien. Een gepensioneerde die depressief is, kost geen geld aan de schatkist.”

Dora* (78) merkt op dat de huidige generatie ouderen ook opgroeide in een periode waarin het sowieso minder makkelijk was om vrijuit over mentale problemen te spreken. “Mijn vader vocht in de Eerste Wereldoorlog en raakte tijdens die periode getraumatiseerd. Nadien vertelde hij daar nooit iets over aan zijn vrouw en kinderen, hij hield zich sterk. Op die manier leek het alsof zwijgen de juiste reactie was op psychische issues.” 

Het is een houding die ervoor zorgde dat Dora het zelf moeilijk had toen ze jaren geleden besloot om de stap naar een psycholoog te zetten. Haar echtgenoot was net overleden en zij zou voortaan de zorg voor hun kinderen alleen op zich nemen. Die situatie was sowieso stresserend, maar ondertussen kreeg ze het ook drukker omdat ze voor het eerst voltijds aan de slag moest gaan om haar gezin te onderhouden. “Mijn sessies bij een psycholoog hebben me erg geholpen om met die zware periode om te gaan. Daarvoor durfde ik niet altijd mijn grenzen aan te geven en was ik bang om andere mensen te belasten met mijn problemen. Bij een professionele hulpverlener viel die bezorgdheid weg, ik ga er nog altijd heen.”

Nog altijd taboe

De verhalen van Laverge en Dora geven volgens de Vlaamse Ouderenraad aan dat het psychische welzijn van mensen op leeftijd nog altijd een taboe is. De organisatie schreef daarom een rapport met concrete beleidsaanbevelingen die ervoor moeten zorgen dat de situatie in de toekomst verbetert. Zo pleit ze ervoor om van het psychosociale welzijn van ouderen een belangrijker onderwerp te maken in de opleidingen van zorg- en welzijnsprofessionals. Op die manier moeten de psychische problemen die vandaag nog vaak onopgemerkt blijven, straks sneller vastgesteld worden. “Tijdens mijn opleiding psychologie stopten de lessen over menselijke ontwikkeling bij het moment waarop kinderen het huis uit trekken en het legenestsyndroom aanbreekt. Over de decennia die daarna komen, werd bijna niets gezegd. Daar valt veel winst te boeken”, zegt Aerssens.

De Ouderenraad wil ook dat er meer aandacht komt voor mentale issues bij mensen die in de residentiële ouderenzorg verblijven en hoopt dat hulpverlening in de toekomst toegankelijker wordt. De lokale dienstencentra kunnen daar volgens de organisatie een belangrijke rol bij spelen, wat Aerssens bevestigt. “Voor mensen op leeftijd is de drempel om een psycholoog aan te spreken hoog, daarom moeten psychologen zelf moeite doen en naar hun leefomgevingen komen. In de cafetaria van het Gentse dienstencentrum stel ik mezelf bijvoorbeeld vrijblijvend voor, wat erg goed werkt.” Op die manier valt een deel van de schroom weg om over mentale issues te praten, iets wat Dora aanmoedigt bij haar generatiegenoten. “Ik hoop vooral dat iedereen de kans krijgt om open te bloeien, ook al gebeurt dat op latere leeftijd.”

* Dora is een schuilnaam.